search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Checklist Vijf prangende vragen over PTSS Door: Christ Klep


Wat verstaan we onder PTSS? Bijna alle Nederlanders ervaren in hun leven een of


meerdere traumatische gebeurtenissen. Het gros van de mensen krijgt hierdoor klachten, die meestal kortdurend van aard zijn. Bij een klein deel ontstaat echter een post- traumatische stressstoornis (PTSS). De diagnose PTSS omvat vier gelijktijdige symptomen: herbeleven, vermij- den, negatieve gedachten (zoals angst en machteloosheid) en prikkelbaarheid. De klachten houden tenminste een maand aan en verstoren het dagelijks functioneren, zoals werk of sociale contacten. Sinds 1980, na onderzoek onder Amerikaanse Vietnamveteranen, is PTSS officieel opgenomen in het psychiatrische classificatiesysteem. Alleen een gekwalificeerde professional kan de diagnose PTSS stellen en andere oorzaken van klachten – zoals overspannenheid, drank of drugs – uitsluiten.


Wat veroorzaakt PTSS? PTSS kan ontstaan na blootstelling (aan den lijve of indi-


rect) aan een feitelijke of dreigende dood, een ernstige ver- wonding of bijvoorbeeld seksueel geweld. Deze blootstel- ling kan ook via media, foto’s, televisie of films plaatsvin- den. De klachten kunnen zowel lichamelijk (hartkloppin- gen, zweten, ademhalingsstoornissen en vluchtneigingen) als psychisch zijn.


Hoeveel uitgezonden militairen krijgen de


diagnose PTSS? Dat is lastig precies vast te stellen. Het meest uitge- breide onderzoek (door de afdeling Gedragswetenschap- pen van Defensie) komt tot 2 à 3 procent met langdurige klachten. Een onderzoek van de Universiteit Utrecht kwam in 2017 tot 3,5 procent voor Irakveteranen. Deze percentages lijken grofweg overeen te komen met het gemiddelde onder de Nederlandse bevolking. Defensie doet inmiddels onderzoek naar Dutchbat 3-veteranen, van wie ongeveer tweehonderd een claim hebben inge- diend tegen de Nederlandse staat wegens psychische en financiële schade na de Srebrenicamissie (1995).


Is PTSS eigenlijk te voorkomen? De vraag wie wel en wie niet PTSS ontwikkelt, valt


eigenlijk niet goed te beantwoorden. De heftigheid, duur en aard van de traumatische gebeurtenis(sen) spelen een grote rol. Herhaling van de gebeurtenissen kan een versterkend effect hebben. Ook persoonlijkheidskenmer- ken (instabiliteit) of andere ingrijpende gebeurtenissen (zoals ontslag, echtscheiding, ziekte) kunnen meespelen. De kans op PTSS wordt verkleind door sociale onder- steuning, groepscohesie, goed leiderschap, voorlichting, opleiding, training en vroegtijdige onderkenning.


10 mei 2018


En is het te behandelen? Er zijn verschillende behandelmethoden beschik-


baar, zoals de zogenoemde Traumagerichte Cognitieve Gedragstherapie en Eye Movement Desensitisation and Reprocessing (EMDR). De zogenoemde 3MDR is een loopbandtherapie in een virtual reality-omgeving. De veteraan zoekt zelf beelden uit die om hem heen gepro- jecteerd worden. Op die manier loopt hij zijn eigen trau- matische herinnering binnen. Een behandelaar begeleidt hem. Ook huis(dieren) kunnen een gunstig effect hebben, denk aan het initiatief hulphonden voor veteranen. Lang- lopend onderzoek onder Afghanistanveteranen lijkt er op te wijzen dat de ‘veerkracht’ van DNA een rol speelt bij het al dan niet ontstaan van PTSS. Nederlandse vetera- nen gaan ook de drug MDMA (de werkzame stof in xtc) testen als medicijn tegen trauma’s. Binnen het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen bevinden zich verschillende geestelijke gezondheidszorginstellingen die PTSS bij veteranen kunnen behandelen.


Deze Checklist is deels ontleend aan het Factsheet Posttrau- matsche Stressstoornis na uitzending (onder meer te vinden op www.veteraneninstituut.nl).


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65