search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
hoog is. Een volgende stap is het ontwikkelen van een dienst die verladers aan de binnenvaartsector gaat koppelen. Dat is volgens Van Heiningen immers best lastig.


De bedoeling was dat het Condor H₂-project deze kar zou trekken. Strikt genomen is dit als project geëindigd, maar er zijn plannen om een opvolger in de vorm van een zelfstandige entiteit met de naam Condor Zero Emission op te richten. Dit project valt nu nog onder het RH₂INE-netwerk en wil in 2030 vijftig emissievrije schepen la- ten varen. Van Heiningen: “Vanuit dit project kunnen deelnemers de rol op zich nemen om dit bekend te maken bij de verladers. De individuele schipper zal namelijk echt moeite hebben om dit te verkopen aan bijvoorbeeld een Nike of Tata Steel.”


Het RH₂INE-netwerk “Wij zijn ondersteunend aan het RH₂INE-netwerk”, aldus Arends van het Smart Freight Centre. “Dit netwerk wil de CO₂-emissies met water stof reduceren. Wij bieden een stukje van die oplossing door de meerkosten voor de bouw van deze waterstofschepen te verde- len. Wij zeggen: dit zijn de marktregels. Daarbij beschikken wij over een groot netwerk van verladers, die wij weer kunnen informeren met betrekking tot RH₂INE. Wij zien dat degenen die dergelijke oplossingen aanbieden, een betere marge halen. Ook klanten zijn loyaler. Er zijn nog niet veel partijen die dit kunnen bieden. Ver- voerders die dit kunnen aanbieden, hebben duidelijk een betere business. We zijn ver met de ontwikkelingen. Het is nu zaak dat zoveel mogelijk partijen dit gaan aanbieden om de transitie te ver- snellen. Ik ben erg enthousiast over de manier waarop RH₂INE dit omarmt.”


Het is dus zaak dat verlader en aanbieder van het certificaat (in dit geval de binnenvaartondernemer) elkaar vinden. Volgens Van Heiningen ligt hier een grote rol voor Condor om namens de Nederlandse binnenvaart contact te zoeken met die verladers. “Dat is de opgave waar wij nu voor staan. De eerste schepen die meedraaien in de pilot van certificeren liggen inmiddels in de vaart. Dit zijn er twee: een waterstofschip van Future Proof Shipping en een batterij-elektrisch schip van Zero Emission Services (ZES). Over een halfjaar worden de eerste certificaten aangemaakt. Nu moeten we gaan kijken hoe we de deals kunnen maken.”


Wereldwijd In het kader van RH₂INE zegt van Heiningen: “RH₂INE kijkt naar een bepaalde infrastructuur en die moet natuurlijk wel gebruikt gaan worden. Daarvoor moeten er schepen zijn, en als er schepen zijn, moeten er ook klanten zijn. Wij halen veel obstakels weg. Vandaag de dag worden er nog best wat waterstofstations alweer gesloten omdat ze lokaal het volume niet op gang krijgen. Als die binnen- vaartondernemer nu weet dat hij de meerkosten van een water- stofschip kan terugverdienen, en niet vele jaren op zoek moet naar een klant die wil betalen, maakt hij misschien sneller de keuze voor zo’n duurzaam schip. Deze manier van carbon insetting kan daarbij helpen. Veel andere landen beschikken niet over de infrastructuur. Wij kunnen wereldwijd gaan verkopen, ook in landen waar men hele- maal geen toegang heeft tot waterstof. Laten we dan in Nederland zeggen: wij hebben die schepen liggen, wij kunnen aan deze ver- duurzaming doen. Laten we dit wereldwijd gaan verkopen. De wereld is je speelveld.”


RH2INE • 31


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116  |  Page 117  |  Page 118  |  Page 119  |  Page 120  |  Page 121  |  Page 122  |  Page 123  |  Page 124  |  Page 125  |  Page 126  |  Page 127  |  Page 128  |  Page 129  |  Page 130  |  Page 131  |  Page 132  |  Page 133  |  Page 134  |  Page 135  |  Page 136  |  Page 137  |  Page 138  |  Page 139  |  Page 140  |  Page 141  |  Page 142  |  Page 143  |  Page 144