search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
PREVENTIE


vertonen in de hersengebieden aan de rechterkant, buiten het leesnetwerk. Dat kun je interpreteren als een compensatie voor de leesproblemen die deze kinderen ervaren, maar echt effi ciënt lij kt die strategie niet. Het leesprobleem blij ft aanwezig.’


volume van het zogenaamde leesnetwerk als de verbindingen ertussen ontwikkelen zich dan het meest.’


OVER MAAIKE VANDERMOSTEN


Maaike Vandermosten is als hoogleraar verbonden aan het departement


Neurowetenschappen van de KU Leuven.


‘De


neurobiologische verschillen


tussen kinderen met en zonder dyslexie zijn al aanwezig


voordat ze leren lezen’


Vandermosten vervolgt: ‘Opvallend is dat we in de verdere ontwikkeling van de leesregio’s aan de linkerkant van de hersenen geen structurele verschillen vaststellen tussen kinderen met of zonder dyslexie. De ontwikkeling verloopt gelij kwaardig, maar de verschillen die al op kleuterleeftij d aanwezig waren, worden niet meer ingehaald.’


VATBAAR VOOR VERBETERING Deze bevindingen wij zen volgens de onderzoeker op het belang van een vroege interventie in de behandeling of ter preventie van leesproblemen. De hersenregio’s van het leesnetwerk ontwikkelen zich namelij k het meest bij kinderen van 6 tot 8 jaar oud, dus als ze in groep 3 en 4 zitten. Vandermosten: ‘Uit onze studie blij kt dat het leesnetwerk het meest plastisch, en dus vatbaar voor verbetering, is in de eerste schooljaren. Zowel het


32


‘Wil je voorkomen dat de achterstand vergroot, dan is het beter om in te grij pen op het moment dat die hersenregio’s het meest vatbaar zij n voor verbeteringen,’ verduidelij kt professor Vandermosten. Dit onderstreept het belang van preventief ingrij pen, vóór er een defi nitieve diagnose is. Dit kan voor kinderen met leesmoeilij kheden een groot verschil maken. Via een aantal testen op jonge leeftij d kan al vrij snel aangetoond worden of er een groter risico is op dyslexie, ook erfelij kheid telt hierin mee. Het is in ieder geval zonde om te wachten met ingrij pen tot de “hardnekkigheid” is aangetoond. Dat is namelij k pas na drie meetmomenten met een E-score, dan is het eigenlij k al te laat.’


GAMES Vandermosten ziet een oplossing in vroege interventie. ‘Een vroege interventie, wanneer het leesnetwerk nog plastisch is, kan er wellicht voor zorgen dat de achterstand beperkter is. Mogelij ke oplossingen zij n interventies op jonge leeftij d met behulp van software en games. Die vragen niet veel inspanningen van ouders of begeleiders en zij n plezierig voor de kinderen. Het kan hen een voorsprong geven tegen de tij d dat ze leren lezen. In een vervolgstudie gaan we de effectiviteit van dergelij ke games tegen het licht houden.’


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56