This page contains a Flash digital edition of a book.
van krijgt het totale assetmanagementproces een operatione- le toepassing van aanleg tot sloop. Hierdoor gaan bestaande bouw en nieuwbouw steeds meer op elkaar ingrijpen. In fi guur 2 is dit schematisch weergegeven.


2


Figuur 2. Bestaande bouw en nieuwbouw grijpen steeds meer op elkaar in.


De verbindingen tussen de levensfasen in fi guur 1 zijn uiter- mate belangrijk. Op deze transities zit door informatieverlies en communicatie nog veel inefficiëntie. Hier zijn nog maar weinig op maat gesneden hulpmiddelen voor beschikbaar. We moeten bekijken op welke wijze normalisatie hulpmidde- len kan (mede-)ontwikkelen om tot goede ketensamenwerking te komen.


Ontwikkelingen richting assetmanagement Eén van de belangrijkste ontwikkelingen binnen de bouw- en vastgoedbeheerwereld op dit moment is de invoering van as- setmanagement bij vastgoed- en infrabeheerders. Assetma- nagement gaat over de sturing op kosten, risico’s en pres- taties. De norm ISO 55000 – die dit jaar wordt gepubliceerd en onder andere is gebaseerd op de Britse standaard van de PAS 55 – vormt een belangrijk hulpmiddel bij de invoering van assetmanagement.


De GWW- en B&U-sector haken steeds meer op elkaar aan door onder andere een toenemende, integrale (gebieds)be- nadering en een mindere strikte scheiding tussen de (nieuw) bouwwereld en de beheerwereld. Dit komt mede door de Life Cycle Management (LCM)-benadering. Vanuit de LCM-op- tiek worden levensduuraspecten van wieg tot graf meegeno- men naar de volgende fase. Daarbij staat een bouwproces ten dienste van het realiseren van prestaties gedurende de gehele levenscyclus. Dit vindt plaats onder voorwaarden van geac- cepteerde risico’s en tegen geaccepteerde kosten over deze levenscyclus. Een goed voorbeeld van LCM-sturing in rela- tie tot een contractpartner is een DB(F)M-contract. Principes van LCM zijn echter net zo goed toepasbaar op de interne or- ganisatie van beheerders van vastgoed. Door toepassing er-


De ontwikkelingen leiden ertoe dat steeds meer initiatieven plaatsvinden waarbij nadrukkelijk wordt gezocht naar opti- malisatie van informatiedeling en informatie-uitwisseling. In- formatiestructuren zijn niet langer specifi ek voor één proces, maar worden gebruikt om processen integraal met elkaar te verbinden. Dit stelt in toenemende mate eisen aan uniformi- teit en de uitwisselbaarheid van informatie. Deze integrale be- nadering stelt tevens voorwaarden aan vergelijkbaarheid en objectiviteit. Dat geldt voor diverse vakgebieden, zoals We- genbouw, Waterbouw, Elektrotechniek, Werktuigbouw, Civiele Techniek en Bouwkunde.


Nut en toepassing NEN 2767 NEN 2767 ‘Conditiemeting’ is een bruikbaar hulpmiddel voor het bereiken van de vanuit assetmanagement gewenste uni- formering. De norm voorziet in een objectieve, generieke en eenduidige standaard voor het opstellen van decomposities en levert een integrale en transparante inspectiemethodiek voor alle vakdisciplines. Hierdoor is het mogelijk om areaal- informatie eenduidig op te bouwen in managementsystemen en om op een objectieve wijze te inspecteren. Een assetma- nager krijgt, mits de informatie op de juiste wijze wordt ontslo- ten, daarmee meer grip op informatiebeheer en onderhouds- management.


Conditiescores zijn daarbij een hulpmiddel in het kader van de beheerprogrammering en indirect aan te wenden voor het sturingsproces op de kwaliteit van assets. In fi guur 3 wordt een overzicht weergegeven van de onderlinge relaties zoals die zijn te onderkennen indien vanuit regiesturing de bouw- procesketen wordt benaderd volgens de PDCA-Cyclus: De Plan-Do-Check-Act cirkel beschrijft de vier fases van bedrijfs- voering waarin continue verbetering, ook wel te beschouwen als ‘procesoptimalisatie’, wordt nagestreefd. Door het cycli- sche karakter is de kwaliteitsverbetering doorlopend onder de aandacht.


Nr.7/8 - 2013 OTAR TAR


O Nr.7/8 - 2013 37


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72