Sleutelaar TOEN & NU
Hendrik en Berend Mulder
NADERHAND NOG AAN GESLEUTELD
De broers Hendrik en Berend Mulder in het Overijsselse IJhorst draaiden inmid- dels precies tien seizoenen met hun tot aardappelrooier omgebouwde Agrifrac- bietenrooier. In tien jaar tijd schreden de ervaring en de techniek voort, maar de broers zijn eigenlijk nog steeds tevreden over hun machine.
ARTIKEL VAN TOEN
TREKKER 255, december 2009. De broers Berend en Hendrik Mulder rooiden aardappelen met een tweerijige rooier. Hoewel die het areaal nog nét aankon, wilden ze meer capaciteit – en een machine zoals in hun ogen de ideale rooier er- uit moet zien. Kant-en-klaar was die machine niet te koop. Anderzijds was het budget ook niet oneindig. Met destijds nog net geen 100 hectare te rooien, was een nieuwe vierrijer met grote bunker onmogelijk rendabel te reke- nen. In de winter van 2008 werd een Agrifac ZA 215 EH-bietenrooier aangeschaft. Die koop je voordelig aIs de bietenrooierij versleten is, ter- wijl het basisvoertuig vaak nog prima voldoet. Zelf bedachten ze het concept; bij Henk Petter van Mechatec in Tollebeek zette Ruud Borgijink het ontwerp op tekening, en werden onderde- len lasergesneden en in elkaar gelast. Pas na het eerste seizoen ging de verf erop.
H
et was best een gok toen de Mulders tien jaar geleden een Agrifac-bietenrooier ombouwden tot vierrijige aardappel- rooier. De basismachine was niet heel
duur, maar er kwam nogal wat constructiewerk en ook tekenwerk aan te pas. Deels is dat uitbesteed. Zeefbanden en egelbanden moet je nieuw aan- schaffen, waardoor de rekening alsnog flink op- loopt. Maar, de vele uren eigen tijd niet meegere- kend, kom je flink voordeliger uit dan een nieuwe machine. De broers hadden wel goed over hun plannen nagedacht. De machine rooit vóór de wie- len, dat was een van de dringende wensen die ze hadden om een in hun ogen zo ideaal mogelijke rooier te bouwen. Ze herinneren het zich nog goed: diverse omstanders vroegen zich af of dat allemaal wel heel zou blijven. Ze bouwden een kniksysteem in, om ook iets in hondengang te kunnen rooien als het erg nat is, en om verder bij een slootkant van- daan te blijven. En zoals ze dachten, hielp het knik- ken ook om bij het sturen torsiekrachten op het frame van het rooigedeelte te voorkomen. De bun- ker rijdt als het ware achter de rooier aan, waardoor ook in een bocht de krachten neutraal blijven – was hun idee – en dat bleek ook zo te werken.
De sleutelaar
BEREND (L) EN HENDRIK MULDER De broers hebben een melkvee- en akkerbouwbedrijf met zo’n 80 ha aardappelen. Om wielsporen te voorkomen bouwden ze al een zelfrijdende pootmachine. En dit jaar oogstten ze de aardappelen voor het eerst met een zelfrij- dende bunkerrooier van eigen makelij.
Iedereen stelt zich wel eens voor hoe zijn ideale machine eruit zou kun- nen zien. Maar Hendrik en Berend Mulder uit het Overijsselse IJhorst trok- ken de stoute schoenen aan, en bouwden zelf een vierrijige aardappelrooier met bunker naar eigen inzicht.
Rooien vóór de wielen. En een grote bunker, zodat er geen kippers meer over het land hoeven te rij- den. Dat leek de gebroeders Mulder uit het Over- ijsselse IJhorst de ideale aardappelrooier. Kant-en- klaar kun je voor dat concept bij Grimme terecht, maar dan moet je flink in de portemonnee tasten. De Mulders hadden ook zo hun ideeën over hoe een rooier er uit zou moeten zien, en bovendien hebben ze er ook wel aardigheid in om zelf het las- apparaat ter hand te nemen. Nu de machine na twee jaar sleutelen zijn eerste seizoen heeft gedraaid, weten ze dat je er inder- daad veel liefhebberij in moet hebben. Want be- halve de nodige nieuwe onderdelen zijn vooral heel veel uren nodig vóór de machine echt loopt. Maar des te groter is dan ook de eer van het werk als de machine het doet, en er een concept staat dat met recht uniek te noemen is.
VAN DE BIETEN IN DE AARDAPPELEN
68 TREKKER DECEMBER 2009 69 TREKKER DECEMBER 2009
Agrifac als basis Een Agrifac ZA 215 EH bietenrooier diende als ba- sis. Het voertuig was nog goed, maar het bieten- rooierdeel versleten. Zulke rooiers kun je vaak heel schappelijk kopen. Is zo’n machine aan een grote revisie toe, dan is de handelswaarde vaak niet meer dan €10.000 tot €20.000. Maar voor je er aardappelen mee kunt rooien, moet er nogal wat gebeuren. Allereerst heel wat sloopwerk. Frame, motor, hydrauliek, cabine en het grootste deel van de bunker bleven overeind. Maar de banden wer- den vervangen. De Michelin 1050’s maakten plaats voor de beter bij het aardappelen rooien passende Michelin Bib 650/85R38-banden.
Weinig trammelant Er zijn zeker aanpassingen geweest. Aanvankelijk teelden ze aardappelen op bedden, waar ze ook al een zelfrijdende pootmachine voor hadden ge- bouwd. Maar toen het all-in-one poten op de markt kwam, gingen ze weer over op ruggenteelt. Toen kwam er ook een loofklapper voor de rooier. De ro- tor is van Grimme, de rest bouwden ze zelf, inclusief een tandheugelsysteem om de klapper in transport boven op de rooier te leggen. Tussen de wielen ver- smalt het zeefgedeelte aanzienlijk, en dat bleek de
62 TREKKER JULI/AUGUSTUS 2020
reden dat de doorvalmat die ze hadden gekozen niet goed werkte. Die ging er weer uit, en is vervan- gen door een versmalde Multisep van Grimme. Loofophoping in de zeefmat was een probleem waar van alles aan is geprobeerd. Uiteindelijk ble- ken kloppers onder de retourzijde van de zeefmat de oplossing. Hoe simpel kan het zijn? Ook de aan- drijving van de rooier is al snel veranderd. Een mo- tor links en rechts op één aandrijfas werd een mo- tor links en rechts op gescheiden aandrijfassen.
Steeds beter De rooier is steeds verbeterd: vier jaar geleden kwam er ook opbrengstmeting op. Maar inmiddels rooide hij dik 1.000 hectare, en is alles weer tien jaar ouder. Is het tijd om aan een andere rooier te denken? Kant-en-klaar van de fabriek zijn inmid- dels mooie rooiers te koop … Die vraag stellen wij onszelf ook weleens, zeggen de broers, maar ei- genlijk rooien we nog steeds goed en goedkoop. Er zijn inmiddels rooiers die meer zeefcapaciteit hebben, maar op onze zandgrond missen we dat niet. Tijdens het lossen is de rooier stabieler dan ie- dere andere, en werken in hondengang vinden we nog steeds een plus. We kunnen nog rooien als de kipper niet meer kan rijden. We bekeken andere rooiers, maar fabrikanten keken ook naar onze rooier. Onze opvoerelevator heeft nadrukkelijk kenmerken van Ploeger. Die vonden dat geen pro- bleem, en waren ook nieuwsgierig naar de wer- king van onze constructie. En het viel ons op dat de knik in de bunkerklep om rijdend te lossen daarna ook bij andere fabrikanten is verschenen. Achteraf is het een mooi project geweest en we beleven er nog altijd plezier aan!
TEKST: MARTIN SMITS
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108 |
Page 109 |
Page 110 |
Page 111 |
Page 112 |
Page 113 |
Page 114 |
Page 115 |
Page 116 |
Page 117 |
Page 118 |
Page 119 |
Page 120 |
Page 121 |
Page 122 |
Page 123 |
Page 124