van William Osler in de editie van 1899 van zijn beroemde tekst: Principle and Practice of Modern Medicine. In dit boek beschrijft hij een longontsteking als sterven aan een acute, korte, vaak niet-pijnlijke ziekte, waarmee men ontkomt aan een ontluisterend verval dat zo beangstigend is voor hemzelf en zijn vrienden.
Het is belangrijk op te weten dat Osler dit schreef in de tijd voordat antibiotica en kunstmatige beademing waren uitgevonden. Het was een tijd waarin longinfecties vaak bacterieel waren, en de daaruit voortvloeiende dood maakte het inderdaad mogelijk om te ontsnappen aan dat ‘ontluisterend verval’.
Sir William Osler & de ‘oudemensenvriend’
Bij een COVID-longontsteking heeft men moeite met ademen terwijl men tegelijkertijd zuurstof in de met vocht gevulde longen wil ademen. Tegelijkertijd zal men de onaangename effecten ervaren van de ophoping van kooldioxide. De licht euforische effecten van een cerebrale hypoxiedood (waarmee de oudemensenvriend wordt bedoeld) gaan volledig verloren. De inspanning die nodig is om te ademen wordt vaak omschreven als een langzame verdrinking. Deze verdrinking is zodanig dat uitputting snel het gevolg zal zijn, waardoor men de inspanning opgeeft en overlijdt.
Als er in dit stadium mechanische beademingapparatuur beschikbaar is, dan neemt deze de beademing over. De patient wordt dan onder narcose gebracht en er wordt een endotracheale buis in de keel geplaatst. Communicatie met de patient is dan onmogelijk. Er wordt een spierverslapper toegediend en de beademingsmachine neemt de beademing over. Het apparaat kan de ademhaling voor onbepaalde tijd overnemen, maar dat is niet altijd een garantie om te overleven. Het aansluiten op een