RH2INE conferentie in Duisburg, 30 september 2024. Vlnr Arno Treur (NPRC), Robert Graf-Potthoff, (Rhenus), Stephan Heuvelman, de volgende generatie van familiebedrijf HTS Group tijdens een interview.
Foto RH2INE
Bedrijven aan het roer: koplopers in de binnenvaart
Ze zijn de helden binnen het RH2INE-project: de scheepseigenaren die met de nog nooit eerder toegepaste waterstof-elektrische voorstuwing een nieuw vrachtschip laten bouwen. Naast de technische uitdagingen die veel geduld vergen, staan ze ook voor vragen als: hoe om te gaan met nog-niet- bestaande regelgevingen voor de technologie; hoe de kapitaalintensieve investering te financieren valt; hoe een draagbaar verdienmodel te organiseren; en niet in het minst, hoe in tijden van verstoorde supply chains op tijd hun onderdelen en installaties geleverd te krijgen.
Of de inspanningen zullen slagen, weten ook de drie koplopers die hier aan het woord komen niet zeker. Ze weten dat ze met the known unknown bezig zijn. Ze doen het, want, zoals de vertegenwoordi- gers van NPRC, HTS Group en Rhenus PartnerShip hier illustreren, de binnenvaart moet snel decarboniseren.
Arno Treur, CFO van NPRC
“Als we als sector met waterstof emissieloos willen varen, dan moet dat gezamenlijk gebeuren”, stelt Arno Treur, Chief Financial Officer (CFO) van de binnenvaartcoöperatie NPRC. Zijn organisatie besloot rond 2020 de bouw van het waterstof-elektrisch vrachtschip Antonie te begeleiden.
Coöperatielid Harm Lenten was aan een nieuw schip toe en de ver- lader, Nobian, waarvoor NPRC het zouttransport van de fabriek in Delfzijl naar de Botlek organiseert, toonde zich een willige partner. Het drietal schaarde de essentiële technische partners achter het project en de overheid voor onmisbare financiële steun. “De Antonie was al in gang gezet voordat het RH₂INE-project echt van start ging. De kennis hebben we zelf in huis gehaald”, vertelt Treur, “Nu valt het nieuwe drogebulkschip Antonie onder de RH₂INE paraplu en dient het als een soort paradepaard.” Het motorschip Antonie kwam in 2023 in de vaart. Het heeft een hybride opbouw waar naast het emissieloze elektrische waterstof- brandstofcellen-batterijen systeem ook een dieselgenerator
6 • RH2INE
kan opstarten. “Het schip moet altijd kunnen varen, anders gaat je businessplan niet op. Dus het backup-plan met de generator is onderdeel van het concept.” Hij weet dat andere koplopers in Nederland het anders aanpakken. Maar voor NPRC is het belangrijk om zo flexibel mogelijk te blijven. Ook volgende projecten, die op de tekentafel liggen, zullen hybride worden.
Het bleek een goede keus, want ook nadat de Antonie van stapel was gelopen, duurde het nog lang voordat, bijvoorbeeld, de water- stofcontainers geleverd konden worden. Eigenaar Lenten kon dus toch varen en geld verdienen, totdat het elektrische emissieloze systeem volledig geïnstalleerd zal zijn.
Voor Treur is het RH₂INE-project een platform om input te leveren en kennis te halen. Zo deelt NPRC zijn goede ervaringen, maar ook de fouten die zijn gemaakt. “Je bent met veel partijen in het project, die allemaal aan het pionieren zijn. Dan gaan er ook dingen mis. We hadden eerder in het proces dingen met elkaar moeten afstemmen. Dat had tijd gespaard.” Het netwerkplatform RH₂INE maakt het mo- gelijk, volgens Treur, om tot standaarden en afspraken te komen die vervolgens de processen slanker gaan maken.
Dure H2 Varen op waterstof is vergeleken met alle andere opties, zoals
diesel, maar ook HVO en biofuels, duurder. Verladers zullen er dus een acceptabele meerprijs voor moeten betalen. “We doen het allemaal niet om er rijk van te worden”, aldus Treur, “maar met
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108 |
Page 109 |
Page 110 |
Page 111 |
Page 112 |
Page 113 |
Page 114 |
Page 115 |
Page 116 |
Page 117 |
Page 118 |
Page 119 |
Page 120 |
Page 121 |
Page 122 |
Page 123 |
Page 124 |
Page 125 |
Page 126 |
Page 127 |
Page 128 |
Page 129 |
Page 130 |
Page 131 |
Page 132 |
Page 133 |
Page 134 |
Page 135 |
Page 136 |
Page 137 |
Page 138 |
Page 139 |
Page 140 |
Page 141 |
Page 142 |
Page 143 |
Page 144