Gezondheid
V Antibioticagebruik
onder de loep
De toename van het aantal resistente bacteriën verplicht zorg- verleners alles te doen om het antibioticagebruik te veranderen. Antibioticateams in alle ziekenhuizen zijn een eerste stap. Maar ook op het gebied van handhygiëne is een wereld te winnen.
ier Zwitserse wetenschappers publiceerden onlangs onder- zoeksresultaten om somber van te worden. Een op de drie
watermonsters die ze uit Zwitserse meren en rivieren namen, bevatte bacteriën die door de aanmaak van het enzym ESBL ongevoelig zijn voor veel antibiotica, ook wel ESBL-vormende bacteriën genoemd. Een infectie door zo’n bacterie kan alleen nog behandeld worden met carbapenems, een groep krachtige antibiotica met wei- nig bijwerkingen. In één watermonster vonden de Zwitsers zelfs een bacterie die daar al resistent tegen was. Het RIVM deed eind 2011 onderzoek
naar antibioticaresistente bacteriën die in de Maas, de Rijn en de Nieuwe Maas voorkomen. Van de gangbare darm- bacteriën die werden gevonden, bleek eenderde tot de helft resistent voor één of meer antibiotica. Onderzoekers van de universiteiten van Newcastle en Wageningen schreven in januari 2010 al over de sterke toename in de bodem van genen die bacteriën ongevoelig maken voor veel antibiotica. Twee van die resistentiegenen kwamen in 2008 vijftien keer zo vaak voor in bodemmon- sters, die door de jaren heen op dezelfde locaties zijn genomen, als in 1940. Op het symposium Antibiotic resistance; an ecological perspective op 5 maart van
046 juli/augustus 2013 ArtsenAuto
dit jaar presenteerde VUmc-onderzoeker Ascelijn Reuland de resultaten van drie studies. Van de Amsterdammers die met buikpijnklachten bij de huisarts kwa- men, bleek ruim 10 procent bacteriën met ESBL’s bij zich te hebben. Reuland deed ook een onderzoek onder gezonde Amsterdammers. Van hen had 8,5 pro- cent van deze multiresistente bacteriën in zijn of haar darmen. Verder bekeek Reuland 119 monsters van rauwe groen- ten. Daarvan bleek 6 procent besmet.
Stijging Nog een paar cijfers om de omvang van het probleem te schetsen. Tot 2008 werden in Nederland geen bacteriën aangetoond die ongevoelig zijn voor carbapenems. De eerste twee gevallen dateren uit 2008. In 2009 kwamen er acht bij. Vijf patiënten raakten op de ic van een Grieks ziekenhuis besmet, drie tijdens een reis door India. In 2010 werd in Nederland een tiental bacteriën bevestigd die resistent waren voor car- bapenems. In 2011 turfde het RIVM er 36 en in 2012 waren het er 58. De uit- braak in het Maasstad Ziekenhuis in 2010 en 2011 is buiten beschouwing ge- laten. In absolute zin gaat het om kleine aantallen, maar de stijging is sterk. Alle antibioticagebruik draagt bij aan de toename van resistentie. Het is dus
cruciaal om antibiotica alleen in te zetten als ze echt nodig zijn en dan zo gericht mogelijk. Dat gebeurt lang niet altijd. Ina Willemsen, deskundige infectiepreven- tie in het Amphia Ziekenhuis in Breda, promoveerde in 2010 op een onderzoek naar de verbetering van het antibiotica- gebruik in ziekenhuizen. Dagelijks krijgt een op de drie patiënten in Nederlandse ziekenhuizen antibiotica. In 5 procent van de gevallen krijgen ze die onterecht voorgeschreven. Belangrijk is om meteen het juiste middel voor te schrijven. En dat gebeurt lang niet altijd.
Diagnostiek Op het grote Europese microbiologen- congres ECCMID 2012 in Londen wer- den resultaten gepresenteerd van de REACH-studie, een onderzoek in bijna 130 ziekenhuizen in tien Europese landen naar de kwaliteit van het empirische anti- bioticabeleid. Bij ruim eenderde van alle patiënten met een buiten het ziekenhuis opgelopen longontsteking voldoet het gekozen antibioticum niet. Bij huid- en wekedeleninfecties geldt dat zelfs in bijna de helft van alle gevallen (in Nederland bij 33 procent). Een antibioticum dat niet effectief is tegen de infectie die het moet bestrijden, draagt wel bij aan het ontstaan van antibioticaresistentie. Juiste diagnostiek speelt dus een cruciale rol. De Stichting Werkgroep Antibiotica-
beleid wil daarom dat alle ziekenhui- zen in Nederland een antibioticateam opzetten dat beleid moet vormgeven én moet zorgen dat behandelende artsen zich eraan houden. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft die wens over- genomen in een advies aan de minister
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108 |
Page 109 |
Page 110 |
Page 111 |
Page 112 |
Page 113 |
Page 114 |
Page 115 |
Page 116 |
Page 117 |
Page 118 |
Page 119 |
Page 120 |
Page 121 |
Page 122 |
Page 123 |
Page 124 |
Page 125 |
Page 126 |
Page 127 |
Page 128 |
Page 129 |
Page 130 |
Page 131 |
Page 132