This page contains a Flash digital edition of a book.
E


en deel van het oude stadhuis in Utrecht is omge- bouwd tot hoofdkwartier voor de organisatie van de Tour. Aan de muren hangen plattegronden, mede-


werkers lopen in en uit. Er heerst veel bedrijvigheid, maar alle plannen voor het mega-evenement liggen in hoofdlijnen al klaar. Dat was soms fl ink doorbijten, zegt Looy, manager Techniek, Veiligheid en Mobiliteit van de gemeente Utrecht. “Het is een proces met veel dynamiek. Een fors krachtveld, waarbij je ook te maken hebt met de politiek. Maar het gaat allemaal lukken.’’


Fraaie taferelen


Het totaal aantal bezoekers dat wordt verwacht, is 500.000 tot 800.000. De meesten zullen afkomen op de individuele tijdrit van 13,7 kilometer op zaterdag 4 juli. Op zondag 5 juli start in Utrecht de tweede etappe van 166 kilometer. Na een ronde in rustig tempo door de historische binnenstad - ook onder de Dom door - zetten de renners koers naar het zuiden met de fi - nish op Neeltje Jans in Zeeland. Dat gaat vast fraaie taferelen opleveren voor bezoekers en tv-kijkers, maar het moet alle- maal wel vlekkeloos verlopen. Het parcours moet op tijd wor- den afgezet en renners mogen niet op obstakels als palen en vluchtheuvels knallen. Maar ook moet een verkeersinfarct met lange fi les in de stad en op snelwegen worden voorkomen.


Veel overleg De voorbereiding vereist veel overleg met alle denkbare be- trokkenen, en een hele strakke planning. Er zijn drie aparte werkgroepen met een onafhankelijke voorzitter opgericht, die gedetailleerde plannen opstellen voor de aspecten techniek, veiligheid en mobiliteit. Een greep: een verkeers- en vervoer- plan, een parkeerplan, crowdmanagementplan, calamiteiten- plan, een hekkenplan met doorlaatposten, en nog veel meer. Tijdens dag een en dag twee van de Tour zijn alle betrokken partijen aanwezig op het stadskantoor in Utrecht, waar de co- ordinatie zal plaatsvinden.


Tweede ronde


Al in 2004 stippelde Looy het parcours uit, toen Utrecht ook al de Tour probeerde binnen te halen. Dat mislukte, maar mede op basis van het draaiboek van destijds slaagde Utrecht daar- in later alsnog. Hier en daar paste hij de route aan, onder meer vanwege de ingrijpende bouwwerkzaamheden bij sta- tion Utrecht en Hoog Catharijne. “De renners rijden in de tijdrit heen en weer tussen de Jaarbeurs en de binnenstad, waar- mee we de grootste bouwlocaties ontwijken. Het is een echte Grand Départ geworden, met start, fi nish en perscentrum bij het Jaarbeursterrein.” Een belangrijk voordeel van de locatie bij de Jaarbeurs is de makkelijke toegang tot de Ring Utrecht, aldus Looy. En ook vervoer over water is mogelijk. En dan is er het Centraal Station, dat middenin het gebied ligt. “We hebben gekozen voor openbaar vervoer. Treinen zullen zorgen voor de belangrijkste toevoer van bezoekers.”


Eén basisverhaal


Bij de tweede etappe op zondag rijden de renners 32 kilome- ter door Utrecht, waarvan de eerste negen kilometer in een rustig tempo door de oude binnenstad. Vervolgens rijden de


Ron Looy Techniek, Veiligheid en Mobiliteit


renners dan via Leidsche Rijn, Vleuten-de Meern, het Groene Hart en Rotterdam naar de fi nish op Neeltje Jans in Zeeland. Het parcours in Utrecht wordt vrijdag 3 juli na de spits opge- bouwd. Op zaterdag begint de organisatie met het autoluw maken van een groot deel van Utrecht. Dezelfde maatrege- len en afzettingen kunnen op zondag worden toegepast bij de tweede etappe. “Het is één basisverhaal, dat geeft een enor- me effi ciencyslag”, aldus Looy.


Mobiliteitsplan Al in april 2014 werd een begin gemaakt met het opstellen van een mobiliteitsplan voor Utrecht. Simpel was dat niet, ook omdat de route van de tweede etappe destijds nog niet was bepaald. “Eind september zijn daarvan de eerste contouren vrijgegeven, en konden we in overleg gaan met allerlei weg- beheerders”, aldus Looy. De nadruk ligt dus op openbaar ver- voer. Looy: “We hebben niet van achter een bureau een kant- en-klaarplan gemaakt. Met onder meer NS, Connexxion en Qbuzz hebben we workshops georganiseerd met de vraag: hoe kunnen we dit het beste invullen? Het was meer proces- begeleiding.” Het resultaat is dat er geen aparte dienstrege- ling komt van de NS. “Dat werd te ingewikkeld. Het is week- end tijdens de tourstart, maar het OV gaat rijden alsof het een werkdag is. Intercity’s zullen ook stoppen op stations in de buurt van Utrecht. Zo proberen we te voorkomen dat ieder- een via het Centraal Station gaat reizen. Goede communicatie hierover is essentieel.”


Drie ringen in Utrecht De organisatie heeft drie verkeersringen gepland in Utrecht: ring 1 waar- binnen de renners rijden, ring 2 die toegankelijk is voor bezoekers en ring 3 rondom de stad, waar autoverkeer zoveel mogelijk wordt gestopt of omgeleid. In ring 2 komen tientallen tijdelijke fietsenstallingen, rondom ring 3 komen vier grote transferiums voor bezoekers met de auto.


Nr.4 - 2015 OTAR O Nr.4 - 2015TAR 25


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54