search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Samenwerken


‘Topprioriteit is dat zorgaanbieders weer over de kwaliteit gaan, en niet de zorgverzekeraars’


zien we dat zorgaanbieders transparanter wor- den over hun behandelingen en resultaten. Ook zorgverzekeraars zijn transparanter geworden en bieden verzekerden verschillende keuzes. Hierdoor kunnen consumenten een betere keuze maken tussen zorgaanbieders en tussen verzekeraars.”


Samenwerken


of kartelvorming? De Mededingingswet (MW) verbiedt alle vor- men van samenwerking of afspraken die bedoeld zijn om de concurrentie te beperken. Het is al vol- doende als zorgverleners de bedoeling hebben rekening te houden met elkaars economische be- langen. De MW geldt voor alle zorgverleners die ondernemer zijn. De wet beperkt de speelruimte van zorgprofessionals, maar maakt samenwer- king niet onmogelijk. Zie artsenauto.nl/eendracht voor wat is toegestaan.


020 juli/augustus 2013 ArtsenAuto


Wind wijst op het ontstaan van samenwer- kingsprojecten tussen verzekeraars, aanbieders en patiënten. “Ik noem het Radboud zieken- huis, dat met patiëntenorganisaties bezig is in kaart te brengen waar je met welke klacht het beste terechtkunt.” Tegelijk stelt ze dat verdere samenwerking onvermijdelijk is om het stelsel betaalbaar te houden. De NPCF pleit ervoor om huisartsen en ziekenhuizen samen één bud- get te geven. “Dan dwingen we hen om samen afspraken te maken over wie wat doet. Nu zie je dat ze elkaar nog weleens tegenwerken omdat ze allebei voor hun eigen budget strijden.” Wind wil ook meer samenwerking op wijk- niveau. “Huisarts, fysiotherapeut en thuishulp kunnen hun zorg nog veel beter afstemmen. Hierdoor hoeven mensen minder snel naar het ziekenhuis. Van groot belang is dat de fi nanciële prikkels de strategische doelstelling ondersteu- nen. Nu werken ze soms averechts. Dat helpt niemand verder.”


Toekomstvisie Ook Diana Monissen, voorzitter van de raad van bestuur van De Friesland Zorgverzekeraar, meent dat er geen sprake is van verstoorde machtsverhoudingen. Dat inmiddels 7,5 procent van de verzekerden jaarlijks overstapt, getuigt volgens Monissen van een volwassen markt met volwassen verhoudingen. Tegelijkertijd klagen zorgaanbieders – tijdens het zorgdebat verwoordde een apotheker deze klacht – dat ze medio december een contract op de mat vinden dat twee weken later ondertekend terug moet zijn bij de verzekeraar. Daar valt niet over te onderhandelen. Zijn dat volwassen verhoudin- gen? Monissen: “Ik kan alleen voor De Friesland spreken, maar wij herkennen ons niet in deze klacht. Het kan zo zijn dat er medio december een contract op de mat valt. Maar daar is vanaf


de zomer over gepraat met zorgaanbieders. Natuurlijk luisteren wij naar hun wensen en kan iedereen input leveren!” En van die mogelijkheid maken veel zorgaan-


bieders ook gebruik. “Het kost veel energie maar in Friesland lukt het ons om met zorgaanbieders en patiënten/consumenten om de tafel te zitten. Ik ben bijvoorbeeld trots op onze Toekomst- visie Ouderenzorg. Hierin hebben alle drie de partijen hun beeld van de zorg aan ouderen in het jaar 2020 vastgelegd. Dit is dus een lange- termijnvisie op basis waarvan wij als zorgverze- keraar ons beleid bepalen.” Monissen hoopt dat zorgaanbieders zich in de toekomst meer per keten gaan organiseren in plaats van per kolom. “De patiënt heeft met een keten van zorgaanbie- ders te maken. Die gaat van de huisarts naar de apotheek naar de fysiotherapeut en eventueel naar het ziekenhuis. In die keten kan nog veel worden verbeterd op het gebied van informatie- voorziening en effi ciëntie.”


‘Zorgverleners Nederland’ Toch blijven veel zorgaanbieders van mening dat zij te weinig invloed hebben op het beleid van zorgverzekeraars. Ze voelen zich niet ge- hoord door de grote zorgverzekeraars en beleids- makers. Volgens tandarts Jorinde Oostenbroek- Bisschop is het hard nodig dat zorgprofessionals de handen ineenslaan en een soort ‘Zorgverle- ners Nederland’ oprichten. Met name om de regie over de kwaliteit weer in eigen hand te krijgen. “Tegenwoordig proberen zorgverzekeraars te bepalen wat kwalitatief goede zorg is. Maar daar hebben ze onvoldoende verstand van.” Van oudsher is er een scheiding tussen de


beroepsorganisaties in de zorg, constateert Oostenbroek-Bisschop. “Dat is op zich logisch. Maar op een aantal hoofdpunten zouden we beter onderling kunnen samenwerken. Bijvoor- beeld als het gaat om kwaliteitscontrole en de inrichting van het stelsel. De zorgverlener weet als geen ander waar de belangen van de patiënt liggen, zij hebben immers direct contact en weten van de hoed en de rand. Het is vreemd dat hier zo slecht naar geluisterd wordt door verzekeraar en beleidsmaker. Door één front te vormen kunnen we krachtiger onderhandelen met NZa en zorgverzekeraars. Topprioriteit is dat zorgaanbieders weer over de kwaliteit gaan, en niet de zorgverzekeraars. Het verwijt dat de slager niet zijn eigen vlees kan keuren, snijdt geen hout. Het is nog altijd beter dat de slager het vlees keurt, dan de schilder.” Want dat is wat er volgens Oostenbroek-Bisschop nu gebeurt. <


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116  |  Page 117  |  Page 118  |  Page 119  |  Page 120  |  Page 121  |  Page 122  |  Page 123  |  Page 124  |  Page 125  |  Page 126  |  Page 127  |  Page 128  |  Page 129  |  Page 130  |  Page 131  |  Page 132