search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Door Wim Esselink en Carolien Kloosterman


E


lke boer kent het belang van goede grond. Goede grond geeft meer opbrengst, verdroogt minder snel en behoudt waarde. Deels is bodemkennis gebaseerd op boerenverstand, deels op metingen. Analyses op basis van grondmon- sters vormen een belangrijke basis voor bijvoorbeeld de hoeveelheid bemesting.


Als het aan het ministerie van LNV ligt, moeten alle landbouwbodems in Nederland in 2030 duurzaam be- heerd worden. Maar hoe meet je duurzaam beheer? Een nieuw en eenduidig meetinstrument voor bodemkwali- teit moet hiervoor richting geven.


De aandacht voor de bodem en pogingen bodemkwali- teit vast te leggen in een meetinstrument zijn niet nieuw. Uit een studie van Wageningen UR (WUR) blijkt dat er meer dan dertig instrumenten zijn die de bodemkwa- liteit, deels of zo volledig mogelijk, proberen te meten. Door al deze verschillende instrumenten, ontwikkeld door verschillende organisaties, is een wirwar ontstaan en ontbreekt regie en eenheid. Dat laatste is echter no- dig om bodemkwaliteit concreet te maken en te kunnen gebruiken als maatstaf voor bijvoorbeeld pachtprijzen, landbouwsubsidies en uiteindelijk ook klimaatdoelen.


Regie genomen


De regie voor de ontwikkeling van een eenduidige basis voor bodeminstrumenten lijkt nu genomen door het ministerie van LNV. In het kader van het Nationaal Pro- gramma Landbouwbodems stelde WUR in opdracht van het ministerie een lijst van relevante bodemindicatoren op die een eerste stap is naar een eenduidige beoorde- ling van bodemkwaliteit.


De Bodemindicatoren voor Landbouwgronden in Nederland (BLN) bestaan uit zeventien parameters die


Een kuilprofi el in een perceel in Drenthe. Een nieuwe lijst van bodemindicatoren moet richting geven in het bepalen van bodemkwaliteit.


FOTO: RUUD PLOEG Bodemkwaliteit in volle aandacht


In 2030 moet alle landbouw- grond in Nederland duurzaam beheerd worden. Dat doel heeft het ministerie van LNV in 2018 al geformuleerd. Om dat doel samen met boeren, bedrijfsleven en overheden te realiseren, heeft het ministerie het Nationaal Programma Landbouwbodems ingesteld. De aftrap was dit jaar in september op de Nationale Bodemtop.


Duurzaam gebruik van land- bouwgrond speelt een hoofdrol


in de kringloopgedachte van minister Schouten. De minister noemde het bodemprogramma een ‘voorwaarde voor de over- gang naar kringlooplandbouw’. Het bodemprogramma moet bovendien samenhang brengen in allerlei projecten, zoals het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, Deltaplan Biodiversiteit en de Actieagenda Duurzaam Agrarisch Bodembeheer.


Schouten haalde het ver- dienmodel van boeren aan als


onderdeel van haar kringloopvi- sie. “Als we met zijn allen willen dat er andere keuzes worden gemaakt, dan moeten we ervoor zorgen dat boeren dat ook kun- nen.” Dat is ook nodig voor meer bodemvriendelijke werkwijzen. “Verbeteringen kunnen niet zon- der langetermijninvesteringen”, aldus de minister. Ook moeten de inspanningen voor duurzaam bodembeheer door de samenle- ving worden gewaardeerd. Voor het belonen en waar-


deren van duurzaam beheer is een eenduidige meting van de bodemkwaliteit hard nodig. In de eerste plaats moet nog duidelijk worden wat de defi nitie van duurzaam is. Een mogelijke be- loning kan komen uit het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouw- beleid. Minister Schouten heeft aangekondigd dat duurzaam beheer een belangrijke rol moet spelen in het GLB dat in het ko- mende jaar in de steigers wordt gezet.


BOERDERIJ 105 — no. 10 (3 december 2019) 7


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84