De kracht van een netwerk: EICB en ZBT aan het woord
INE is een mooi voorbeeld van Europese samenwerking’
Georg Dura (ZBT): ‘RH2
Binnen het RH2INE-netwerk komt veel kennis op het gebied van waterstof samen. Het Duitse onderzoekscentrum ZBT (Zentrum für BrennstoffzellenTechnik) en het Nederlandse Expertise- en Innovatiecentrum Binnenvaart (EICB) bieden elk vanuit hun eigen kaders ondersteuning.
Khalid Tachi, managing director van het EICB. Foto EICB
Het EICB houdt zich onder andere bezig met subsidiëring en regel geving, en draagt net als ZBT bij aan de technologische en wetenschappelijke basis die nodig is om waterstof als duurzame energiebron te implementeren in de binnenvaart. Alles komt samen bij mooie projecten. “Neem de kennis die is opgedaan bij de Letitia, het derde schip op waterstof. Dit wordt allemaal gedeeld in het RH₂INE-netwerk”, aldus Khalid Tachi, managing director van het EICB. De rol die het EICB speelt binnen het RH₂INE-netwerk is volgens Tachi vooral ‘supporting’. Het expertisecentrum is betrokken bij meerde projecten en trajecten die goed passen binnen het netwerk van RH₂INE. In dat kader noemt Tachi projecten als Rh2iwer (Renewable Hydrogen for Inland Waterway Emission Reduction) en Platina4Action.
Binnen Rh2iwer worden zes binnenvaartschepen omgebouwd naar waterstof brandstofceltechnologie. Hierbij werken vijftien Europese partners, waaronder vijf scheepseigenaren (Future Proof Shipping, Theo Pouw, VT Shipping, DFDS en Compagnie Fluviale de Transport), samen. Ook brandstofcelleveranciers zoals Ballard en Nedstack zijn betrokken. Gezamenlijk willen de deelnemers een solide basis creëren om het proces van de verduurzaming door middel van waterstof-brandstofcel aangedreven binnenvaartschepen te versnellen.
Businesscase ontbreekt Er gebeurt veel op het gebied van duurzame binnenvaart, ziet ook Tachi. “De techniek voor, onder andere, waterstofschepen is er. Er varen duurzame schepen rond en de regelgeving is in de maak. Alleen de businesscase ontbreekt nog. Op enkele klanten na, zoals Nike, zijn er maar een paar bedrijven die nu al willen betalen voor
duurzaam transport.” Het EICB probeert de rol te pakken om dit gat te dichten of, zoals Tachi het noemt, “uit die ‘valley of death’ te komen”. Het expertise- en innovatiecentrum ziet mogelijkheden in subsidieprogramma’s zoals het Europese Innovation Fund, dat niet alleen de hardware investeringen, maar ook de operationele meer- kosten van duurzame brandstof subsidieert, en CET (Clean Energy Transition). Het Innovation Fund is een van de grootste subsidiepro- gramma’s van Europa voor bedrijven en consortia die bezig zijn met innovatieve koolstofarme technologieën. Onderdeel van het eerder- genoemde project Platina4Action is te komen tot een consortium dat aanspraak wil gaan maken op dit fund. De binnenvaart maakt hier nu nog geen gebruik van want: onbekend, nieuw en… de subsidieaanvraag is best ingewikkeld. Dat is nu precies waar het EICB de sector bij kan helpen.
Oproep Tachi: “We bevinden ons momenteel in de verkennende fase. We hebben de technologieën geïdentificeerd, waaronder waterstof- en batterij-elektrisch. Ook biobrandstoffen en methanol behoren tot de mogelijkheden voor duurzaam transport. We zijn daarnaast bezig met het identificeren van betrokken partijen. Denk hierbij aan Future Proof Shipping, HTS, Zero Emission Services (ZES) en andere binnenvaartondernemingen. We roepen graag iedereen met ambities op het gebied van duurzaam binnenvaartvervoer op om mee te doen. Zo kunnen we een consortium vormen, waarmee we een gezamenlijke subsidieaanvraag willen indienen.”
Ook de regels met betrekking tot de subsidieaanvragen binnen het Innovation Fund en CET moeten op een rij worden gezet. Tachi: “We moeten de regels snappen, en klankborden met de ambtenaren die erover gaan in Brussel. Begrijpen wij de regels goed? Als alle regels helder zijn, kunnen we de kans op het succes van een aanvraag vergroten.” Enkele regels waaraan voldaan moet worden om in aan- merking te komen voor een subsidie zijn bijvoorbeeld: betrokkenen moeten gaan voor zero-emissies, moeten opereren in een passende omgeving (klant, haven of vaarweg), hebben een keuze gemaakt voor een technologie én willen zich binden aan het consortium. De aanvraag wordt immers samen met alle betrokken partners gedaan. Tachi: “Het gaat niet om kleine projecten, maar om projecten die groot genoeg zijn om hét verschil te maken. Uiteindelijk kan het gaan om subsidies tot zestig procent van de investering, inclusief de operationele kosten.”
RH2INE • 23
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108 |
Page 109 |
Page 110 |
Page 111 |
Page 112 |
Page 113 |
Page 114 |
Page 115 |
Page 116 |
Page 117 |
Page 118 |
Page 119 |
Page 120 |
Page 121 |
Page 122 |
Page 123 |
Page 124 |
Page 125 |
Page 126 |
Page 127 |
Page 128 |
Page 129 |
Page 130 |
Page 131 |
Page 132 |
Page 133 |
Page 134 |
Page 135 |
Page 136 |
Page 137 |
Page 138 |
Page 139 |
Page 140 |
Page 141 |
Page 142 |
Page 143 |
Page 144
