This page contains a Flash digital edition of a book.
Voorbereidend en uitvoerend personeel in percentages; 2005 = 100, bron EIB


novatie wel essentieel dat opdrachtnemers daarvoor de ruimte krijgen van opdrachtgevers.”


Volgens Mulder speelt ook mee dat het nogal eens de vraag is van wie een innovatie is; van het bedrijf dat het bedacht heeft of van de opdrachtgever die er voor betaald heeft. “Innovaties in de infra worden vaak nog niet voldoende beloond. Bouwend Neder- land wil daar verandering in brengen door innovaties zichtbaar te maken. We doen dat onder meer met een innovatieprijs, De Bouwcampus in Delft en door te helpen nieuwe slimme ideeën te vermarkten.” Volgens Mulder is de Nederlandse infrasector van ‘wereldstandaard’ maar, in vergelijking met de waterbouw, staat die bijvoorbeeld veel minder in de internationale aandacht. “Het zou mooi zijn als we dat kunnen veranderen en onze kennis op het gebied van soms hele ingewikkelde infraprojecten breder uit te dragen.”


Infrastructuuropgave in miljoenen euro’s, bron EIB


structuur zal toenemen. Dat zijn vaak ingewikkelde en dure op- gaven, maar het is wel een groeimarkt.”


Hoewel overheden de hand nog op de knip houden en pas van- af 2017 weer meer zullen gaan uitgeven, vooral aan de bouw van nieuwe wegen, zien zowel Mulder als Groot dat bedrijven weer investeren en dat de groei met name daar vandaan zal ko- men. Groot: “Grote bedrijven, de industrie en de havens. Vanuit die markt neemt de vraag in de brede sector van infrastructuur weer toe.”


Op dit moment is het Deltaprogramma een aanjager binnen de infrasector. Het gaat dan met name om projecten in het kader van Ruimte voor de Rivier en om dijkversterkingen. Maar vol- gens Groot neemt het budget voor grote waterprojecten na 2016 weer af. Volgens Mulder is het aantal opdrachten vanuit Pro- Rail ook teruggevallen, met name vanwege interne problemen bij ProRail. “Wisselingen aan de top en problemen met de Fyra heeft het aantal opdrachten geen goed gedaan.”


Innovaties


Kan de Nederlandse infrasector zelf ook meer doen zich in de markt te prijzen, bijvoorbeeld door meer te innoveren? De infra- wereld staat niet bekend als een vernieuwende bedrijfstak. Maar volgens Richard Mulder van Bouwend Nederland is niets minder waar. “Dagelijks vindt innovatie plaats, want in ieder project lo- pen bouwers tegen problemen aan die opgelost moeten worden. De vindingrijkheid is groot, maar nieuwe toepassingen zijn vaak heel specifiek gericht op een project en daardoor niet gemak- kelijk te herhalen in een andere situatie, op een andere locatie.” Bovendien zijn innovaties in de infrasector niet altijd goed zicht- baar voor de buitenwereld. En kan het met strakke budgetten te risicovol geacht worden om te innoveren. Groot: “Het is voor in-


Werkgelegenheid Net als in veel andere sectoren neemt de flexibiliteit van de werknemers toe. Groot: “De aard van de projecten in de infra- sector leent zich niet, zoals de bouwsector, voor een grote toe- name van zzp’ers maar de flexibele schil neemt toch toe, in het bouwplaatswerk, vlechtwerk en dergelijke.” Sinds 2008 groeit het aantal zzp’ers harder dan bedrijven met twee of meer men- sen in dienst en sinds 2013 daalt het totaal aantal bedrijven in de infrasector, maar blijft het aandeel zzp’ers groeien. Op het totaal aantal bedrijven in de infrasector is 75 procent een eenpitter, al- dus een rapport dat Fundeon in de zomer van 2015 publiceerde. Ook wordt meer aan onderaannemers uitbesteed. De branche verwacht een verdere toename van uitbesteding van werk aan zzp’ers, een toename van buitenlandse zzp’ers en meer project- matig werken. Hoewel de infrasector het zwaar heeft gehad in de afgelopen jaren, zijn de ontwikkelingen gematigder dan bij- voorbeeld in de bouw. Zo fluctueert het aantal werknemers in in- fraberoepen minder sterk. En omdat opdrachtgevers meer ver- antwoordelijkheid bij opdrachtnemers leggen, is volgens Groot het personeel dat zich met contracten en werkvoorbereiding be- zighoudt op peil gebleven. Het EIB verwacht dat de werkgele- genheid sectorbreed tot 2020 met ongeveer 10 procent toe zal nemen. Van die nieuwe werknemers worden wel aanvullende vaardigheden gevraagd. Meer zelfstandigheid en meer gevoel voor omgevingsmanagement zijn daarbij belangrijk.


Vakmanschap Volgens Groot zullen de sporen van de crisis nog wel even zicht- baar zijn. Niet alleen raakten veel bedrijven in de problemen of gingen zelfs failliet, het herstel van de gehele sector zal nog jaren duren, is de verwachting. Ook op het gebied van opleiding zal dat het geval zijn. Het aandeel mbo’ers dat voor de infrasector kiest, neemt volgens het eerder genoemde rapport van Fundeon af, net als het aantal plekken voor jongeren om in de praktijk het vak te leren en voldoende kennis en kunde bij te brengen. Voor Mulder is het ook een belangrijke vraag hoe het vakmanschap voor de sector te behouden. “Daarvoor ligt de oplossing toch bij de overheden als belangrijkste opdrachtgevers. De toekomst ligt, denk ik, bij een andere manier van opdrachtgeverschap waardoor ruimte ontstaat om te leren en te innoveren. Alleen op die manier kunnen we de infrasector weer gezond maken.”


Nr.8 - 2015 OTAR O Nr.8 - 2015TAR 15


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70