HyPort, het eerste H2-tankstation in Europa waar op locatie ook H2-productie en H2-opslag plaatsvindt Duurzame energie: de motor achter RH2INE
‘Waterstof geeft de binnenvaart een nieuwe toekomst’
Waterstof (H) is het lichtste chemische element op aarde. Het bestaat alleen in combinatie met andere elementen, bijvoorbeeld met een ander H-element. H2-moleculen zijn krachtige energiedragers, wel heel vluchtig. Het vereist vakkennis om deze energiedrager voor, bijvoorbeeld binnenschepen, beschikbaar te maken. We laten de specialisten aan het woord, de leveranciers van ‘moleculen’, zoals dat in hun vak heet. ENGIE, dat in Noordwest-Europa in rap tempo waterstofproductie uit duurzame energie aan het uitbouwen is, en Air Liquide, de wereldwijd actieve leverancier van industriële en medische gassen/moleculen.
ENGIE ENGIE heeft zich recent als nieuwe partner bij RH₂INE aangesloten. “Omdat we geloven dat de binnenvaart een veelbelovende sector is voor het gebruik van groene waterstof”, zegt Alexis Licha, H₂ Mari- time & Aviation business development director bij ENGIE in Parijs. Hij noemt de belangrijkste voordelen van binnenschepen, namelijk een efficiënt verbruik van brandstof en een goede staat van dienst als veilig transportmiddel. Ook is, volgens hem, de infrastructuur voor de binnenvaart gemakkelijker te decarboniseren dan vervoer over land. “De totale lengte van de waterwegen telt veel minder kilometers dan de eindeloze wegen die Europa doorkruisen.”
Voor ENGIE is het interessant om via het netwerk van RH₂INE haar eigen kennis rond duurzame waterstof met anderen te delen en om te leren van partners die actief betrokken zijn bij het bouwen van de emissievrije scheepvaartcorridor langs de Rijn. Met een groeiend aantal duurzame energieprojecten in het thuisland Frankrijk, maar ook in België, Noord-Duitsland en Nederland zou het energiebedrijf graag zien dat de groene, waterstof gebaseerde Rijn-corridor wordt aangesloten op het Franse kanalennetwerk. “Zodra het Canal Seine Nord klaar is, hopelijk rond 2030, zal de Rijn-corridor een snelle
vaarverbinding krijgen met Parijs en LeHavre. In Noordwest-Europa ontstaat dan een nog groter netwerk van vaarwegen waarvan de binnenvaart enorm zou kunnen profiteren”, aldus Alexis.
Mijlpaal “We denken dat we een belangrijke mijlpaal hebben bereikt, nu er vier of vijf waterstof-schepen over de binnenwateren zullen varen. Ze laten zien dat de bouw van vrachtschepen die worden aangedre- ven door waterstofbrandstofcellen technisch haalbaar is. Wat het verdienmodel betreft hebben we nog een harde noot te kraken.”
Alexis verwacht dat nu al doende veel van elkaar via het RH₂INE platform zal worden geleerd. Want het gebruik van waterstof als energiebron in de transportsector is complex. “Je moet het in het echt uitproberen”, benadrukt de H₂-expert. “Je kunt niet al- leen vertrouwen op ontwerpen en berekeningen op papier. Met de schepen op het water gaan we leren hoe het echt werkt en wat we moeten veranderen. We betreden absoluut een nieuwe fase in de ontwikkeling.”
Alexis is opgelucht dat er na veel beraad binnen de zogenoemde CONDOR H₂ werkgroep een gestandaardiseerde oplossing is gevon- den voor het opslaan van de ‘H₂-brandstof’ op het schip. Dit gebeurt in een 20-voets tankcontainerformaat, oftewel H₂-tanktainer. Nu gaat de discussie binnen RH₂INE en de werkgroep verder om de lo- gistiek van de tanktainers voor de binnenschepen aan te pakken. “Wat het resultaat ook zal zijn, wij willen deel van de oplossing zijn”, zegt Alexis en hij voegt eraan toe dat het proces wel een beet- je sneller mag gaan.
Alexis is ervan overtuigd dat duurzaam geproduceerde waterstof absoluut de juiste weg is in het streven naar zero-emissie vervoer. Andere koolstofarme opties zoals HVO en biobrandstoffen zullen in de toekomst niet op grote schaal beschikbaar zijn voor de scheep- vaart. De voorraad grondstoffen die je nodig hebt om ze te maken is van nature beperkt. Dus zal de markt deze brandstoffen liever aan
RH2INE • 21
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108 |
Page 109 |
Page 110 |
Page 111 |
Page 112 |
Page 113 |
Page 114 |
Page 115 |
Page 116 |
Page 117 |
Page 118 |
Page 119 |
Page 120 |
Page 121 |
Page 122 |
Page 123 |
Page 124 |
Page 125 |
Page 126 |
Page 127 |
Page 128 |
Page 129 |
Page 130 |
Page 131 |
Page 132 |
Page 133 |
Page 134 |
Page 135 |
Page 136 |
Page 137 |
Page 138 |
Page 139 |
Page 140 |
Page 141 |
Page 142 |
Page 143 |
Page 144