Relatief goedkope gezichtsmaskers worden vaak gebruikt om extra zuurstof aan een patiënt toe te dienen. Zo’n masker wordt op zijn plaats gehouden door een elastiek en voorziet de neus en mond van zuurstof via een plastic slang die aan het masker is bevestigd. Dit soort maskers worden verder niet aan het gezicht gefixeerd. Dit in tegenstelling tot maskers die volledig afdichten, en het binnendringen van externe lucht verhinderen. Die zijn complexer, moeilijker aan te brengen en kunnen zuurstof lekken (bijv. bij iemand met een baard). CPAP-apparaten die worden gebruikt voor slaapapneu en het masker dat wordt gebruikt in het DeBreather-apparaat voor levensbeëindiging (zie volgend hoofdstuk) zijn van dit type.
Een Exit-zak zorgt voor een snel bewustzijnsverlies omdat er meteen geen zuurstof meer wordt ingeademd. Met een gasstroom die een lichte positieve druk in de zak geeft kan er geen externe zuurstof worden ingeademd. Om zo’n masker effectief te laten zijn, moet een perfecte afdichting tot het overlijden kunnen worden gegarandeerd. Zelfs met een goed passend afsluitmasker is dit moeilijk te realiseren, omdat de spieren en contouren van het gezicht veranderen zodra men het bewustzijn verliest. Een hypoxische dood proberen met een gezichtsmasker is daarom riskant en wordt niet aanbevolen.
Hyperventileren en de alarmreactie
Om het risico op paniek en luchthonger te minimaliseren, is het aan te bevelen dat men -voordat men de zak over het hoofd trekt- een korte tijd (1-2 minuten) hyperventileert: met een verhoogde frequentie diep lucht inademen en uitademen. Deze hyperventilatie heeft als effect dat het koolstofdioxidegehalte in het bloed vooraf al omlaag gaat en het verkleint de kans op een toename van koolstofdyoxide met de bijbehorende alarmreactie.