Na verloop van tijd begint de kwaliteit van de meeste medicijnen langzaam achteruit te gaan door chemische, fysische of microbiologische afbraakprocessen. Het belangrijkste gevolg is verlies aan (genees)kracht.
Fabrikanten geven bewaarinstructies en een houdbaarheidsdatum om te zorgen dat medicamenten zo effectief mogelijk zijn. De tijd tussen fabricage en uiterste houdbaarheidsdatum noemen we houdbaarheidsperiode. Het is in het belang van de fabrikant die zo lang mogelijk te maken. Vanzelfsprekend maakt het bereiken van de houdbaarheidsdatum een medicijn niet meteen ineffectief. Deze geeft enkel aan dat, mits volgens de voorschriften bewaard, het medicijn tot dat moment geen duidelijke chemische, fysische of microbiologische verandering heeft ondergaan.
Onderzoek toont aan dat veel medicijnen een groot aantal jaren na het verlopen van de houdbaarheidsdatum niets aan kracht hebben ingeboet. Moderne medicijnen hebben veelal houdbaarheidsdata van twee of drie jaar na de fabricage, zoals bijvoorbeeld de veterinaire vloeistof Nembutal. De houdbaarheidsperiode of houdbaarheidsdatum staat op de zijkant van de fles gestempeld. Het is echter gebleken vele jaren later nog zeer effectief te zijn.
De vorm van het medicijn heeft ook invloed op houdbaarheid. Pillen en capsules zijn bijvoorbeeld wel tien jaar houdbaar in originele luchtdichte verpakkingen, koel bewaard en niet blootgesteld aan vocht. Dit is veel langer dan de vermelde houdbaarheidsdatum. Medicijnen in poedervorm hebben eenzelfde levensduur, vooral indien bewaard in vacuümverpakking (gebruik hiervoor een doorsnee keukenvacuümmachine) op een koele, donkere plek. Vloeibare medicijnen zijn doorgaans minder lang houdbaar.