De ontdekking van stoffen met een minder compact CN-radicaal –het gas waterstofcyanide, blauwzuur en eenvoudige zouten zoals kalium- en natriumcyanide– maakte snel duidelijk dat cyanide extreem giftig is voor dierlijke cellen. Het CN-radicaal vernietigt de mitochondriën, essentiële elementen in elke cel, wat tot snel afsterven van cellen leidt. Gevolgen zijn: een rode gelaatskleur, doordat cellen niet langer in staat zijn zuurstof in het bloed op te nemen, en overlijden door cerebrale anoxie (zuurstofgebrek in de hersenen).
Uit 1921 stamt het voorstel om cyanidegas (waterstofcyanide, HCN) als humane executiemethode te gebruiken. De Amerikaanse staat Nevada was de eerste die dit bij wet regelde (Humane Death Bill). Het gas werd voor het eerst gebruikt bij de executie van Gee Jon in 1924. Sedertdien zijn bijna 1000 mensen gestorven in de executiegaskamers in de VS. De toegepaste methode om cyanidegas te maken, is overal dezelfde. Korrels natriumcyanide worden in zwavelzuur gestrooid, waardoor gas vrijkomt dat de gevangene omhult.
Waterstofcyanide is een vluchtige vloeistof, die kan worden bewaard door opname in een substraat. Tijdens de Holocaust gebruikten de nazi’s het in deze vorm (zyklon B). Oorspronkelijk ontwikkeld als insectenbestrijdingsmiddel werden de korrels in gesloten blikken bewaard. Als samengeperste stukjes in contact komen met lucht, komt HCN-gas (blauwzuurgas) vrij.
De industrie gebruikt tegenwoordig op grote schaal cyanideverbindingen. Enorme hoeveelheden van cyanidezouten worden geproduceerd voor gebruik bij goudwinning, metallurgie, galvaniseren en fotografische industrieën. Hun giftigheid is bekend. Ondanks gebruik in grote hoeveelheden, zijn ze aan strenge regels onderworpen en moeilijk te verkrijgen.