Dit hoofdstuk probeert algemene informatie te geven wat te doen en wat niet te doen bij een zorgvuldige zelfdoding – die van jezelf of die van een naaste. Daarbij bespreken we onderwerpen als apparatuur weghalen (en de daarbij behorende juridische kwesties), brieven over de zelfdoding, overlijdensaktes, lijkschouwingen en gerechtelijke vooronderzoeken. Dit hoofdstuk is niet bedoeld als juridisch advies. Daarvoor moeten lezers in hun eigen land een advocaat of notaris raadplegen. Dit hoofdstuk biedt enig nuchter advies hoe u uw zelfgekozen dood veilig kunt stellen, en hoe de nasleep voor alle betrokkenen met zo min mogelijk stress kan verlopen.
Wilsbekwaamheid
In de biomedische literatuur wordt al heel lang betoogd dat iemand die tot zelfdoding besluit,
wel depressief móét zijn
of een andere psychische aandoening moet hebben. Medische studies uit de afgelopen tientallen jaren rapporteren steevast dat minder dan tien procent van alle zelfdodingen weloverwogen (rationeel) is. Dat zijn zelfdodingen die gebaseerd zijn op een weloverwogen besluit, waarbij er geen sprake is van cognitieve achteruitgang die een realistische beoordeling zou verhinderen. Het derde criterium om te bepalen of een zelfdoding