Exit doet al ruim tien jaar onderzoek naar gebruik van koolmonoxide. Omdat het gas niet simpel als bron is aan te boren, heeft Exit generatoren ontwikkeld die koolmonoxide produceren wanneer nodig en in de gewenste hoeveelheid. De eerste koolmonoxide generator (COG) maakte gebruik van de chemische reactie (katalytisch afbreken) als methaanzuur (mierenzuur) wordt toegevoegd aan zwavelzuur.
Bij het oorspronkelijke model zat het methaanzuur in een intraveneuze zak en stroomde druppelsgewijs in de reactiekamer met zwavelzuur (zie figuur). Het geproduceerde gas werd via een neusslangetje toegediend aan een etalagepop. Filmmaker Janine Hosking legde deze vroege proeven eind 2002 in het Exit-laboratorium op film vast en dit fragment is opgenomen in de film Mademoiselle and the Doctor.
Daarna zijn andere methodes onderzocht om koolmonoxide te produceren, zoals gedeeltelijke oxidatie van koolstof (houtskool), conversie en katalytisch omzetten van oxaalzuur en de reactie tussen zink(poeder) en calciumcarbonaat.
Hoe de CO-generator werkt
De CO-generator bestaat uit twee pvc-kamers (A en C, fig. rechts). De binnenste kamer A is gemonteerd op de schroefdraadsluiting van de grotere buitenste 10 cm-container met in de bodem een druppeluitgang F. Controle van het druppelsnelheid gebeurt met schroef E.
De CO-generator klaarmaken voor gebruik: Kamer A wordt gevuld met 150 ml 85% methaanzuur met het controleventiel gesloten. Kamer D wordt gevuld met 250 ml geconcentreerd zwavelzuur (98%).