Tekst: Roel Notten Beeld: De Beeldredaktie/Gwen Mustamu
‘Ik heb nooit doping nodig gehad’
weleens na een blessure: ik voel me re- delijk, laat ik maar weer eens beginnen, maar dan kwam de man met de hamer via de achterdeur toch binnen. Uiteinde- lijk is de sporter de enige die zijn eigen lichaam kan voelen, een arts kan alleen maar adviseren. De afgelopen jaren heb ik de medische
zorg voor toptennissers steeds verder zien professionaliseren. Als je nu de kleedkamer van een grandslamtoer- nooi binnenloopt, weet je niet wat je ziet: van elektrostimulatie- en shock wave-apparatuur tot zelfs MRI-scans. Als speler en verslaggever heb ik nooit
iets gehoord over doping. Ik durf niet te beweren dat de tennissport 100 procent schoon is, dat zou naïef zijn, maar tennis is wel een relatief schone sport. Omdat je goed moet zijn in zo veel verschillende elementen, is het kleine stukje voordeel van doping heel beperkt. Ik heb zelf jaren gekend waarin ik wel 160 wedstrij- den per jaar speelde. Toch heb ik nooit doping nodig gehad. Er is mij ook nooit iets aangeboden. De onderlinge sfeer in het tenniscircuit
is wel veranderd. Het is nu meer ieder voor zich. Er is ook een verschil tussen mannen en vrouwen: bij de mannen is het echt leuk: een knetterharde, maar geweldige profwereld. Knetterhard in die zin dat je ’s avonds samen een biertje drinkt en de volgende dag op de baan – figuurlijk – elkaars hersenen inslaat. Bij vrouwen is dat anders, daar is meer haat en nijd. Als ze een keer van iemand ver- loren hebben, willen ze niet op dezelfde baan inspelen. Dat is een heel andere wereld. Zelf heb ik alles wat ik als tennis- ser meemaakte als een leerproces gezien. Met de acceptatie en het besef dat ik hulp
moet inschakelen voor dingen die ik zelf niet kan. Ik heb altijd mensen om mij heen verzameld die mij konden steunen in de dingen waar ik minder goed in was. Vanuit vertrouwen. En dat is wel het allermoeilijkste. Ik ben heel naïef-positief en heb een aantal keren flink mijn hoofd gestoten. Desondanks is mijn grondhou- ding niet veranderd. Want die heeft me altijd gebracht tot wie ik ben, met alles. Ik probeer, soms tegen beter weten in, van het goede van mensen uit te gaan.
lichaam is in die zin een mooie spiegel. Op congressen kom ik vaak in gesprek
met medici. De essentie van topsport en de gezondheidszorg is hetzelfde: in beide werelden geldt geen 9 tot 5-mentaliteit, er werken intrinsiek gedreven mensen die gek zijn van hun vak, die werken op de meest vreemde tijdstippen en dit moeten rijmen met hun privéleven. En net als toptennissers is hun werk nooit goed genoeg. Maar de zorg kan ook nog wat van de topsport leren. Als toptennis-
‘Tevredenheid is een woord dat niet in mijn vocabulaire voorkomt’
Ik zou alles zo weer overdoen. Ik be- schouw niets als vanzelfsprekend en heb elke dag weer de intentie om er het beste van te maken. Ik heb al 6000 keer het verhaal verteld hoe je een volley speelt. Maar elke keer merk ik dat het ik nog beter kan uitleggen. Tevredenheid is een woord dat niet in mijn vocabulaire voorkomt. Dat ontneemt je het initiatief om dingen steeds beter te doen. Als mens, als vader en als echtgenoot. Dat is mijn levenshouding. Een paar jaar geleden ben ik flink gewaarschuwd toen ik geveld werd door een auto-immuunziekte. Ik verloor tijdelijk nagenoeg alle controle over de spieren in mijn benen en handen en zelfs in mijn gezicht. Voor mij een duidelijk teken dat ik op mijn tellen moet passen en meer tijd aan mijn gezond- heid en mijn gezin moet besteden. Het
ser evalueer je elke wedstrijd samen met je coach: wat ging goed, wat kan beter. Dat is een groot verschil met de zorg. Je ziet maatschappen twijfelen over inves- teringen die ze eigenlijk gewoon moeten doen. De maatschappij individualiseert en de zorg moet daarin mee. Je moet patiënten proactief benaderen. Het zou naïef zijn om te denken: ik wacht wel tot de patiënt bij mij komt. Dan weet je dat je de boot gaat missen.”
Exclusief voor VvAA leden organiseert Jacco Eltingh een tennisclinic. Zie pagina 113.
VvAA leden kunnen met korting naar de AFAS Tennis Classics 2013 in Apeldoorn van 28 novem- ber t/m 1 december. Zie
vvaa.nl/ledenvoordeel.
ArtsenAuto juli/augustus 2013
” 053
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108 |
Page 109 |
Page 110 |
Page 111 |
Page 112 |
Page 113 |
Page 114 |
Page 115 |
Page 116 |
Page 117 |
Page 118 |
Page 119 |
Page 120 |
Page 121 |
Page 122 |
Page 123 |
Page 124 |
Page 125 |
Page 126 |
Page 127 |
Page 128 |
Page 129 |
Page 130 |
Page 131 |
Page 132