search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Reacties


Reacties op artikelen in Arts en Auto of op de website zijn welkom. De redactie behoudt zich het recht voor brieven te weigeren of brieven langer dan 150 woorden in te korten. U kunt uw brieven sturen naar: Redactie Arts en Auto, Postbus 8153, 3503 RD Utrecht of e-mail: brieven@artsenauto.nl


vooral omdat het zinvol is. Denk aan intercollegiaal overleg, overname van patiënten bij afwezigheid en zo verder. Wanneer de fysiotherapeut leert om het EPD voor zich te laten werken, zal deze ook de relevantie ervan gaan inzien. Collegae die zich geconfronteerd


Administratiedruk Onder de kop Fysiotherapeut is adminis- tratiedruk zat, verscheen in Arts en Auto nummer 11 een artikel waarin de gevolgen van administratiedruk voor fysiotherapeu- ten vanuit verschillende invalshoeken werd beschreven.


Ondernemen


Fysiotherapeut is administratieplicht zat


De ondernemende fysiotherapeut die zijn boterhamwil verdienen, ervaart een te hoge administratieve lastendruk. Omgerekend in tijd zijn dat twee van de twaalf behandelingen. Hetmanifest Alarmfase rood, fysiotherapie in nood probeert hierin verandering te brengen.


M


aak een zorgondernemer ’s nachtswakkermet de vraag:wat is je grootste ergernis?, en het antwoord


zal luiden: de enorme hoeveelheid admi- nistratie. In de fysiotherapie is het nu genoeg.Met hetmanifest Alarmfase rood, fysiotherapie in nood slaan praktijkhouders alarmover de toenemende regelswaar- aan hun praktijkvoeringmoet voldoen. Hetmanifest spreekt van een doorgescho- ten administratieplicht. Zorgverzekeraars zouden een zeer gedetailleerde verslagleg- ging eisen,waardoor de fysiotherapeut onder dreiging van een beheersaudit tot administrateur verwordt. De administratieplicht belemmert in


het uitoefenen van het eigenlijkewerk, waardoor – zo stelt hetmanifest – de zorgkwaliteit én de fysiotherapeut zwaar onder druk staan.Hetmanifestwil het statementmaken dat niet de zorgverzeke- raar,maar de fysiotherapeut bepaaltwat onder kwaliteitwordt verstaan.


Disproportioneel JanDiet Berendsen, praktijkhouder in Breskens (Zeeuws-Vlaanderen) en tevens bestuurslid van VvAA, beaamt dat de invloed van de zorgverzekeraar dispro- portioneel groot is geworden. “De belan- gen van de zorgverzekeraar aan de ene kant en de fysiotherapeut aan de andere kant lopen veel te veel uiteen: de prak- tijkhouder richt zich op het leveren van goede zorg enwil daar een boterhammee verdienen, terwijl een zorgverzekeraar zich richt op het aantrekken van zo veel mogelijk verzekerden door lage premies


034 november 2012 ArtsenAuto


Tekst: Roel Notten Beeld: ANP


Column


worden de digitale samenwerking en afstemming tussen beroepsgroe- pen er niet beter op.” Als reactie op hetmanifest


Alarmfase rood, fysiotherapie in nood stelde PvdA-Kamerlid Kuiken eind augustus Kamervragen aanminis- ter Schippers van VWS. Schippers gaf aan het belangrijk te vinden dat verzekeraars en fysiotherapeuten met elkaar contractuele afspraken maken over het zo laagmogelijk houden van de administratieve lasten. Volgens Berendsen is dit wishful thinking: “Praktijkhouders willenwel,maar zolang de belangen van de zorgverzekeraar en de fysio- therapeut zo uiteenlopen, komen we niet dichter tot elkaar.”


Overadministreren Fysiotherapiekoepel KNGF herkent de problematiek van de adminis- tratieve lastendruk. “Omkwaliteit van de fysiotherapie inzichtelijk temaken, is het nodig omzaken te registreren en temeten, zegt KNGF-woordvoerderDaniëlle Elings. “Maarwatwemoeten voorkomen is datwe daarin te ver gaan. Een groot deel van de administratieve belasting komt voort uitwettelijke bepalingen.Dat is een gegeven en dat geldt voor de hele zorgsector.” Volgens KNGF zou het deel van de


en dus zominmogelijk kosten.Dat bijt elkaar.” Toch is Berendsen realistisch genoeg omte beseffen dat de regierol van de zorgverzekeraar een voldongen feit is waar een ondernemende fysiotherapeut mee te dealen heeft, immers de zorgver- zekeraar heeft van deminister die rol gekregen en gaat zich ook als zodanig gedragen. “Het gaat omredelijkheid. Een verzekeraar die ontevreden is over de aangeleverde behandel- en declaratie- gegevens, gaat vaak rücksichtslos tekeer en staat in eenmumvan tijd voor de deur omeen beheersaudit uit te voeren, waarbij uitgebreidwordt gegrasduind in de patiëntendossiers.Dat kan toch niet de bedoeling zijn?” Berendsen ziet een beter alternatief dan sancties. “Voor het


handhaven en verder ontwikkelen van kwalitatief goede zorg is stimuleren een betere insteek dan sanctioneren.” Een van de oorzaken die het voeren


van een efficiënte administratie bemoei- lijken, is dat ermeerdere elektronische patiëntendossiers (epd’s) circuleren. Een fysiotherapeut gebruikt voor de registra- tie van patiëntgegevens een ander sys- teemdan de huisarts en onderling blijkt het vaak lastig omdeze verschillende systemen te koppelen. Volgens Berendsen hebben de koepels van de verschillende beroepsgroepen ook een stevige vinger in de pap: “De koepels leggen voor hun spe- cifieke beroepsgroep regels opwaar hun epd aanmoet voldoen.Maar als iedereen voor zichzelf specifieke regelsmaakt,


lasten dat te maken heeft met regel- geving vanuit de zorgverzekeraar én het deel dat toebehoort aan de eigen organisatie tot een minimum moetenworden beperkt. Omdit te bespoedigenmaakte de fysio- therapiekoepel nieuwe afspraken met de zorgverzekeraars Achmea, Menzis en CZ over de beheersaudits voor 2012. Elings: “Daarnaast heeft het KNGF zijn eigen richtlijnen voor verslaglegging vereenvoudigd, omdat deze in eerste instantie te uitgebreid waren. Voor de toekomst pleiten wij voor een landelijk kwaliteitssysteem met uniforme kwaliteitscriteria om‘overadminis- treren’ te voorkomen en streven we naar een kwaliteitsmeetsysteem waarbij de nadrukmeer op de


uitkomst van zorg ligt dan op de verslaglegging.” ZorgverzekeraarsNederland laat


bijmonde vanWouter Kniestweten dat de zorgverzekeraars er veel aan gelegen is omde administratieve las- ten tot het hoogstnoodzakelijke te beperken. Kniest: “Maar zorgverze- keraars hebbenwel gegevens nodig, niet alleenmet het oog op de zorgin- koop,maar ook omingediende reke- ningen te kunnen beoordelen.Om op kwaliteit te contracteren, dus om voor de verzekerden een goede keus te kunnenmaken,moet zorg trans- parant en inzichtelijk zijn.Dat geldt voor vakinhoudelijke kwaliteit, doelmatigheid en klantervaringen. Selectieve zorginkoop is niet gericht op het beperken van keuzevrijheid van verzekerden,maar juist op het waarborgen van goede zorg tegen een verantwoorde prijs ten behoeve van de verzekerden.”


Communiceren Hoewel er veel is aan temerken op het beleid van de zorgverzekeraars, is VvAA bestuurslid JanDiet Berend- sen vanmening dat ook fysiothe- rapeuten zelf een rol spelen in het terugdringen van administratieve lasten. “Zorg er als praktijkhouder voor dat jemet kwalitatief goede epd’s en declaratiesystemenwerkt. En blijf duidelijk communiceren met de patiënt. Dat voorkomt dat dingen dubbelmoetenworden uit- gelegd. Patiëntenweten niet altijd of hun behandelingenwel of niet door de verzekering gedektworden, voor hen is de polis een verwarrende brij van gegevens”, aldus Berendsen.


Pieter Ramler is trainer/coach bij VvAA opleidingen & teamcoaching.


Spelregels


Het blijft bij veel maatschappen en vakgroepen een terugkerend punt bij de dagelijkse organisatie van de werkzaamheden: bij wie ligt nu eigenlijk de regie? Een maatschap is nu eenmaal een ‘platte’ organisatie waar- bij niemand de formele baas is. Het gaat goed zolang ieder zijn verantwoordelijkheden kent en neemt, maar de samenwerking kan snel onder druk komen te staan wanneer één van dematen bewust of onbewust steken laat vallen. Hoe pakt u dat aan en wie geeft u het recht omde betreffende collega aan te spreken? De kunst is omhet minder goed functioneren van


collega’s voor te zijn. Dat kan door een heldere taak- verdeling met bijbehorende ‘spelregels’ af te spreken: • Zorg voor een heldere beschrijving van de verant- woordelijkheden en bevoegdheden per portefeuille, zowel voormedische als organisatorische taken. • Verdeel de portefeuilles, rekening houdend met ieders functie, capaciteiten, rol in het teamen interesses.


Het gaat goed zolang ieder zijn verantwoordelijkheden neemt


• Zorg dat de tijdbelasting ongeveer evenredig verdeeld is of kom, wanneer dit niet goed mogelijk is, een com- pensatie overeen. • Bemoei u niet te veel met andermans portefeuille, geef elkaar de ruimte omde uitvoering op de eigen manier in te vullen. • Rapporteer aan elkaar. Daarnaast is het belangrijk het functioneren van


VvAA Heeft u als praktijkhouder fysiothera- pie behoefte aan ondersteuning in de besprekingenmet de zorgverzekeraar? VvAA staat u graag terzijde, via 030 247 47 89 of ledenservice@vvaa.nl.


iedere collega met regelmaat te bespreken, zowel medisch-inhoudelijk als organisatorisch. Inmiddels is in verschillende ziekenhuizen het Individueel Functioneren Medisch Specialisten (IFMS) ingevoerd,maar dat vindt hoogstens één keer per jaar plaats en is redelijk vrij- blijvend. Maatschappen doen er daarom goed aan om hun eigen ‘personeelsbeleid’ in te stellen: een systeem waarbij onderling functioneringsgesprekken worden gevoerd. Nietmet de intentie omelkaar de les te lezen, maar omer als persoon enmaatschap sterker van te worden. Tijdige signalering van functioneren onder de maat biedt nog volop kansen omer iets aan te doen. Laatmen het jaren oplopen, dan is de speelruimte geminimaliseerd. Sterker nog, dan heeft demaatschap daar feitelijk aan bijgedragen.


zien met een beheersaudit kunnen inhoudelijk en procesmatig rekenen op hun beroepsvereniging het KNGF. Meestal valt er wel iets uit te leggen wanneer je uit de brij van data van een verzekeraar komt bovendrijven voor een beheersaudit. Wanneer je vervolgens je EPD goed op orde hebt, is er niet veel aan de hand. Zo niet? Dan heb je terecht een probleem, je hebt je immers niet gehou- den aan de afspraak die je hebt gemaakt toen je het contract met de verzekeraar tekende. Daarin staat namelijk dat je bent ingeschreven in het Centraal Kwa- liteitsRegister en met die inschrijving beloof je je aan de vigerende richtlijnen van de beroepsgroep te houden. Juist door samenwerking met de zorg-


verzekeraar kom je tot innovatie, niet door een vijandige houding jegens hen zoals in uw artikel duidelijk naar voren komt. Goede samenwerking heeft al op veel terreinen en gebieden tot leuke en nuttige zorginnovaties geleid. Koepels leggen geen regels op. Richt-


ArtsenAuto november 2012 035


Zorgverzekeraars hebben de wettelijke taak de kwaliteit van de geleverde zorg te toetsen. Wanneer deze er zijn, wordt de kwaliteit getoetst aan de richtlijnen van de beroepsgroep. De beroepsgroep heeft deze richtlijnen zelf vastgesteld. In uw artikel in Arts en Auto van november 2012 gaat u hier glashard aan voorbij en dat vind ik op zijn minst zorgelijk maar zeker en vast is het schadelijk voor onze relaties met zorgverzekeraars. Door dit artikel worden ze wederom in de hoek gezet van controlefreaks die ons het leven zuur willen maken. Verslaglegging en verslaggeving vor-


men onderdeel van de behandeling. De werkelijk ondernemende fysiotherapeut zal hier creatief mee omgaan en binnen zijn handelen structureel tijd inbouwen voor het voldoen aan de richtlijn. Niet al- leen omdat het zo is afgesproken, maar


088 december 2012 ArtsenAuto


lijnen worden aanvaard of verworpen door de beroepsgroep. Verdere aanpas- sing van onze richtlijn verslaglegging zou een heel goede zet zijn, want in deze sector zijn we als fysiotherapeuten wel het braafste jongetje van de klas. Het ontbreekt echter aan initiatieven vanuit de leden om dit voor elkaar te krijgen. Kort geleden is dit wel gelukt en is de richtlijn zinvol ingeperkt. Een verdere downsizing zou de weerstand van de beroepsgroep aanzienlijk doen verminderen, de zin van de richtlijn niet ondermijnen en tot minder arbeidsgere- lateerde klachten leiden. Transparantie van zorg begint bij een


heldere en eenvoudige administratie waaruit blijkt dat datgene wat je hebt gedaan zinvol is. Uitkomstmaten is een daarbij prima te hanteren instrument. Op basis daarvan kan een verzekeraar meer selectief gaan inkopen, iets waar een groot deel van de beroeps iets en een ander deel niets in ziet. Het wordt tijd dat de fysiotherapeut


meer ondernemend wordt, maar dan wel vanuit de goede context en niet


vanuit onterecht gegenereerde angst voor de verzekeraar. Als beroepsgroep bepalen wij de kwaliteit van zorg en de verzekeraar bepaalt wat hij wel en niet bij je inkoopt.


Roy Jansen, bedrijfsfysiotherapeut en bestuur- der Register Bedrijfsfysiotherapeut


Naschrift Het staat u uiteraard vrij dit punt te maken (wie goed onderneemt, heeft minder last van bureaucratie). Dat neemt echter niet weg dat fysiotherapeuten op grote schaal last hebben van administratiedruk, zoals blijkt uit het door u bekritiseerde artikel én zoals blijkt uit het feit dat heel Nederland zich, tot aan Kamervragen toe, heeft beziggehouden met de materie. Onze verslaggever valt niets te verwijten, hij is slechts de vertaler van een boodschap waar u het niet mee eens bent.


Ongezonde leefstijl In Arts en Auto 11 verschenen verschil- lende artikelen waarin aan de hand van onderzoek werd gesteld dat zorgprofes- sionals in toenemende mate vinden dat een ongezonde leefstijl van patiënten vertaald mag worden in de zorgpremie.


Niet de grote vraag naar zorg is het probleem, maar het feit dat artsen geen raad weten met leefstijlgerelateerde zorg. Dit machteloze gevoel leidt in relatie met de economische crisis tot een loyaliteitsprobleem. De zorgprofes- sional ziet eindelijk in dat de meeste uit- gaven leefstijl gerelateerd zijn. Dat was 30 jaar geleden ook al zo, maar toen was het vanwege het gunstige economische klimaat nog niet nodig daar de aandacht op te vestigen. Nu de professional het wel ziet, wordt deze geconfronteerd met het niet hebben van oplossingen. Want de patiënt luistert niet (lees: verandert niet) en moet dan dus maar voelen. De professionals stellen dus dat dit het probleem van de patiënt is, maar dat is mijns inziens slechts een uiting van de eigen machteloosheid om de keuzes van patiënten te beïnvloeden. Die machteloosheid is onterecht. Want


het is wel mogelijk patiënten te helpen om actief aan de eigen gezondheid te gaan werken. Men moet daartoe alleen leren het gezondheidsprobleem vanuit


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116