This page contains a Flash digital edition of a book.
‘TUNNELVEILIGHEID IS VEEL MEER DAN HET AFVINKEN VAN EEN CHECKLIST’


rende de eerste 30 minuten voldoende gelegenheid bestaat voor de verkeers- deelnemers zichzelf zo veel mogelijk in veiligheid te brengen en hulporganisa- ties op tijd ter plekke hun werk kunnen doen. “We weten nu in ieder geval hoe we het veiligheidsysteem gaan uitvoe- ren en verkeren nu in de fase waarin de ideeën verder worden uitgewerkt.”


Hittebestendigheid


Een ander veiligheidsaspect in het ver- lengde van het voorgaande, betreft de hittebestendigheid van de tunnel zelf. Bij het ontwerp van de Maastun- nel is daar in de dertiger jaren al reke- ning mee gehouden, onder meer door het aanbrengen van keramische tegels tegen het plafond. Bij proeven die on- langs door TNO zijn gehouden, bleken deze tegels een hitte van zo’n 1350 gra- den minstens een uur te kunnen verdra- gen. Dat is over het algemeen voldoen- de om iedereen in de tunnel in veiligheid te kunnen brengen. Een andere puz- zel waarmee men nu aan het worstelen is, is wat te doen als zich een extreme brand in de tunnel voordoet. De hitte- straling is dan zo hoog dat de ventilatie daar onmogelijk tegenop kan. “Normaal gesproken wordt zo’n brand geblust door de waterstraal laag, vlak onder het plafond langs, op de brandhaard te rich- ten. Maar het dak van de tunnel is rela- tief laag waardoor de brandweer dicht bij de bron moet zien te komen. Dat is vanwege de hitte vaak niet mogelijk. Op zo’n moment ziet de tunnelbeheer- der zich voor het moeilijke dilemma ge- plaatst hoe belangrijk de tunnel zelf is. De tunnel zelf zal niet bezwijken, maar de schade die er kan ontstaan, kan tot


De controlekamer was in 1942 ook al zeer modern en permanent bewaakt. Links de huidige controlekamer.


gevolg hebben dat de tunnel vele maan- den buiten gebruik moet worden ge- steld. Dat zou een ramp zijn voor Rot- terdam, dus ook dit facet moet worden meegewogen in het treffen van eventu- ele extra brandwerende voorzieningen. Ook hier manifesteert de complexiteit van het hele project zich overduidelijk”, aldus Van der Maas.


Innovatieve oplossingen Alle hierboven genoemde aspecten dekken nog maar gedeeltelijk alle vraag- stukken rond de aanpak van de Maas- tunnel af. Maar het onderzoek gaat voort en mogelijk dat de uiteindelijk te verkiezen aannemer ook nog andere in-


zichten kan inbrengen en met innova- tieve oplossingen komt om de tunnel- veiligheid van de Maastunnel zo goed mogelijk te kunnen garanderen. Intus- sen ziet het er wel naar uit dat de fi ets- en voetgangerstunnel gereed kunnen zijn voordat het buis-voor-buisproject van start gaat. Intern wordt er binnen Rotterdam voor gezorgd dat er gedu- rende de twee afsluitingsjaren geen an- dere grote werkzaamheden op de om- leidingsroutes plaatsvinden. Tenslotte wordt ook nog overleg gevoerd met Rijkswaterstaat om te voorkomen dat de geplande aanpak van de Briene- noordbrug en Beneluxtunnel niet sa- menvalt met die van de Maastunnel.


Nr.3 - 2014 OTAR O Nr.3 - 2014 TAR 13


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56