Pas bij de opkomst van het christendom werd zelfdoding als zonde gezien (schending van zesde gebod). Zoals Lisa Lieberman schrijft in haar boek Leaving You, werd plotseling ’het Romeinse ideaal van heldhaftig individualisme’ vervangen door ’een platonisch concept van onderwerping aan een goddelijke autoriteit’.
Het christendom veranderde de kijk van de samenleving op zelfdoding. Van een daad van een individu met eigen verantwoordelijkheid werd het een schending van de wetten van God. Iemands dood werd een zaak van Gods wil, niet langer een zaak van het individu. Vanaf dat moment werden pogingen tot zelfdoding voor het eerst strafbaar gesteld. Als de zelfdoding slaagde werd de familie van de overtreder gestraft met boetes en openbare schande.
De opkomst van de moderne geneeskunde in de negentiende eeuw veranderde de visie op zelfdoding opnieuw. Deze visie is nog steeds wijdverbreid. Tegenwoordig wordt de wens tot zelfdoding over het algemeen als een ziekte beschouwd. Mensen die hun leven willen beëindigen, móéten wel ziek zijn (een psychiatrische aandoening, met meestal depressie als diagnose). Het passende antwoord daarop is een medische behandeling (gesprekken met psychiater en/of antidepressiva slikken).
Exit zet vraagtekens bij de opvatting dat iemands beslissing te sterven automatisch voortvloeit uit depressie en psychische ziekten. We menen toch niet serieus dat zelfmoordterroristen in het Midden Oosten depressief zijn? Integendeel, elke zelfdoding moet beschouwd worden als afhankelijk van de context.
Neem bijvoorbeeld een hoog bejaard iemand die regelmatig vrienden ziet wegvallen en zich begint af te vragen: ”Ben ik de volgende?” Deze hoogbejaarde heeft een totaal andere kijk op sterven dan een jeugdig iemand met het hele leven voor zich.