Hetzelfde geldt bij een ernstige ziekte. Het standpunt van ieder individu over de dood moeten we zien in de context van zijn of haar situatie.
Zelfdoding en depressie
Het verband tussen zelfdoding en depressies blijft netelig. De overheid spendeert miljoenen om het bewustzijn van zelfdoding, vooral onder jongeren en sommige bevolkingsgroepen (bijv. boeren), te verbeteren. Laat er geen misverstand over bestaan. Mensen met een klinische depressie lopen een groot risico op zelfdoding. Ernstige vormen van depressie kunnen een mens beroven van zijn vermogen verstandige besluiten te nemen. Iemand heeft dan zorg en behandeling nodig, totdat hij of zij weer in staat is om de controle over zijn eigen leven te hebben. Zulke ernstige zieken komen echter niet veel voor. Het is belangrijk die te onderscheiden van een grotere groep mensen die af en toe tekenen van depressie vertonen, maar de volledige controle over hun daden hebben.
Het verschil is groot tussen iemand die op sommige momenten een mentale dip ervaart of een gevoel van voorbijgaande aard dat het leven geen zin meer heeft, en iemand met een ernstige klinische depressie, voor wie het nemen van de meest elementaire dagelijkse beslissingen problematisch is. Dit verschilt nogal van een oudere of een ernstig ziek iemand met het verlangen een levenseindeplan op te stellen met als enige doel controle houden over zijn of haar laatste dagen. Mensen die zich graag goed voorbereiden en niet depressief zijn, moeten niet door een psychiatrische bril bekeken worden.
Beslissingen rond het levenseinde en palliatieve zorg
Critici van hulp bij zelfdoding gebruiken vaak het argument dat patiënten nooit stervenshulp zullen vragen, als palliatieve zorg van voldoende niveau beschikbaar is. Dit is onjuist. Om deze