search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
De huidige alcoholversie van de Hurricane is sinds 2008 op de baan. In die tijd deden zich hoogtepunten voor, maar de laatste tijd ook vooral dieptepunten. Na veel experimenteren is de motor inmiddels goed, maar levert hij te veel vermogen voor de rest van de trekker. Reden voor het team om een compleet nieu- we trekker te bouwen. Wij namen een kijkje.


“W


e kwamen gewoon niet ver- der meer”, beginnen oude rot in vak Gerrit Esselink en zoon Tom het gesprek. De


mannen doelen op de tegenvallende resultaten van de afgelopen tijd.


De Hurricane kende een lange tijd van successen. En betrouwbaarheid. Het verhaal begint eind 1979. Gerrit reed met een Ford Major in een voor Nederland nieuwe klasse: de Superstandaard. De trekker beschikte over een viercilindermotor en was bij het lokale mechanisatiebedrijf gekocht voor 1.300 gulden. Het toenmalige team draaide een beetje aan de brandstofpomp en monteerden grotere banden. Een prijzig verhaal, ze kostten maar liefst 3.000 gulden! Tweeënhalf keer de trek- kerprijs!


De Hurricane was lang op de baan in de vorm van een Ford 9600. De trekker bleek bijzonder be- trouwbaar en behaalde menig kampioenschap. Hij hield zich lang staande in de klasse, waarin toen ook al veel methanoltrekkers reden. In 2006 ver- dween de Ford 9600 voorgoed en bijna twee jaar later kwam de Hurricane terug in een verschijning van een Fendt 936.


MAN-motor De overstap naar methanol bleek geen gemakke- lijke. “Elk foutje wordt keihard afgestraft. Dat pro- bleem heb je met diesel niet”, legt Gerrit uit. Bij een motor die op methanol draait, zorgt de brand- stof voor de koeling. Krijgt een cilinder geen brandstof, en dus geen koeling, dan is de kans op een gesmolten zuiger groot. Ook detonatie (het ontbranden van het mengsel vóór de zuiger op het bovenste, dode punt is) is een probleem. De techniek is echter relatief eenvoudig. Via eenvou- dige sproeiers komt de methanol in de verbran- dingskamer. Hoge inspuitdrukken, zoals bij een dieselmotor, zijn niet nodig.


Gerrit en Tom (r.) Esselink. In het team zitten verder Loes en Anjo Esselink, Bjorn Braakman, Luuk ten Broeke en Ronald Klein Geltink.


113 TREKKER JULI/AUGUSTUS 2020


Afgelopen jaren testte het team veel met de mo- tor. Met een zelfontwikkelde testopstelling onder- zochten ze wat er gebeurt bij het inspuiten van een hoeveelheid brandstof bij een bepaald toeren- tal. Dat gaf de mannen veel inzicht. Want metha- nol blijft een raar goedje, aldus Gerrit. Het hart van de nieuwe trekker blijft de huidige MAN-motor. Deze heeft een originele inhoud van 11,4 liter. Waar veel teams in de Superstock-klasse de cilinderinhoud vergroten, deden de mannen uit Laren juist het omgekeerde: ze brachten de in- houd terug naar de toegestane 10,5 liter. Hiervoor monteerden ze zelfgemaakte stalen bussen. Deze cilinderbussen wegen maar liefst 10 kilo. Per stuk! De techneuten kozen bewust voor het grote MAN-blok. Een kleinere Deutz-motor (ook door Fendt gebruikt, en dus toegestaan) was geen op- tie. “Het blok heeft echt veel body”, klinkt het vast- besloten.


Stalen drijfstangen De motor komt uit een Fendt 626. Een opvallende trekker met lange neus. Fendt bouwde ze van 1980 tot 1986. Origineel levert-ie 250 pk bij 2.200 toeren per minuut. De lange slag zorgt voor een taai karakter. Net als een aantal Deutz-moto- ren heeft dit type per cilinder een cilinderkop die voorzien is van zes bouten – maar later meer daar- over. In de zoektocht naar meer vermogen


TECHNISCHE GEGEVENS Merk en type


Gewicht Motor Turbo


Cilinderkop


Brandstof Toerental Verbruik


Vermogen


Fendt 936 3.500 kg


10,55 l MAN vier, in twee trappen


aluminium met boven- liggende nokkenas methanol 7.000


25 l per run 4.000 pk


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116  |  Page 117  |  Page 118  |  Page 119  |  Page 120  |  Page 121  |  Page 122  |  Page 123  |  Page 124