Beeld: De Beeldredaktie/Dingena Mol; William Koopman
Discussieer mee
www.artsenauto.nl
Annemarie Smilde is seniorspecialist Recht in gezondheidszorg bij VvAA.
opzeggen van de behandelrela- tie, in plaats van in een profes- sionele oplossing. Het juridische antwoord op de vraag of dat is toegestaan, kunt u hiernaast lezen. Mij lijkt dat het in geen geval een ‘gewichtige’ reden is, in de zin van de WGBO, om een behandelrelatie op te zeggen om dezelfde reden als waarom ze is aangegaan of vanwege nega- tieve overdracht. En is het niet ook een moreel probleem dat de therapeut er niet in slaagt om het probleem professioneel op te lossen en dan de behandel- relatie wil verbreken? Heeft ze andere opties onderzocht? Met hulp van inter- of supervisie zou dat toch moeten lukken. Moreel en professioneel
gesproken blijft de psychothe- rapeut weinig anders over dan toch te proberen deze cliënt te helpen andere patronen te ont- wikkelen. Overleg met en advies van collega’s is daarbij nodig, ook in het belang van de psy- chotherapeut zelf. Ze zal immers nog wel vaker met dit verschijn- sel geconfronteerd worden. Misschien heb ik het mis; in
een enkel geval kan er sprake zijn van een gerechtvaardigde capitulatie voor negatieve over- dracht. Dan is er wellicht iets heel specifi eks aan de hand. Uit deze casusbeschrijving kan ik echter niet afl eiden dat dat het geval is.
E
en zorgverlener ver- breekt niet zomaar een behandelrelatie. Vaak
spelen er emoties mee die een afgewogen beslissing in de weg staan. Zoals ik zal toelichten, heeft een zorgverlener dan meer aan een overleg met een collega dan aan regelgeving. De psychotherapeut mag
volgens de WGBO de behan- delingsovereenkomst alleen opzeggen als er sprake is van gewichtige redenen. De Beroepscode voor psychothera- peuten geeft een niet-limitatieve opsomming van gevallen die een gewichtige reden kunnen opleveren. Een van deze geval- len zou hier aan de orde kunnen zijn: ‘de psychotherapeut heeft goede redenen om te verwach- ten dat voortzetting van de be- handeling niet zal leiden tot een verdere verbetering of handha- ving van het functioneren van de cliënt’. Het is niet duidelijk of de psychotherapeut in de gegeven omstandigheden, waaronder de suïcidale gedachten van haar cliënt, nog meer moet doen om de ontstane impasse te door- breken. Hoe dan ook, vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid is aan te bevelen dat zij deze casus met een collega of in een intervisiegroep bespreekt. Als de psychotherapeut
uiteindelijk toch besluit de be- handelrelatie stop te zetten, dan moet zij volgens de Beroeps- code deze beslissing in voor de cliënt begrijpelijke termen
motiveren, haar advies geven over wat het beste gedaan kan worden en/of aanbieden voor een adequate verwijzing zorg te dragen. Maar wat als haar cliënt daarna nog steeds suïcidale gedachten blijkt te hebben en geen hulp van een ander aan- vaardt? De richtlijn voor artsen is op dit punt duidelijker dan de Beroepscode: artsen moeten een patiënt van noodzakelijke zorg (laten) voorzien totdat er een opvolgend arts is gevonden. Dit sluit ook aan bij de zorgplicht van zorgprofessionals bij patiën- ten met suïcidale gedachten, zoals beschreven in de Multi- disciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag. Hier lijkt nadere diagnostiek
door een psychiater aangewe- zen. Desnoods zonder toestem- ming van cliënt, mits aan alle in de Beroepscode gestelde ver- eisten voor het doorbreken van het beroepsgeheim is voldaan. De psychotherapeut doet er
verstandig aan pas op te zeg- gen, nadat de suïcidaliteit van haar cliënt is beoordeeld en zij van eventueel noodzakelijke zorg is voorzien. In elk geval mag zij niet aannemen dat een beëindiging van de behandel- relatie haar in dit geval van haar zorg voor cliënt ontslaat. Zoals ik al zei is dit een dilem-
ma waarvoor de psychothera- peut beter hulp kan zoeken bij een collega dan bij een jurist.
ArtsenAuto juli/augustus 2013
045
Jurist Annemarie Smilde
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108 |
Page 109 |
Page 110 |
Page 111 |
Page 112 |
Page 113 |
Page 114 |
Page 115 |
Page 116 |
Page 117 |
Page 118 |
Page 119 |
Page 120 |
Page 121 |
Page 122 |
Page 123 |
Page 124 |
Page 125 |
Page 126 |
Page 127 |
Page 128 |
Page 129 |
Page 130 |
Page 131 |
Page 132