Een ongeneeslijk zieke patiënt kan lijden aan onbehandelbare klachten die voor hem ondraaglijk zijn. Bijvoorbeeld: pijn, benauwdheid, angst en verwardheid. Als de levensverwachting van de patiënt minder dan twee weken is, kan de arts het lijden verlichten door de patiënt in kunstmatige slaap te brengen. Het lijden moet dan niet meer op een andere manier te bestrijden zijn. Dit heet palliatieve sedatie. De patiënt ervaart daardoor geen lijden meer. In deze toestand wordt ook toediening van vocht en voeding stopgezet. De patiënt sterft niet aan de palliatieve sedatie, maar aan de ziekte waaraan hij lijdt. De dood is een natuurlijke dood, het is geen euthanasie.
Voor mensen die vrezen voor ernstig lijden in hun laatste dagen is palliatieve sedatie een goede optie. Ook mensen die principieel tegen euthanasie zijn, kunnen kiezen voor palliatieve sedatie. Bij palliatieve sedatie sterft men in zijn slaap. Bij euthanasie houdt men de regie over zijn leven tot het allerlaatste einde in eigen handen.
Euthanasie
In Nederland wordt onder euthanasie verstaan het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene op diens uitdrukkelijke verzoek. Onder hulp bij zelfdoding wordt verstaan het verstrekken van middelen door een arts waarmee de betrokkene zelf zijn leven kan beëindigen. Dit kan alleen in het bijzijn van de arts. Omdat euthanasie alleen kan gebeuren na een vrijwillig en weloverwogen verzoek, spreken we in Nederland nooit over ‘vrijwillige euthanasie’. Euthanasie tegen de wens van de betrokkene wordt door geen enkele arts gedaan, het is strafbaar.