search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
1056 | WEEK 50-51 11 DECEMBER 2024


CCR-rapport: Proces van gegevensvergaring in de Europese binnenvaart aan verbetering toe


STRAATSBURG De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) heeſt eind oktober haar (jaarlijkse) Marktobservatierapport 2024 over de Europese binnenvaartmarkt gepu- bliceerd. Het rapport werd zoals elk jaar in samenwerking met de Europese Commissie opgesteld. Belangrijke conclusie van het rapport is dat er nogal wat schort aan het proces van de gegevensvergaring in de Europese binnenvaart, dat dringend verbe- terd zou moeten worden. Het rapport pleit in dit verband voor het op Europees vlak opstellen van geharmoniseerde criteria voor de melding van uitgaven voor de binnenvaartinfrastructuur.


JAN SCHILS


Een goede infrastructuur is voor betrouw- baar binnenvaartvervoer een absolute nood- zaak, aldus het rapport. Zo worden er voor de Rijnoever- en Donaulanden bijvoorbeeld jaargegevens verstrekt over het onderhoud aan- en investeringen in infrastructuur. De gegevens zij echter niet volledig vergelijkbaar wegens verschillen in de methodologie voor het vergaren van de gegevens. Met de data die verstrekt worden, kan een analyse voor elk afzonderlijk land worden gemaakt, maar een vergelijking tussen de trends in de uitga- ven voor onderhoud en investeringen tussen de verschillende landen is niet mogelijk, al- dus het rapport. Er kunnen immers grote ver- schillen zijn in de uitgaven van landen voor onderhoud als gevolg van de lengte en de aard van de vaarwegen en het aantal bouw- werken dat zich in deze wateren bevindt.


Minimumvaardieptes Om de bevaarbaarheid van het binnenvaart- net het hele jaar door te garanderen, moet de toestand van de vaarwegen de gebrui- kers in staat stellen deze op een efficiënte, betrouwbare en veilige manier- te kunnen gebruiken door te zorgen voor minimum- vaarwegdieptes en minimumniveaus van dienstverlening (Good Navigation Status). Hiervoor moet volgens het rapport toerei- kende vaarwegeninfrastructuur voor de sec- tor worden aangelegd, onderhouden en gemoderniseerd door middel van investe- ringen in het kader van een samenhangen- de corridorvisie. Ook is het van belang dat hierbij ook rekening wordt gehouden met de toegenomen behoeſte aan snel, betrouw- baar en naadloos op elkaar afgestemd goe- deren- en personenverkeer van hoge kwali- teit. “In dit verband is het monitoren van de nationale investeringen in de binnenvaart- infrastructuur van fundamenteel belang”, zo merkt het rapport op.


Nieuwbouw, onderhoud en herstel noemt het rapport de bepalende factoren om de prestaties en betrouwbaarheid van de bin- nenvaart te verbeteren. Eventuele finan- ciële steun om onderhouds-, sanerings- en


moderniseringswerkzaamheden te kunnen uitvoeren, heeſt dan weer een positief ef- fect op de infrastructuur. “Daarbij mag niet worden vergeten dat dit projecten op lange termijn betreſt die onderdeel zijn van een le- venscyclusbenadering van de investering”, zegt het rapport.


Sterke verschillen in cijfers De uitgaven voor de infrastructuur kunnen volgens het rapport in twee hoofdcategorie- en worden gesplitst: investerings- en onder- houdsuitgaven. De onderhoudsuitgaven zijn gericht op de reeds bestaande infrastructuur en de instandhouding daarvan. De uitgaven voor het onderhoud, zoals die voor bagger- werkzaamheden om de gewaarborgde vaar- wegdiepte te behouden, komen echter op dit moment niet in aanmerking voor mede- financiering door de EU in het kader van de ‘Connecting Europe Facility II’ (CEF II).


Tegenwoordig is het aan de lidstaten om hun netwerk van binnenwateren, het kern- en het uitgebreide netwerk, te onderhouden, hetgeen van fundamenteel belang is voor de ontwikkeling van de sector. Wel moet wor- den opgemerkt dat de onderhoudsuitgaven van land tot land sterk kunnen verschillen, naargelang de lengte van de bevaarbare wa- terweg, de aard daarvan (vrij stromend of niet) en het aantal bouwwerken aan deze waterweg, waarbij sluizen en dammen door- gaans de belangrijkste uitgavenposten vormen.


De investeringsuitgaven omvatten middelen voor nieuwe projecten zoals de uitbreiding of modernisering van waterwegen. Deze in- vesteringen komen ook in aanmerking voor medefinanciering op EU-niveau, bijvoor- beeld via het programma CEF II. Op juridisch vlak moet over een investering een milieuef- fectrapport worden opgesteld, terwijl uitga- ven voor het onderhoud normaliter niet aan dergelijke wettelijke voorschriſten worden onderworpen. De investeringen in haven- infrastructuur worden hier buiten beschou- wing gelaten..


Obstakels De gegevens van de landen zou men met elkaar kunnen vergelijken, maar er is een aantal belangrijke obstakels. Om goed ge- fundeerde conclusies te kunnen trekken, moeten deze probleempunten eerst nader worden toegelicht, Tekortkomingen in de gegevens ontstaan omdat niet altijd dezelf- de methoden voor het verzamelen van de gegevens en dezelfde definities worden ge- bruikt. Ook zijn er verschillen met betrek- king tot de soorten waterwegen die in de landen in kwestie te vinden zijn. Zo moet in landen waarvan een groot deel van de rivie- ren vrij stromend is veel meer onderhoud worden uitgevoerd dan in landen waar dit aandeel kleiner is. Daar staat tegenover dat


Van armste naar de warmste kerstdagen


“Carola Schouten viert dit jaar voor het eerst als burgemeester van Rotterdam de kerstdagen in deze havenstad. Het zou een feestelijk gebaar zijn als deze voormalige minister voor armoedebeleid door het Rotterdams bedrijfsleven verrast wordt met kerst- pakketten, bestemd voor haar armste inwoners.


De burgermoeder van het college van ‘schout en schepenen’ zal de pakketten dankbaar in ontvangst


nemen in de stad die een koppositie van armste steden in het land inneemt. De gewenste distributie kan door de Voedselbank in de Maasstad worden verzorgd. De burgemeester deelt de eerste kerstpak- ketten uiteraard zelf uit.


De kerstboom op de Coolsingel zal meer dan in ande- re jaren een welkome verlichting brengen voor velen. Hopelijk worden er vele pakketten bezorgd op het


adres Coolsingelboom 40, pal naast de werkkamer van de burgemeester in het stadhuis.”


Bert Luijendijk, voormalig CBOB-bestuurder, Krimpen aan den IJssel


rivieren met veel sluizen ook grote uitgaven vereisen.


Wat de verschillen in de methoden betreſt, kan in het ene land de uitrusting voor het onderhoud van de infrastructuur wel en in het andere land dan weer niet onder de on- derhoudsuitgaven voor de infrastructuur vallen. Dit verklaart wellicht ook ten dele waarom er soms verschillen bestaan tus- sen de gegevensbronnen onderling. Als ge- volg van deze verschillende methoden en de verschillende soorten waterwegen is het beter om de trend voor elk land toe te lich- ten. Bovendien kunnen de uitgaven voor investeringen en onderhoud niet altijd van elkaar onderscheiden worden. Een ande- re belangrijke reden heeſt te maken met de bevoegde autoriteiten die verantwoorde- lijk zijn voor het verzamelen van gegevens. Zo is in Kroatië het instituut voor hydrolo- gie verantwoordelijk voor het vergaren van gegevens, terwijl het in de meeste Rijn- en Donaustaten de vaarwegbeheerders zijn die dit doen.


Geharmoniseerde criteria Tenslotte is het van belang om te vermelden dat, afhankelijk van de CEMT-klasse van de binnenwaterweg, de autoriteit die verant- woordelijk is voor het beheer van de inves- teringen in de infrastructuur kan verschillen en bijvoorbeeld hetzij de nationale autori- teit of de regionale autoriteit kan zijn. De in- frastructuuruitgaven voor de binnenwate- ren die onder de verantwoordelijkheid van de regionale autoriteiten vallen – meestal regionale vaarwegen van CEMT-klasse III of lager – zijn dus wellicht niet meegeno- men in de gegevens over de nationale uitga- ven voor de infrastructuur. Voor de landen met meerdere regionale bevaarbare wa- terwegen van CEMT-klasse III of lager is het waarschijnlijk dat het in dit hoofdstuk ver- melde totaal van de uitgaven voor de infra- structuur lager ligt, Dit geldt met name voor Nederland en Polen. Deze vaststellingen leiden tot de conclusie dat het proces voor de gegevensvergaring verbeterd zou moe- ten worden, wellicht door het op Europees vlak opstellen van geharmoniseerde crite- ria voor de melding van uitgaven voor de infrastructuur.


Voor de Rijnoeverstaten zijn de relevante gegevens over de uitgaven voor het onder- houd van en de investeringen in de infra- structuur verstrekt door de OESO. Als gevolg van de hierboven beschreven tekortkomin- gen zal er geen vergelijking worden gemaakt tussen de landen. De gegevens laten wel toe een trendanalyse per land te maken. Er wordt in het rapport erop gewezen dat er bij de OESO geen gegevens beschikbaar zijn over Nederland, Zwitserland en de uitgaven voor het onderhoud van de infrastructuur in Duitsland.


15


Scheepvaartbedrijf Dari koopt medeoprichter Peter Versluis uit bij de Volharding Group


DORDRECHT De Dordtse Volharding Group meldt de uitkoop van medeoprichter Peter Versluis door partner scheepvaartbedrijf Dari bv. Deze strategische zet zou Dari’s groeiambities met de Volharding Group onderstrepen. Tevens moet dit leiden tot een verder integratie van beide bedrijven voor duurzame binnenvaart met een mo- derne vloot.


In een persverklaring laat de in 1974 opge- richte Volharding Group weten dat er re- cent weer drie binnenvaarttankers zijn toe- gevoegd aan haar vloot, gebouwd door de Volharding Shipyard in Werkendam. Aan la- dingstromen heeſt het bedrijf zich weten te verbreden van eetbare oliën naar minerale oliën en biofuels.


Het plan is in 2025 de vloot verder uit te breiden met nog eens twaalf nieuwbouw- schepen, zowel voor de binnenvaart als zeevaart.


Kwaliteiten gecombineerd in nieuw scheepsontwerp


AMSTERDAM Op de Offshore Energybeurs in Amsterdam heeſt maritiem dienstverle- ner Herman Sr. bij Damen Shipyards Group een order geplaatst voor de nieuw ontwor- pen Multi-Purpose Vessel (MPV) 4916.


Deze MPV 4916 is volgens de scheepsbou- wer de eerste in een reeks die de kwalitei- ten van de Damen Shoalbuster- en Multi Cat-serie combineren. Deze omvatten meer- dere positioneringsmogelijkheden, zoals spudpalen, vierpuntsafmeren, DP2 en zelfs stranden.


De breedte van 16 meter biedt voldoende stabiliteit om op het dek een scala aan ap- paratuur te plaatsen, zoals een beweegbaar hydraulisch A-frame met knikarmkranen, waarbij de achterkraan is voorzien van een actieve deining-gecompenseerde lier.


De MPV 4916.


Illustratie Damen


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116  |  Page 117  |  Page 118  |  Page 119  |  Page 120  |  Page 121  |  Page 122  |  Page 123  |  Page 124  |  Page 125  |  Page 126  |  Page 127  |  Page 128  |  Page 129  |  Page 130  |  Page 131  |  Page 132  |  Page 133  |  Page 134  |  Page 135  |  Page 136  |  Page 137  |  Page 138  |  Page 139  |  Page 140  |  Page 141  |  Page 142  |  Page 143  |  Page 144