Deltalinqs helpt havenondernemers bij overstap naar duurzame brandstoffen
Havenbedrijf Rotterdam neemt actief deel aan waterstofproject voor de binnenvaart
De ontwikkelingen staan zeker niet stil. Recent nog heeſt het technisch bedrijf J. de Jonge uit Vlaardingen dit tankstation en jetty voor vloeibare waterstof op de markt gebracht. Iets waar met name Deltalinqs hoge verwachtingen van heeſt.
Havenbedrijf Rotterdam is stellig van plan zich te ontwikkelen tot dé waterstofhub van Europa. Meebetalen en een actievere deelname aan het RH2INE-project nieuwe stijl ligt dan ook in de lijn der verwachtingen. Dat doet Rotterdam zeker niet alleen. In het project werken meer dan 45 stakeholders samen, waaronder gemeenten, provincies, bedrijven en andere havens, zoals ook ‘concurrent’ Port of Antwerp-Bruges. Waterstof biedt immers een reële kans op een uitstootvrije binnenvaart.
“We hebben een ecosysteem nodig om de Rijnvaart te voorzien van nieuwe, schone brandstoffen, waar waterstof er één van is”, ver- telt programmamanager scheepvaart Johan Gille van Havenbedrijf Rotterdam. Hij noemt het RHI₂NE-netwerk een goede manier om als ‘vehikel’ de vele benodigde partijen – publiek en zakelijk – bij el- kaar te krijgen én houden.
“En een breder gedragen organisatie zien we als meerwaarde”, stelt Gille vast. Zo zegt hij al uit te zien naar de deelname van meer Bun- desländer aan het geregelde overleg over de Rijn tot in Zwitserland aan toe - de belangrijkste vervoersas van het Europese continent. En kan er concreet gewerkt worden aan de bunkerinfrastructuur lang het gehele riviertraject, maar ook aan afgestemde regelgeving in de verschillende Rijnstaten.
Het Havenbedrijf staat niet alleen, om binnen RH₂INE de Rotter- damse belangen te behartigen. Want sinds ruim een jaar maakt ook de ondernemersvereniging Deltalinqs van het haven-industrieel complex deel uit van het RH₂INE-netwerk. Deltalinqs vertegenwoor- digt de belangen van 95 procent van de bedrijven in de Rotterdamse haven. Binnen het RH₂INE-project wordt de ondernemersclub verte- genwoordigt door Simone van Tongeren. Zij is projectleider Klimaat van het Climate-program bij Deltalinqs en heeft de afgelopen tien
12 • RH2INE
Illustratie J. de Jonge Group
jaar bij onder meer ENGIE (het huidige EQUANS) gewerkt aan het opzetten van nieuwe duurzame bedrijven en technieken.
Toegevoegde waarde Van Tongeren: “Zie ons als een toegevoegde waarde voor onderne- mers die obstakels tegenkomen op hun weg. Zij weten ons te vinden en we kunnen dan met hen meedenken en gesprekken voeren om toch zaken voor elkaar te krijgen. Wij zullen niet zelf een waterstof- station gaan openen, maar we kunnen voor gezamenlijke uitdagin- gen – zoals het verkrijgen van een vergunning, locatie of geschikte partners – wél van grote waarde zijn.”
Ze vervolgt: “We brengen het netwerk van instanties en bedrijven namelijk op zeer regelmatige wijze bij elkaar en daar kunnen we casussen bespreken en versnellen. Het belang van initiatieven kun- nen we zo benadrukken, bijvoorbeeld voor de verduurzaming van de scheepvaart. RH₂INE moet gezien worden in het palet van initiatie- ven die er zijn om de scheepvaart in haar geheel te laten vergroe- nen. Innovaties en nieuwe duurzame aandrijvingen worden onder meer door RH₂INE, het Condorproject en het Maritiem Masterplan echt gestimuleerd. En het betrekken van België en Noord-Frankrijk moet het waterstofproject verder verbreden en versterken.”
Juiste faciliteiten Voor een vervoersketen, zoals de Rijn- vaart met vrachtschepen aangedreven door waterstof, zijn in de zeehaven van Rotterdam en langs de hele route de juis- te faciliteiten nodig. Programmamanager binnenvaart Johan Gille van Havenbedrijf Rotterdam noemt het wisselcontainer- systeem van ZES (Zero Emission Servi- ces) als voorbeeld om de infrastructuur onderweg geschikt te maken. “Eenzelfde concept kan met waterstofcontainers
Johan Gille. Foto Havenbedrijf Rotterdam
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108 |
Page 109 |
Page 110 |
Page 111 |
Page 112 |
Page 113 |
Page 114 |
Page 115 |
Page 116 |
Page 117 |
Page 118 |
Page 119 |
Page 120 |
Page 121 |
Page 122 |
Page 123 |
Page 124 |
Page 125 |
Page 126 |
Page 127 |
Page 128 |
Page 129 |
Page 130 |
Page 131 |
Page 132 |
Page 133 |
Page 134 |
Page 135 |
Page 136 |
Page 137 |
Page 138 |
Page 139 |
Page 140 |
Page 141 |
Page 142 |
Page 143 |
Page 144