Tekst: Hans Bouman Beeld: Hollandse Hoogte
uit The Pickwick Papers, die de irritante eigenschap heeft voortdurend in slaap te vallen. Maar hoe karikaturaal en hilarisch
deze slaapzieke fi guur ook is: Dickens heeft hem niet uit zijn duim gezogen. Integendeel, hij was een van de eersten die hypersomnia en het slaapapneusyn- droom – waaraan Joe ook lijdt – nauw- keurig beschreef. Tot de dag van vandaag duidt de medische wereld de symptomen waaraan de Dikke Jongen lijdt aan met de term Pickwicksyndroom. Hoewel Dickens tot zijn grote verdriet
een heel beperkte opleiding had genoten, en al helemaal geen medische, valt het op dat hij buitengewoon nauwkeurig is in het beschrijven van allerlei ziektesympto- men. Veel 19de-eeuwse schrijvers hielden zich op de vlakte over de precieze aard en verschijnselen van ziektegevallen die ze gebruikten om de plot van hun boek vorm te geven. Maar Dickens moet een heel nauwgezet observator zijn geweest, die waarschijnlijk ook weleens medische vaktijdschriften las. Van de vele tientallen ziekten die hij
beschrijft, komen epilepsie, beroerte, tbc en pokken het meest voor, en telkens valt op hoe realistisch zijn beschrijvingen zijn. Mevrouw Skewton in Dombey and Son is een wat karikaturale dame, maar als ze een beroerte krijgt, beschrijft Dickens consciëntieus de vreemde gezichten die ze trekt, haar problemen met schrijven en de persoonsverandering die ze blijkt te hebben ondergaan wanneer ze zich enigszins heeft hersteld.
Zelfontbranding Ongeveer de helft van alle inwoners van 19de-eeuws Engeland kreeg in zijn leven te maken met een vorm van tbc. Het is dan ook geen wonder dat dit de meest voorkomende ziekte is in de romans van die tijd, ook in die van Dickens. Zijn beroemdste tbc-slachtoffer is Little Nell uit The Old Curiosity Shop. Zij is misschien wel het meest geïdealiseer- de personage uit Dickens’ oeuvre. Hij publiceerde zijn romans als wekelijkse of maandelijks feuilletons, en toen de afl evering verscheen met Nells dood, werd er naar verluidt onder de parle-
mentariërs in het Lagerhuis ontzet gefl uisterd: “She is dead!” Op Dickens’ nauwkeurigheid in het
beschrijven van bestaande ziektegeval- len, bestaat een grote uitzondering. In Bleak House laat hij een van de personages, Krook, overlijden aan zogeheten ‘spon- tane menselijke zelfontbranding’. Krook was een zware drinker en de suggestie in het boek is dat hij als gevolg daarvan van binnenuit tot ontbranding was gekomen,
Medici hebben in de loop der jaren uitvoerig gespeculeerd over de ziekte van Tiny Tim uit A Christmas Carol
waarna er niets meer dan een hoopje as en sintels van hem overbleef. Al in zijn eigen tijd werd Dickens
aangevallen op het onwetenschappelijke karakter hiervan. In het voorwoord van een latere druk van het boek verdedigde hij zich en beriep hij zich op enkele gevallen uit de 18de eeuw, die het bestaan van spontane zelfontbranding zouden bevestigen. Hoewel er tot de dag van vandaag soms
speculatieve artikelen over gevallen van spontane menselijke zelfontbranding opduiken, is het bestaan ervan nooit wetenschappelijk aangetoond. Maar ja, soms zijn verhalen zo mooi dat je ze per se wilt geloven. Zeker als je een enthousi- aste, moralistische schrijver bent en een spectaculaire anekdote kunt combineren met een goedbedoelde boodschap tegen overmatig alcoholgebruik. Ziektes staan bij Dickens dikwijls niet
op zichzelf, maar hebben een diepere betekenis. Opmerkelijk is dat bijna alle personages die Dickens een beroerte laat krijgen, slechte ouders zijn. De impliciete boodschap lijkt te zijn: boontje komt om zijn loontje! De ironie van het lot wil dat Dickens
zelf, op wat latere leeftijd, allerminst een modelvader was. Toen hij op 58-jarige leeftijd overleed, was dat aan de gevolgen van, inderdaad, een beroerte.
ArtsenAuto december 2012 059
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108 |
Page 109 |
Page 110 |
Page 111 |
Page 112 |
Page 113 |
Page 114 |
Page 115 |
Page 116