This page contains a Flash digital edition of a book.
Radar 2


‘De volgende stop is de locatie van Radar 2, deze is vlakbij het hotel waar we de komende overnachtingen hebben geboekt, maar voordat we daar zijn, zien we wandelaars en dagjesmensen die met elkaar een gezellige tijd hebben met een barbecue en muziek die uit een auto klinkt waarop gedanst wordt. Onze ogen zien 2014, onze gedachten zijn in 1995.’


Jeroen van der Ham bij het uitzichtspunt waar Radar 2 stond opgesteld.


gehaald, er waren geen douches en de wc was een stoel met een gat erin die boven een zelf gegraven gat op twee planken werd geplaatst. Boven- dien viel de eerste sneeuw al op 28 augustus, terwijl de negen waren uit- gerust met zomerkleding, korte broek en korte mouwen. “We kwamen aan met 34 graden en gingen weg met min 18”, herinnert Ambags zich. Toch omschrijft hij die periode als ‘op een bepaalde manier eigenlijk heel familiair’. “Je hebt zo’n diepe band. Ook daarvoor, in Nederland, ben je altijd samen geweest met maar 22 man. En altijd oefenen met z’n negenen of tienen. Wij konden het onderling waanzinnig goed vinden. Om heel eerlijk te zijn: het gebrek aan alles geeft ook een bepaalde


Ongeloof


‘Een van ons komt met een medewerker van het hotel in gesprek. Deze man vertelt dat hij uit Hadzici komt en in de oorlog zijn vader, oom en neef heeft verloren. (…) Hij vertelt dat zijn familie er in de jaren na de oorlog achter is gekomen welke Servische strijder hun familieleden had gefusilleerd. Om deze Serviër te laten verkla- ren waar dit is gebeurd, moest de familie 20.000 KM (ca. 10.000 euro) aan hem betalen. Om hun eigen familieleden een pas- sende begrafenis te geven. Dit verhaal sloeg bij onze groep in als een bom.’


48


saamhorigheid. Het is toch gedeelde smart. En we hadden geen referentie- kader, we hadden Busovaca of San- tici met een ontbijtzaal, een bioscoop en verwarming in de telefooncel nog nooit gezien.” Hijman: “We hadden een boogtent. En dat was het. Heel veel later werden dat prefabs, oude van de Pakistanen.”


Schuldgevoel


De twee veteranen beschrijven daar- naast de beklemmende sfeer op de berg. Hijman: “Wij zaten op een berg- punt en wisten niet waarvandaan we een eventuele aanval moesten verwachten. De locals konden van vrijwel alle kanten komen.” Ambags vult aan: “Je zag ze ook, zij wisten dat wij daar zaten. Op een paar hon- derd meter afstand gebeurden de meest gruwelijke dingen. Je hoorde ook van alles. Je zag locals met bus- sen rijden, geen idee wat daarin zat. En zij zagen ons. Wij waren met z’n negenen zo kwetsbaar.” Hijman benadrukt dat daarom de beveiliging door het Franse Vreemdelingenlegi- oen zo belangrijk was. “Wij hadden er alle vertrouwen in dat het goed kwam. Want één ding kan ik van het legioen wel zeggen: een topleger.” “Ja”, reageert Ambags, “die doen zaken.”


Dat ze allebei een posttraumatisch stress syndroom overhielden aan hun uitzending, heeft volgens hen niet per se met de spanning op Mount Igman en hun eigen kwets- bare positie te maken. “Ik denk niet dat dat voor mij de problemen heeft veroorzaakt”, zegt Ambags. “Ik wist


JULI-AUGUSTUS 2014


niet beter en dacht: als we eraan gaan, gaan we met z’n allen. Mijn wereld bestond toen, als 23-jarige, uit ons negenen.” Volgens Hijman zijn de problemen eerder het gevolg van de taakstelling die ze hadden. “Met die radar wijs je aan waar de vijand staat. Je weet: daar wordt op geschoten, dus in die zin lever je daar je bijdrage aan. En als je daar dan later over nadenkt, ja, dan zijn er wel dingen… Maar zeker na onze terugkeerreis weet ik zeker: het is heel goed geweest dat ik dit gedaan heb. Sarajevo is teruggegeven aan de mensen aan wie de stad toebehoort. En dat vind ik heel belangrijk.” Kijken hoe het er nu is. Dat was voor alle vijf veteranen de belangrijkste reden om terug te gaan naar de berg en zijn omgeving. “Voor mij was dat essentieel”, vertelt Ambags. “Ik wilde weten of ik het niet voor niks had gedaan. Ik heb heel veel last van schuldgevoel gehad. Waarom ik überhaupt daar was, dat ik met een gun heb rondgelopen en dat soort dingen. En nu heb ik wel gezien waarom. Het was heel prettig om terug te komen in Sarajevo, een stad waar iedereen heel erg zijn best doet om er wat van te maken. Eigenlijk willen ze het liever niet over de oor- log hebben, want dan worden ze teruggetrokken in het verleden. Ze willen niet stilstaan, ze willen door, ze willen er wat van maken.”


De drie kadertjes zijn fragmenten uit het reisverslag van de vijf veteranen. Ze gaven het de titel ‘De vogeltjes fluiten weer op Mount Igman’ omdat ze dat in 1995 niet deden en nu wel. Het volledige verslag is te lezen op http://www.veteraneninstituut.nl/ het-volledige-verslag.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66