search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
DIERENWELZIJN ▶▶▶ PAASNUMMER


naast dat je ramen geeft. Het is natuurlijk nooit leuk als er iets bijkomt en dit de kosten ver- hoogt. Maar misschien kan het kuiken met een hoger welzijn ook beter omgaan met uitdagin- gen in zijn omgeving.”


Het is beter voor de resultaten? “We weten van onderzoek bij andere diersoor- ten dat veerkrachtigere dieren beter kunnen omgaan met uitdagingen in hun omgeving. Dat zal zich misschien niet uiten in dat het kuiken nog harder groeit, maar wel dat als er uitdagin- gen zijn – bijvoorbeeld een infectie – dat ze hier beter mee om kunnen gaan. Misschien zijn veerkrachtigere kippen minder snel van slag als er iets gebeurt, vertonen ze minder pikgedrag of herstellen ze sneller van infecties. Welzijn wordt nu gezien als iets kostenverhogends, maar ik denk niet dat het dit hoeft te zijn.”


Welke welzijnsmaatregelen hebben het meest effect gesorteerd? “Als je kijkt naar vleeskuikens zijn dat naar ons inzicht: andere genetica, verrijking van de stal, en verlaging van bezetting. Van de omschake- ling naar trager groeiende vleeskuikens heb- ben we veel geleerd. De diversiteit in systemen heeft het denken over dierenwelzijn gestimu- leerd. Trager groeiend is een verbetering an sich, je ziet minder risico op welzijnsproble- men bij deze kuikens. Maar sommige vleeskui- kenhouders kunnen ook een heel eind komen met het welzijn van reguliere kuikens. We zien in onderzoek grote invloed van individuele be- drijven. Dat kan deels aan de stallen liggen, maar is voor een groot deel ook management. Ook de regelgeving voor voetzoollaesies heeft geleid tot veel aandacht hiervoor. En het ver- dwijnen van de kooien bij legpluimvee. On- danks dat ik weet dat dit qua emissie druk geeft, is het toch een heel belangrijke.”


Alleen de traditionele kooi of ook de ver- rijkte? “Ik zie kippen het liefst niet in kooisystemen, ook al weet ik dat dit meer emissie geeft. Maar uiteindelijk weegt die lage emissie niet op te- gen het belang van bewegingsruimte, keuze- vrijheid en de aanwezigheid van strooisel voor het uitvoeren van natuurlijk gedrag.”


Zijn er dingen die gedaan zijn om het die- renwelzijn te verbeteren, maar die we


26 ▶PLUIMVEEHOUDERIJ | 9 april 2020


vanuit het oogpunt van welzijn juist beter niet hadden kunnen doen? De Jong denkt daar even over na. “Ik vind dat heel lastig. Heb je iets in je hoofd?”


Ik hoor bijvoorbeeld vaak dat het stoppen met snavelbehandelen negatieve conse- quenties heeft. “Ik vind dat niet iets wat we terug moeten draaien. Het enige waar ik twijfel bij heb, is stoppen met behandelen van de achterste teennagel bij hanen in de vermeerderingssec- tor. Eigenlijk vind ik dat als je een ingreep moet doen aan dieren, en als je die niet intact kunt houden onder het systeem dat je hebt, dat je je moet afvragen wat je aan je systeem moet aan- passen. Ingrepen zijn een aantasting van de in- tegriteit van het dier.”


Zijn er dingen waarvan je zegt: dat geeft zo’n enorme verbetering van het welzijn, dat móet iedere pluimveehouder doen? “Dat vind ik lastig. We hebben bijvoorbeeld best positieve effecten gezien van uitkomen in de stal, maar niet dusdanig dat ik zeg: dat móet iedereen gaan doen. Het moet bij je passen. Ik denk dat we veel kunnen leren van de diversi- teit in de sector. Ik zie met stappen vooruit- gang. Maar aanpassingen moeten ook passen bij de pluimveehouder. Ik kan zeggen: alles moet naar buiten, maar daar kleven ook nade- len aan. De realiteit is vaak complex. Bij kuikens kun je de bezetting verlagen, dat is heel posi- tief. Maar daar hoort ook een economisch pla- tje bij. Je moet op zoek naar een optimum.”


‘Misschien kan het kuiken met een hoger welzijn beter omgaan met uitdagingen’


‘Ingrepen zijn een aantasting van de integriteit van het dier’


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64