This page contains a Flash digital edition of a book.
BOSNIËVETERAAN IS SCHRIJVER EN DICHTER


‘De oorlog is naar mij toegekomen’


Amper een half jaar na zijn uitzending naar Bosnië in 1994 verliet Arnold Jansen op de Haar (53) het leger om zich volledig aan het schrijverschap te wijden. Maar in zijn proza en gedichten is de oorlog in Bosnië vaak tastbaar dichtbij.


Door: Anne Salomons Foto: privécollectie Arnold Jansen op de Haar


“I


ets wat mij bezighield, is fic- tie geworden”, vertelt Arnold Jansen op de Haar over zijn debuutroman De Koning van


Tuzla uit 1999. Hierin beschrijft hij de gevoelens en ervaringen van een compagniescommandant van de Alfa-Koningscompagnie van Dutch- bat 1 tijdens diens uitzending naar Bosnië. Dat de roman een sterk auto- biografisch karakter heeft, behoeft geen betoog; Jansen op de Haar was zelf beroepsofficier bij de Lucht- mobiele Brigade. “Bij de allereerste rode baretten”, voegt hij eraan toe, niet geheel zonder trots. In 1994, een jaar voor de val van Srebrenica, werd hij uitgezonden naar Bosnië, waar hij onder meer werd ingezet om het vliegveld in Tuzla te bewaken. “Ik wilde al eer- der het leger uit, de intellectuele uitdaging ontbrak. Maar Bosnië wilde ik gewoon nog meemaken, daar was ik immers voor opgeleid”, aldus Jansen op de Haar. “Het was een verschrikkelijke oorlog, maar voor mij toch een goede en leerzame ervaring.” Hij vertelt dat zijn vader, een verzetsman tijdens de Tweede Wereldoorlog, hem vroeger altijd op


14 december 2015


het hart drukte: ‘Er zijn goede en slechte mensen. In vredestijd merk je daar niets van, maar ten tijde van oorlog word je met de neus op de feiten gedrukt.’ Dat bleek in de Bos- nische oorlog niet anders.


Empathie Tuzla Airbase, waar de hulpgoede- ren voor Bosnië binnenkwamen, lag vol mijnen en werd regelmatig door Serviërs vanaf een heuvel bescho- ten. “Maar Deense tanks schoten gewoon terug”, herinnert Jansen op de Haar zich. Hij benadrukt: “Dat kon toen blijkbaar gewoon nog, een jaar voor Srebrenica.” Hoewel hij en zijn mannen een half jaar in ver- hoogde staat van paraatheid stonden en er iedere dag granaten in hun gebied ontploften, vielen er geen slachtoffers in zijn eenheid. Ver- schrikkelijke dingen hebben hij en zijn mannen echter wel meegemaakt en gezien. Vooral bij de burgerbevol- king, zoals burgers die door een gra- naat waren getroffen. Een patrouille van zijn eenheid hielp mee om de lichaamsdelen bij elkaar te zoeken. Het gedicht ‘Annus Horribilus’ uit de bundel Joegoslavisch requiem


Arnold Jansen op de Haar vervulde als militair meerdere functies bij het Garde- regiment Grenadiers, dat in 1992 onder- deel werd van de Luchtmobiele Brigade. In december 1993 maakte hij deel uit van de verkenningsgroep die in Bosnië de uitzending van Dutchbat voorbereidde en in maart 1994 werd hij als compag- niescommandant van de Alfa-Konings- compagnie van Dutchbat 1 uitgezonden naar Bosnië. In februari 1995 verliet hij de krijgsmacht om zich te wijden aan de literatuur. Zijn gedichten verschenen onder meer in Maatstaf, Het Liegend


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65