Gebruikt
Challenger rupstrekkers
VAN RAUW TOT VERFIJND
Landbouwtrekkers op een geveerd rupsonderstel. Het concept heeft unieke voordelen en tegelijk grote na- delen. Als occasion zijn ze soms scherp geprijsd. Een koopje voor zo’n trekker met veel vermogen en een lage bodemdruk, of een bodemloos sleutelproject?
I TEST VAN TOEN
Te groot voor Hollandse bodem In 2004 testten we de toen nieuwe Challenger MT865. Het topmodel uit de zware 800-serie. De conclusie dat deze trekker te groot was voor ons land, bleek terecht. Ze zijn op één hand te tellen. In dit artikel richten we ons dan ook op de kleinere MT700-serie. De MT865 was destijds de sterkste productie- trekker te wereld, met maximaal 564 pk uit een 15,8 liter motor. Ter illustratie: de vermo- genstester van DLG kon zoveel geweld destijds niet de baas. En dat is eigenlijk wel een goede samenvatting van de test als geheel. Alles is groot en sterk. De trekker is echt ontworpen voor het trekken van zeer zware lasten. Zicht en ruimte in de cabine zijn goed, het geluidsniveau zozo. De full-powershift met zestien trappen vooruit en vier achteruit biedt voldoende op- ties. Hef (met 14 ton hefvermogen) en aftakas staan enkel als optie in de lijst in deze grootste serie.
n ons land zijn de rupstrekkers nooit massaal doorgebroken. Het is een nichemarkt. Dat heeft wellicht met het prijskaartje te maken. Ze zijn nieuw niet goedkoop, dus moet je er als akker-
bouwer of loonwerker voldoende specialistisch werk voor hebben om rendabele uren te draaien. Ook zijn ze minder allround inzetbaar dan een wieltrekker. Tot zover geen nieuws. Dankzij de komst van traploze transmissies is de markt wel iets verbe- terd, eerst door John Deere. En (pas) sinds kort ook bij Challenger, of beter gezegd: Agco, dat de Chal- lenger-rupstrekkers sinds een paar jaar exclusief onder het merk Fendt verkoopt in Europa. Met de jaren kwam er ook concurrentie bij. Denk aan de halfrupsen die New Holland, Case IH en Claas bou- wen. Maar bovenal van de losse tracksets die je ta- melijk eenvoudig op je standaard wieltrekker kunt schroeven. En het belangrijkste: die je er ook weer snel af kunt halen als ze niet nodig zijn.
Gebouwd als rupstrekker Bij deze Challengers kan dat niet. Een Challenger is jaarrond rupstrekker. Importeur MechaTrac noemt dát juist absoluut zijn kracht. Henri van de Brink: “De Challenger-rupstrekkers zijn echt puur ontwik- keld en gebouwd als rupstrekkers, terwijl een stan- daard wieltrekker dat niet is.” Hij heeft zeker een punt, want de gebruikers ervaren dat ook zo. Desalniettemin is de markt voor nieuwe rupstrek- kers beperkt. Naar schatting worden er jaarlijks tien nieuwe verkocht. Tegelijk is er wel behoefte aan trekkers met een lage bodemdruk. Die aan- dacht groeit alleen maar. En, zo blijkt: genoemde rupstrekkers komen na enkele duizenden draai- uren soms scherp als occasion de markt op. Dat
58 TREKKER OKTOBER 2020
werpt opeens een ander licht op de zaak. Want wat kies je als een gebruikte Challenger te koop staat voor ongeveer hetzelfde geld als een nieuwe set losse tracks?
Het is absoluut appels met peren vergelijken, maar wel een interessante afweging. Voor rond de €60.000 is er al aanbod van rupstrekkers die de klok nog lang niet rond hebben. Dan heb je een extra trekker erbij die je niet hoeft om te bouwen. En als de aanschafkosten te overzien zijn, is het wellicht ook niet zo erg als de rupstrekker gewoon even in de loods blijft wanneer hij niet nodig is. Of is er een grote kans dat je met zo’n occasion een bak ellende in huis haalt? Een bodemloze sleutelput? We zetten in elk geval de aandachts- punten op een rij. Te beginnen met de verschillen- de types die er bestaan, want de Challengers lo- pen al een tijdje mee. Toch veranderde er een lange periode verbazend weinig aan de basis.
Van rauw trekpaard tot geveerd Het was midden jaren tachtig toen Caterpillar, be- kend van trekkers en bulldozers, een nieuwe rup- strekker bouwde; deze keer met een geveerde rubbertrack in plaats van staal. Er was één type en de fabrikant noemde ‘m de Challenger 65. Onder- huids een CAT-motor gekoppeld aan een dito po- wershiftbak. In 1995 volgde een belangrijke door- ontwikkeling. Toen kwam Challenger met de 35, 45 en 55. Deze types hadden een driehoekige rups en de kenmerkende lange, ronde neus. Later ging Claas deze trekkers in Europa verkopen, en in deze kleuren zie je ze nog wel eens draaien in ons land. Na de eeuwwisseling ging het hard. Caterpillar ontwikkelde de MT700- en MT800-series. Niet veel later kocht Agco het merk.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92