Tekst: Rinke van den Brink Beeld: Corbis
en van infectiepreventie een speerpunt gemaakt. In het voorjaar van 2013 is de Inspectie begonnen met onverwachte inspectiebezoeken aan 25 ziekenhuizen om het infectiepreventiebeleid tegen het licht te houden. Het menselijk gebruik van antibiotica
speelt de hoofdrol bij het ontstaan van antibioticaresistentie, maar de bijdrage van veterinair gebruik is ook aanzien- lijk. Zo goed als Nederland het, zeker in vergelijking met andere landen, in de humane geneeskunde doet, zo slecht gaat het in de veterinaire sector. Daar is Nederland een van de grootverbruikers, al verandert dat de laatste drie jaar. Volgens de branchecijfers is het anti- bioticagebruik sinds 2009 gehalveerd. Maar het is nog steeds relatief hoog. Bovendien is er een illegaal circuit van onbekende omvang. Vaststaat dat het in de pluimveesector groot is. In 2011 legden de opsporingsdiensten beslag op een partij van 3500 kilo illegale anti- biotica voor die sector, 10 procent van het totale legale gebruik. In de zomer van 2012 nam de Nederlandse Voedsel-
Er zijn varkens- boeren en pluim- veehouders die ’t (vrijwel) zonder antibiotica doen
en Warenautoriteit nog eens een partij van 1000 kilo in beslag, ook bestemd voor de pluimveesector. Bijna alle kip die in de Nederlandse
winkels te koop is, bevat ESBL-vormende bacteriën. Een op de vijf van deze bacte- riën die bij mensen wordt aangetroffen, is identiek aan die bij kippen. Bijna nog eens zoveel menselijke ESBL-vormende bacteriën vertonen grote genetische overeenkomst met die bij kippen. In
de veesector lopen intussen allerlei ex- perimenten om het met minder anti- biotica te doen. Er zijn varkensboeren en pluimveehouders die het (vrijwel) zonder antibiotica doen. Anderen gebruiken nog steeds veel meer dan gemiddeld en worden nu aangepakt door de Stichting Diergeneesmiddelen Autoriteit.
Hygiënevoorschriften Behalve het terugdringen van het anti- bioticagebruik, is hygiëne eigenlijk de enige andere manier om iets wezenlijks te doen tegen de toename van antibio- ticaresistentie. Geen sieraden dragen, horloges af en, vooral, goed schoonma- ken en handen wassen. De schoonmaak is in zorginstellingen al jaren een sluit- post. Op het gebied van de handhygiëne is er een wereld te winnen. Volgens onderzoek van Vicki Erasmus uit 2012 wassen Nederlandse artsen en verpleeg- kundigen hun handen slechts in een op de vijf gevallen dat het zou moeten. In verpleeghuizen staat de hygiëne al even- zeer onder druk. Tegelijk is juist met het naleven van de hygiënevoorschriften relatief gemakkelijk winst te behalen. Gezondheidswetenschapper Agnes
van den Hoogen liet met haar promotie- onderzoek in 2009 zien dat scholing en training over handhygiëne helpen. Ze gaf les aan haar collega’s op de neonatale intensive care van het UMC Utrecht en informeerde hen over het aantal zieken- huisinfecties. Verder hing ze op promi- nente plekken posters op over het belang van handhygiëne en plaatste een filmpje op het bureaublad van alle computers. Die aanpak leidde tot naleving van de handhygiëneregels in 50 procent van de gevallen tegen 23 procent eerst. Nog al- tijd veel te weinig, maar toch fikse winst. Het gros van de Nederlandse ziekenhui- zen kan er in elk geval niet aan tippen.
Rinke van den Brink, redacteur gezondheids- zorg bij de NOS, publiceerde onlangs Het einde van de antibiotica, hoe bacteriën winnen van een wondermiddel, Uitgeverij De Geus, € 24,50; e-book € 19,99.
ArtsenAuto juli/augustus 2013 047
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108 |
Page 109 |
Page 110 |
Page 111 |
Page 112 |
Page 113 |
Page 114 |
Page 115 |
Page 116 |
Page 117 |
Page 118 |
Page 119 |
Page 120 |
Page 121 |
Page 122 |
Page 123 |
Page 124 |
Page 125 |
Page 126 |
Page 127 |
Page 128 |
Page 129 |
Page 130 |
Page 131 |
Page 132