This page contains a Flash digital edition of a book.
tuurlijk wel raakvlakken op het netwerk van Amsterdam en we stemmen de werk- zaamheden met elkaar af.” Een van de mooiste projecten van SAA voor Rijkswa- terstaat vindt hij, zeker qua leefbaarheid, de Gaasperdammerweg. “Die is ooit als tijdelijke snelweg aangelegd. Daar wordt nu een tunnel gebouwd en op die tunnel komt straks een park. Dat is qua omvang twee keer het Vondelpark, dat ziet er in de toekomst dus heel anders uit en heeft een enorme impuls voor de leefbaarheid.”


Leefbaarheid


Sowieso speelt leefbaarheid een be- langrijke rol in de projecten, zo worden er heel veel nieuwe geluidsschermen geplaatst. Slager: “Als je nu op de A10 de geluidschermen met elkaar vergelijkt – oud en nieuw – dan is dat echt een wereld van verschil. Die beleving komt terug als je tijdens een afsluiting met bewoners spreekt. Die vinden de werk- zaamheden prima.”


Ook op het gebied van inpassing in de omgeving wordt gekeken waar samen kan worden opgetrokken. Zo moesten bij Muiderberg zowel vanuit OV SAAL, als vanuit SAA geluidschermen komen. Balkenende: “We hebben daarom be- sloten om er één scherm van te maken en dat is ook nog eens een stuk goed- koper.”


Samenwerking Bij XSAAL wordt per project bekeken hoe samen kan worden gewerkt en op wel- ke manier dat gaat. De projectdirecteu- ren zitten niet fysiek bij elkaar, ze zien el- kaar zelfs maar af en toe. Slager: “Maar dat komt omdat op het onderliggende ni- veau heel veel zaken goed worden ge- regeld en afgestemd. In een van de pro- jecten van Rijkswaterstaat is bijvoorbeeld een projectmanager van ProRail onder- deel van dat projectteam. Dus die zit da- gelijks bij mijn mensen, dat contact is heel intensief.”


Contractvormen


Ook op het gebied van aanbesteden, leren beide organisaties van elkaar. Rijkswaterstaat heeft duidelijk, ook door de politieke aansturing, een op- gave voor DBFM (Design, Build, Finan- ce, Maintain)-contracten, terwijl ProRail tot op heden de ‘finance’-component nog niet in contracten heeft verwerkt.


6 Nr.7/8 - 2013 OTAR


Slager: “Bij Rijkswaterstaat hebben wij op dit moment een stuk of tien van dit type contracten lopen. Sommige zijn in de exploitatiefase en andere nog in op- zet. Alliantie doen wij vrijwel niet en dat is bij ProRail weer een vrij gebruikelijk contract. Dan is het wel interessant om eens te kijken wat nu de goede elemen- ten van een alliantie zijn. Wat levert dat nou op? Wat kun je ermee? En omge- keerd kijkt ProRail goed naar onze DB- FM-contracten.” Balkenende vult aan: “Je ziet het ook op het gebied van duur- zaamheid waar we van elkaar leren. De prestatieladder komt van ProRail en die gaat Rijkswaterstaat nu ook toepassen. Zo zitten er over en weer leerelemen- ten. Ik weet dat onze afdeling Inkoop frequent met die van Rijkswaterstaat af- stemt om ervaringen te delen. Er vindt echt veel kennisuitwisseling plaats.”


een uitermate goede campagne is naar de reiziger en de automobilist toe. Pro- Rail zit nu op de koers om dat over te nemen. Waarom ook niet? Dat is ge- woon goed. In eerste instantie zeiden partijen als Schiphol ‘kan niet’, maar na het toepassen van de ToeKan-me- thode veranderde dat in ‘we begrijpen het’.” Schiphol heeft natuurlijk wel een belang dat de reizigers weten dat er een afsluiting is.” Balkenende: “Wij kunnen onze werkzaamheden dan plannen op een moment dat niet het meest kriti- sche voor Schiphol is.” Slager: “Uitein- delijk hebben we via KLM en Transavia bepaalde afsluitingen kunnen communi- ceren. Daar is iedereen razend enthou- siast over. Ik ga ervan uit dat de eerst- volgende grote afsluiting van het spoor op dezelfde manier wordt gedaan. Het zijn hele simpele dingen, maar ze heb- ben een direct effect naar je mobiliteits- gebruikers toe.”


ToeKan-methode Voor de werkwijze Minder Hinder werkt Rijkswaterstaat bij al haar projecten vol- gens de ToeKan-methode (dat staat voor TOEspitsen van KANsen), waarbij met de belangrijkste stakeholders een maatregelenpakket wordt ontwikkeld om de verkeershinder te verminderen. Slager: “Bij de ToeKan-methode kijk je samen met bedrijven en andere infrabe- heerders wat er allemaal speelt en wat je voor elkaar kunt betekenen en dan ontstaat er meestal begrip.” Bij sommige XSAAL-projecten werkt ProRail nu ook met die methode, bij- voorbeeld bij de Riekerpolder waar dit voorjaar een grote buitendienststelling was. Een belangrijk deel van de samen- werking komt tot uiting in communica- tie en omgevingsmanagement. Er is bijvoorbeeld gezamenlijk een fyer ge- maakt. Slager: “Dat wordt helemaal af- gestemd. We hebben daarvoor een om- gevingsoverleg.” Op het gebied van communicatie houden de organisaties elkaars expertise goed in de gaten. Bal- kenende: “Ik vind dat van A naar Beter


Want het feit dat beide partijen veel te maken hebben met de omgeving, is een terugkerend onderwerp tijdens het ge- sprek. Slager: “Of het nu een heipaal van ProRail is of een van Rijkswaterstaat, de omgeving merkt het verschil niet. Bijzon- der hier is dat je ook veel evenementen hebt, met name rondom de Rai, ArenA, maar ook de Heineken Music Hall, Ziggo Dome, noem maar op. We hadden een grondige planning gemaakt en toen bleek dat de KNVB Ajax-Fijenoord had gepro- grammeerd op het allereerste weekend dat wij zouden gaan werken. We hebben in goed overleg besloten om het werk een week te verplaatsen. Achteraf gezien heeft de wedstrijd al behoorlijk wat ellen- de op de weg veroorzaakt. Was daar de hinder van onze werkzaamheden bijge- komen dan hadden we de krant wel ge- haald en dan niet in positieve zin. Het luis- tert hier heel nauw.”


Communicatieomslag Al die aandacht voor communicatie en het omgevingsmanagement lijkt een lo- gisch vervolg op – in ieder geval bij Rijks- waterstaat – de cultuuromslag die heeft plaatsgevonden. Van een technische, gesloten organisatie naar een die meer transparant is en streeft naar goede com- municatie. Slager: “Dat staat niet los van elkaar. Toen we bij Rijkswaterstaat zo’n tien jaar terug veel onderhoud moesten


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72