De vredige pil Belangrijke problemen bij gebruik van insuline
Het grootste probleem bij het gebruik van insuline is dat het subcutaan (in onderhuids weefsel) moet worden geïnjecteerd. Er zijn geen orale vormen van het medicijn.* Voorgevulde insulinepennen kunnen 300IU bevatten en kunnen 60IU per injectie toedienen. Maar proberen om 1000 IE toe te dienen (d.w.z. met 3 pennen en 15 injectieplaatsen) is praktisch onmogelijk. Een te grote dosis die op één plaats wordt toegediend, kan leiden tot opeenhoping van het middel en een stagnering van de bloeddoorstroming naar dat gebied. Dit zal het effect van het medicijn verminderen.
Er is nog een probleem. Een groeiend aantal mensen met toegang tot dit medicijn lijdt aan de diabetesvariant (type 2), waarbij hun lichaam niet op het medicijn reageert. Terwijl 1000 microgram snel toegediende insuline zo goed als zeker het leven van een niet-diabeet vredig zal beëindigen, moeten de lijders aan deze ziekte veel voorzichtiger zijn.
In theorie kan men de eigen gevoeligheid vergroten door alcohol te drinken (dat beperkt de nood-afgifte van suiker door het lichaam), door te vasten en door het innemen van een grote dosis orale hypoglykemiemiddelen voordat insuline wordt geïnjecteerd (bijv. ca. 50 mg glimepiride). Maar de risico’s en onzekerheden verbonden aan een omvangrijke subcutane injectie blijven bestaan.
‘NovoRapid’ snelwerkende insuline ampul, 1000U in 10ml met 0.5ml injectie-spuit voor subcutane toediening
Opmerking: 20 volle spuiten moeten snel worden leeggespoten om 1000U toe te dienen
* Er is een te inhaleren snelwerkende insuline beschikbaar, maar per inhalatie kan slechts 24 IE worden toegediend