search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
onderwijs


‘Hoe meer een kind kan oefenen met de aangeboden regels, hoe groter de kans dat hij of zij foutloos leert spellen’


den Boer toe. ‘Er zijn zelfs stromingen die spellingvaardigheid zien als een bijproduct van leesvaardigheid, maar daar kunnen wij ons niet in vinden’, geeft De Bree aan. ‘In ons onderzoek staat spelling juist centraal en proberen we te achterhalen welke kenmerken, niet alleen van het kind, maar ook van de taal en de instructie, samen bijdragen aan spellingvaardigheid.’


AANDACHT VOOR PROBLEMEN Zeker als het aanleren van de juiste spelling lastig gaat, is het nodig de aandacht te verleggen. Van den Boer en De Bree zijn van mening dat de spellingprestaties te verbeteren zijn door rekening te houden met woordkenmerken en instructiekenmerken, maar ook zeker met kindkenmerken. Tijdens het aanleren van de regels worden woorden ingedeeld in categorieën. Dit werkt best goed, maar in de praktijk spelen meer factoren een rol, zoals de frequentie waarin woorden worden gebruikt in geschreven taal, het moment waarop woorden worden aangeleerd en de uniciteit van de woorden in schrijfwijze. Wat volgens Van den Boer bijdraagt aan het goed spellen van woorden is de woordkennis: ‘Als een leerling het woord kent in uitspraak, betekenis en geschreven vorm is de kans dat hij of zij het woord goed schrijft groot. Daarom is het van belang om hier veel aandacht aan te besteden.’


Daarnaast spelen instructiekenmerken een grote rol. De Bree: ‘Spelling is een aangeleerde vaardigheid. Zonder de juiste instructie is het heel onwaarschijnlijk dat


kinderen het zich eigen maken. Leerkrachten geven in de klas instructie en volgen daarbij de spellingmethode die de school inzet, maar vullen die aan met hun eigen visie. De relatie daartussen is nog weinig onderzocht. Terwijl je juist door leerkrachtkenmerken en methodekenmerken te relateren aan spellingvaardigheid inzichtelijk kunt maken wat belangrijke technieken zijn om de spelling te verbeteren.’


INOEFENEN IS HEEL BELANGRIJK Het toepassen van de regels buiten de spellingles blijkt niet vanzelfsprekend. De Bree merkte dat leerlingen die in de spellingmethode goed scoren dit lang niet altijd doen bij het schrijven in vrije situaties of teksten voor andere schoolvakken. ‘Leerlingen vallen bij schrijfopdrachten vaak terug op het woordbeeld zonder bewust met de aangeboden spellingregels aan de gang te gaan’, is haar ervaring. ‘Opvallend is dat er in methodes nauwelijks aandacht is voor deze transfer én dat leerkrachten er minder aandacht aan besteden.’


Het belang van expliciete instructie en extra oefenen is erg groot bij het verbeteren van de spellingvaardigheid. Van den Boer: ‘Hoe meer een kind kan oefenen en bezig is met de aangeboden regels, hoe groter de kans dat hij of zij foutloos leert spellen. Zeker voor leerlingen met spellingproblemen is de hoeveelheid opdrachten uit de lesmethode te minimaal. Zij kunnen een moeilijk woord niet na twee keer schrijven al reproduceren. Zeker in de middenbouw is het belangrijk dat ze de categorie goed inoefenen.’


OVER


ELISE DE BREE Elise de Bree is


bijzonder hoogleraar Taalontwikkelings- stoornissen in het


passend onderwijs. Zij is bestuurslid van de SDN en lid van de wetenschappelijke


adviesraad dyslexie van het NKD.


JAARGANG 2022 41


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56