This page contains a Flash digital edition of a book.
zamen met de benodigde beschikbaarheid (doorstroming van het verkeer).


Slapende (kritische) systemen Veel TTI’s, dus ook veiligheidsinstallaties, worden tijdens nor- maalbedrijf niet aangesproken, maar worden pas geactiveerd wanneer dat noodzakelijk is. Bijvoorbeeld tijdens calamitei- tenbedrijf, evacuatiebedrijf of om een beginnend incident te mitigeren. Dit zijn de zogenaamde slapende (kritische) syste- men. Een deel van deze systemen meldt storing actief. Bij een deel van deze kritische systemen kan echter onopgemerkt fa- len plaatsvinden! Dit is een onwenselijke situatie omdat hier- door het risico kan ontstaan dat systemen niet naar behoren functioneren op het kritieke moment dat ze benodigd zijn, na- melijk tijdens een calamiteit of incident.


Enkele voorbeelden van slapende (kritische) systemen zijn: - Dynamische Vluchtroute Indicatie Veilige Ruimte; - Blusvoorziening Tunnel (water mist systeem); - Vluchtdeurindicatie Verkeersbuis.


Functionele testen Om tijdens de beheerfase zeker te zijn dat systemen con- form specifi caties blijven werken, is het noodzakelijk om de slapende (kritische) systemen volgens een bepaald inter- val functioneel te testen. Het is daarbij essentieel om niet de systemen los van elkaar, maar de gehele keten functioneel te testen. Onderhoud, wijzigingen, vervangingen en functione- le testen worden veelal uitgevoerd op het niveau van indivi- duele componenten, subsystemen of installaties. De gehele functionele keten en de interactie tussen techniek en mense- lijk handelen worden zelden integraal getest. Hierdoor wordt niet aangetoond of de gehele keten functioneert conform de specifi caties, waardoor wellicht het risico ontstaat dat de vei- ligheid voor de weggebruiker niet aantoonbaar gegarandeerd kan worden. Functioneert de gehele technische keten en we- ten de betrokken organisaties hoe ze met de techniek moeten omgaan? Is op ieder moment aantoonbaar dat deze ketens adequaat werken en zodoende invulling geven aan de veilig- heideisen van de tunnelwet? Om deze vragen als beheerder te kunnen beantwoorden is het noodzakelijk om, naast indivi- duele installaties, ook de gehele ketenwerking functioneel te testen tijdens de beheerfase.


tie tot en met het daadwerkelijk blussen. Daarnaast heeft een complete black-out test plaatsgevonden om het gevolg van het falen van de energievoorziening te testen. Tevens is het complexe proces van blokrijden getest; een tijdelijke situatie waarbij het verkeer vanuit beide richtingen door een tunnel- buis wordt geleid. In ‘blokken’ van bijvoorbeeld 15 minuten wordt het verkeer vanuit beide richtingen door de tunnelbuis geleid. Dit vergt een complex bedienproces met de inzet van diverse verkeertechnische en tunneltechnische systemen.


Voorbereiding Het uitvoeren van functionele testen vergt een gedegen voor- bereiding. Het is noodzakelijk om te beschikken over een as- built decompositie op basis van de NEN 2767-4, functionele specifi caties, faaldefi nities en testprotocollen. De technische documentatie en de procedurebeschrijvingen en handleidin- gen dienen actueel te zijn. Voor de voorbereiding en uitvoering kan er eventueel gebruik worden gemaakt van reeds beschik- bare draaiboeken en testprotocollen die zijn gebruikt tijdens de validatiefase. Bij iedere test zal zowel het draaiboek als de bijbehorende protocollen verder worden geoptimaliseerd (De- ming cirkel).


Er dient geanalyseerd te worden welke systemen en functi- onarissen betrokken moeten worden. Technisch dient be- schouwd te worden wat de testscope (testomvang) en de testbasis (specifi caties en faaldefi nities) is. Om te voorkomen dat bijvoorbeeld hulpdiensten onnodig uitrukken, dienen alle externe koppelingen bekend te zijn en geïnformeerd te wor- den over de functionele test. Daarnaast moet worden bedacht hoe de systemen zonder destructieve gevolgen geactiveerd (getriggerd) kunnen worden. Er kan geen fysieke brand wor- den gesticht, maar de gehele test dient wel zo realistisch mo- gelijk te zijn.


Slot


Praktijk DON Bureau heeft voor Rijkwaterstaat diverse functionele tes- ten op ketenniveau voorbereid en uitgevoerd, hierbij was ook de vigerende onderhoudsaannemer betrokken. Onder ande- re voor de Roertunnel en de tunnel Swalmen, die zowel tij- dens de validatiefase als de beheerfase uitgevoerd zijn. Tij- dens diverse nachtsluitingen zijn functionele testen uitgevoerd om aan te tonen of het integrale systeem functioneert en be- trouwbaar is. Voorbeelden hiervan zijn het testen van de totale brandblusketen vanaf automatische detectie, de betrokken- heid van de tunneloperator, tot en met de automatische start van het watermistsysteem. Kortom, van automatische detec-


Het is noodzakelijk om tijdens de beheerfase de gehele keten van slapende (kritische) systemen op basis van vastgestel- de testintervallen functioneel te testen. Door deze functionele testen wordt de betrouwbaarheid beter gewaarborgd en daar- mee ook de veiligheid voor de weggebruiker. Het testinterval is daarbij maatgevend om uitspraken te kunnen doen over de betrouwbaarheid van de betreffende ketens. Dergelijke tes- ten kunnen gecombineerd worden met OTO (opleiden, trainen en oefenen) activiteiten. Op deze manier voegen functionele testen waarde toe aan het verlangde veiligheidsmanagement vanuit de tunnelwet: middels een continue verbeterproces de veiligheid van de wegtunnels waarborgen waarbij leerpun- ten uit testen, incidenten en oefeningen worden verwerkt in processen, techniek en documentatie. Het functioneel testen maakt hier onlosmakelijk deel van uit.


Functioneel testen van wegtunnels is niet enkel nuttig, maar noodzakelijk in het kader van aantoonbaarheid, en dus zeker niet overbodig.


Meer informatie: www.donbureau.nl


Nr.4 - 2015 OTAR O Nr.4 - 2015TAR 39


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54