search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
onderwijs Al op kleuterleeftijd zijn er neurobiologische verschillen bij dyslexie


ONDERZOEK TOONT NOODZAAK VROEGE INTERVENTIE


Bij kinderen met leesproblemen (zoals dyslexie) zijn zowel de activiteit binnen de hersengebieden die het leesnetwerk vormen, als de verbindingen ertussen, minder


groot dan hun leeftijdsgenootjes. Deze gebieden ontwikkelen zich vooral bij kinderen uit de groepen 3 en 4. In deze jaren zijn ze het meest plastisch en dus vatbaar voor verbetering. Het vroeg opstarten van leesinterventies is daarom cruciaal. Dit blijkt uit een jarenlange studie van KU Leuven.


DOOR MICHIEL RÖLING


N


eurowetenschapper Maaike Vandermosten, verbonden aan de KU Leuven, deed een meerjarig onderzoek onder kinderen uit Vlaanderen. Aan de studie namen 75 kinderen uit Vlaanderen


deel. Gedurende 5 jaar kregen deze kinderen jaarlijks enkele lees- en taalgerichte tests. Op drie momenten gingen ze zelfs onder de MRI-scanner: aan het einde van groep 2, aan het einde van groep 4 en halverwege groep 7. Vandermosten: ‘De scans laten zien dat de ontwikkeling van de gebieden die het leesnetwerk vormen het grootst is in de groepen 3 en 4. In de latere leerjaren vindt een stabilisering plaats.’


BEPERKTE LETTERKENNIS De groep kinderen was niet geheel willekeurig gekozen. Bij een deel van hen heeft een van de ouders dyslexie. Daardoor hebben zij minstens 50% kans op dyslexie. De onderzoekers wilden achterhalen of aanleg voor dyslexie er al is voordat kinderen leren lezen.


‘We hebben de eerste MRI-scan gemaakt voordat de kinderen echt leesonderwijs krijgen, ze kennen dan nog maar een beperkt aantal letters. Bij de tweede scan beheersen de meeste kinderen de technische kant van het lezen en bij de derde scan is het lezen in principe volledig geautomatiseerd,’ licht Vandermosten toe. ‘Door de scans te vergelijken konden we vaststellen dat de neurobiologische verschillen tussen kinderen met en zonder dyslexie al aanwezig zijn voor ze leren lezen.’


ONTWIKKELING VAN LEESNETWERK Bij het lezen wordt de linkerkant van de hersenen meer geactiveerd. In dit deel van de hersenen is zelfs sprake van een leesnetwerk. ‘Bij kinderen met dyslexie zien we links achteraan de hersenen aan de onderkant wat minder volume,’ legt Vandermosten uit. ‘Ook is de verbinding tussen deze regio en de regio’s vooraan minder goed ontwikkeld. Zij starten dus met een achterstand in het hersengebied dat belangrijk is om te leren lezen. Daarnaast stelden we vast dat kinderen met dyslexie een andere ontwikkeling


JAARGANG 2022 31


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56