search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
De Maeslantkering, gesloten tijdens een storm in 2007. (Bron: Beeldbank Rijkswaterstaat | Foto: Joop van Houdt)


Techniek De Hartelkering bestaat uit twee schui- ven (bijna 50 en 100 meter lang) die aan torens zijn opgehangen en bij sluiting het water inzakken. De Maeslantkering is nog een maatje groter en complexer. De kering bestaat uit twee deuren (opgedeeld in compartimenten) van 210 meter breed, 22 meter hoog en 15 meter diep. Bij hoog water sluiten ze in ander- half uur en lopen dan vol met water. Bin- nen twee uur zakken ze vervolgens naar de bodem, op een dorpel van beton- blokken. De deuren draaien elk om een bolscharnier van 680 ton met een door- snede van 10 meter. De vakwerkcon- structie die de deur met het scharnier verbindt is 240 meter lang. In het holle scharnier draaien vijzels met de bewe- gende kering mee om de veranderende belastingen op te vangen. Aan de noord- en de zuidzijde van de Nieuwe Waterweg staan de beide deu- ren (gespiegeld identiek) ‘geparkeerd’ in een dok. Dat wordt op zijn beurt met een deur afgesloten, waarna het water


VOOR DE KERINGEN WEERSPIEGELT ZICH IN DE


ORGANISATIE VAN HET ONDERHOUD


DE COMPLEXITEIT VAN DE TECHNIEK


uit de grote deuren en het dok kan wor- den gepompt. Zo zijn de deuren ook aan de binnenkant en de onderkant toe- gankelijk voor inspectie en onderhoud. In de dokdeuren bevinden zich schui- ven die worden geopend om water uit de Nieuwe Waterweg weer toe te laten, waarna de grote deuren gaan drijven. Dan zijn ze klaar om uitgereden te wor- den met behulp van een ‘locomobiel’ die over een tandradbaan loopt (waarbij de locomobiel stationair is en de tandrad- baan boven op de deur dus aangedre- ven wordt).


Uitbesteding onderhoud Rijkswaterstaat (RWS) is verantwoorde- lijk voor de operatie en het onderhoud van de keringen, zoals vastgelegd in het Meerjarig Onderhoud Stormvloed- keringen (MOS). Vanwege het cruciale belang is RWS permanent op locatie aanwezig. De uitvoering van het onder- houd besteedt het uit aan marktpartijen. Zo wonnen


technisch dienstverlener


Croonwolter&dros en constructiebedrijf Hollandia Services in 2017 een onder- houdscontract voor vier jaar (met opties voor maximaal twee keer verlenging voor twee jaar). Globaal gezegd zijn ze verantwoordelijk


voor respectievelijk


de elektrotechnische installaties en de staalconstructies.


Croonwolter&dros


was in de jaren negentig al bij de bouw betrokken. Nu zijn ze verenigd in de vof Sherpa Stormvloedkeringen. Advies- en ingenieursorganisatie Arcadis, dat ook


deelt uitmaakt van Sherpa, wordt bij de keringen ingezet voor civieltechnische (herstel)werkzaamheden.


Correctief onderhoud en storingen verrekenbaar Namens Croonwolter&dros zijn Ronald Schaap, projectmanager, en Dennis Rorijs, onderhoudscoördinator, verant- woordelijk voor de uitvoering van het MOS. Het gaat om integraal onderhoud, aangestuurd vanuit een vaste plan- ning, aangevuld met de uitkomsten van vooral visuele inspecties. Van conditie- monitoring is, afgezien van kathodische bescherming van de damwanden, in het huidige contract nog geen sprake. Rorijs: “Wij doen het voorgeschreven onderhoud en mogen verbeteringen aandragen. RWS heeft al een aantal van onze


verbeterpunten overgenomen.”


Het bijzondere van deze opdracht vindt Schaap dat RWS er bewust voor heeft gekozen dat het preventief onderhoud voor een vast bedrag is aanbesteed en dat in het contract correctief onder- houd en storingen verrekenbaar zijn.” Rorijs is vooral onder de indruk van de techniek: “Heel anders dan bijvoor- beeld voor bruggen of tunnels waar Croonwolter&dros


ook verschillende


onderhoudsopdrachten voor heeft. Het zijn hier heel veel verschillende syste- men die allemaal samenwerken voor het functioneren van de kering. Het vinden van de oorzaak van een storing kost daardoor soms wel wat moeite.”


OTAR Nr.4/5 - 2020 55


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64