Georg Dura, projectmanager bij ZBT Foto ZBT


Overgangstraject Volgens de managing director van het EICB is nu nog niet te zeggen welke technologie uiteindelijk de beste keuze is. “Wanneer je het hebt over klimaatoplossingen zijn er vele opties. Alles hangt af van de bedrijfsvoering. Voor wie net een nieuwe motor heeft, is bijvoor- beeld het bijmengen met biobrandstoffen een logische keuze. Als je koploper wilt zijn, dan kies je voor waterstof of batterij-elektrisch. Het is nu nog niet te zeggen wat de beste optie is en voor wie. We zitten middenin een overgangstraject. Iedereen is ervan over- tuigd dat er iets moet gebeuren, en dat wordt vooral gedreven door beleid.”


Khalid Tachi


We roepen iedereen met ambities in duurzaam


binnenvaartvervoer op om


mee te doen, zodat we een consortium vormen en een


gezamenlijke subsidieaanvraag kunnen indienen


Het samen te stellen consortium voor de subsidieaanvraag bestaat volgens Tachi nu nog uit een voorlopige lijst. Het gehele traject kan uiteindelijk de bouw van onder andere duurzame schepen naar een volgende fase brengen: de uitrolfase. “In de loop van 2025 moet het consortium er zijn. Willers, kunners, moeters: iedereen is welkom. Alles om ook de businesscase voor duurzaam binnenvaartvervoer voor elkaar te krijgen.”


De energietransitie is volgens hem een traject van een lange adem, waar vele jaren voor uitgetrokken moeten worden. “Er is commit- ment voor nodig, maar ook: in een groter geheel gaan denken als branche, als Europa. Hiervoor is een verandering in de sector nodig.”


ZBT en RH₂INE Het EICB heeft inmiddels diverse technologieën voor duurzame transportmogelijkheden geïdentificeerd, binnen het RH₂INE- netwerk staat natuurlijk waterstof centraal. Iets waar Georg Dura, projectmanager bij het Duitse Zentrum für BrennstofzellenTechnik (ZBT) zeer enthousiast over kan meepraten. Dit onderzoekscen- trum richt zich op de ontwikkeling van brandstofcellentechnolo- gie en waterstoftoepassingen. ZBT voert onderzoeken en testen uit, en doet aan prototype-ontwikkeling. Vanaf 2018 is het on- derzoekscentrum actief op gebied van waterstofinfrastructuur en toepassingen voor zwaar transport, waaronder de binnenvaart. Dura: “Wij zijn vanaf het begin vertegenwoordigd in RH₂INE, waar- binnen wij onze kennis delen. Tijdens een gezamenlijk project met Nedstack, een Nederlandse specialist in brandstoftechnologie, hoorde ik over een Nederlands project met betrekking tot water- stofschepen. Ik wilde direct meer weten over de bouw van deze schepen.”


Grote belangstelling Al tijdens zijn activiteiten voor het project Kompetentsregion Düssel, Rhein, Wupper, in Noordrijn-Westfalen, zag Dura dat er enorme belangstelling was voor waterstofschepen. In dit project is waterstof ingezet als energiebron voor klimaatvriendelijke mobiliteit. Het doel was om innovatieve oplossingen te ontwikkelen die de inzet van waterstof in de mobiliteitssector stimuleerden, gericht op de genoemde regio. Het ging hierbij om het bevorderen van klimaatvriendelijke technologieën en infrastructuur voor het gebruik van waterstof in diverse transportmiddelen: openbaar vervoer, logistiek en mogelijk ook de scheepvaart en wegtransport. Een van de kerndoelen was het ontwikkelen van een basisinfrastructuur voor waterstoftankstations in de regio. Dura met een lach: “De hoeveelheid waterstof die nodig is voor schepen, in vergelijking met auto’s, verschilt enorm. Bij schepen heb je het over tonnen, bij auto’s spreek je over kilogram.”


Haalbaarheidsstudie Binnen RH₂INE voerde ZBT een haalbaarheidsstudie uit, in opdracht van de haven van Rotterdam, waar verder werd ingezoomd op markt- rijpe oplossingen voor waterstoftankstations. De uitkomsten van dit onderzoek boden een routekaart om waterstof op grote schaal beschikbaar te maken voor de scheepvaart. Deze resultaten worden niet alleen gebruikt door Rotterdam, maar ook voor andere haven- steden langs de Rijn. Een belangrijke stap richting de integratie van waterstof als duurzame brandstof binnen de scheepvaart en logis- tiek langs de Rijn.


24 • RH2INE


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116  |  Page 117  |  Page 118  |  Page 119  |  Page 120  |  Page 121  |  Page 122  |  Page 123  |  Page 124  |  Page 125  |  Page 126  |  Page 127  |  Page 128  |  Page 129  |  Page 130  |  Page 131  |  Page 132  |  Page 133  |  Page 134  |  Page 135  |  Page 136  |  Page 137  |  Page 138  |  Page 139  |  Page 140  |  Page 141  |  Page 142  |  Page 143  |  Page 144