search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
ALGEMEEN ONDERSTEUNINGSNIVEAU


1. Basisarrangement: Goed lees­ en spellingonderwijs in klassenverband


2. Intensief arrangement: Extra zorg aan de 25% zwakste leerlingen in de groepssituatie door de leerkracht


3. Zeer intensief arrangement Specifieke interventies uitgevoerd en/of ondersteund door een onderwijsprofessional, vaak de intern begeleider van de school


STAP Bron: C. Struiksma


1. Kwaliteit van instructie gedrag en klassenmanagement 2. Juist gebruik van effectieve lesmethodes 3. Gebruik van leerlingvolgsysteem


4. Vaststellen van potentiële uitvallers en bieden van voldoende differentiatie in de klas (verlengde instructie en begeleide oefening)


5. Vaststellen van leerlingen met ernstige leesproblemen 6. Intensieve begeleiding door individuele instructie of instructie in kleine groepjes


7. Vaststellen van achterstand en hardnekkigheid 8. Vermoeden van dyslexie


4. Diagnostiek en behandeling in een zorginstituut Op ondersteuningsniveau 1, 2, 3 en 4


9. Vaststellen dyslexie door psychodiagnostisch onderzoek 10. Gespecialiseerde dyslexiebehandeling


11. Coaching en ondersteuning van leerlingen (met dyslexie)


Gemiddeld gezien komt 10% van de leerlingen in aanmerking voor deze extra ondersteuning die doorgaans buiten de klas wordt geboden: ondersteuningsniveau 3. 3 tot 4% van de leerlingen zal uiteindelijk in aanmerking komen voor de vergoede dyslexiezorg, dit is ondersteunings niveau 4.


De ondersteuningsniveaus gaan uit van gestapelde zorg. Wanneer een leerling ondersteuning krijgt op niveau 3 betekent dit niet dat niveau 1 en 2 komen te vervallen. De leerling krijgt een passend onderwijsaanbod op onder steun- ingsniveau 1, 2 en 3 (NKD, 2019). Uit het onderzoek van Inspectie van het Onderwijs (2019) blijkt dat scholen die alle ondersteuningsniveaus goed inzetten het hoogst scoren op kenmerken van effectief lees- en spellingonderwijs.


DE PRAKTISCHE INVULLING VAN ONDERSTEUNINGSNIVEAU 2 EN 3 Het is dus een must voor alle basisscholen om zorg te bieden op alle drie de ondersteuningsniveaus. Afstemming is hét toverwoord om het lees- en spellingonderwijs op ondersteuningsniveau 2 en 3 effectief en kwalitatief hoog- staand in te richten. Op school- en klassenniveau is het van belang dat hierin één koers wordt gevaren.


IN DE PRAKTIJK Het kan een hele puzzel zijn om de ondersteunings­ niveaus goed in te richten. Als leerkracht had ik veel verschillende materialen en hulpmiddelen voorhanden. Misschien wel té veel? Iedere collega besliste voor zichzelf welke ondersteuning op welk niveau werd aangeboden. Terugkijkend had ik behoefte aan duidelijkheid, één lijn. Wanneer wordt welke ondersteuning ingezet en voor wie?


8


Afstemming betekent communicatie met elkaar over de organisatie en inrichting van de ondersteuningsniveaus. Dus… kom met alle betrokkenen (intern begeleider, leesspecialist en leerkracht(en)) bij elkaar en maak een eenduidig en haalbaar plan voor de invulling van de ondersteuningsniveaus. Of pak het bestaande document er nog eens bij en organiseer een kritisch evaluatiemoment. Biedt de school een compleet aanbod op ondersteuningsniveau 2 en 3? Lukt het de leerkracht om de juiste en passende ondersteuning te geven voor iedere leerling? Zo niet, wat heeft de leerkracht nodig zodat de slagingskans wordt vergroot?


STEM MET ELKAAR AF: • Wanneer krijgen leerlingen begeleiding op ondersteuningsniveau 2 en 3?


• Wanneer krijgt de leerling individuele begeleiding en wanneer wordt de ondersteuning in een groepje gegeven?


• Welke materialen en/of hulpmiddelen worden ingezet op ondersteuningsniveau 2 en 3 voor lezen en spellen?


• Door wie wordt de ondersteuning op niveau 2 en 3 gegeven?


• Waar vindt de ondersteuning plaats? In de klas, buiten de klas of extern?


Maak een plan op basis van bovenstaande vragen en deel dit met het team. Voor iedere onderwijsprofessional zou het nu duidelijk moeten zijn hoe de ondersteuningsniveaus worden vormgegeven. Spreek met elkaar gelijk een evaluatie moment af. Vervolgens kan worden bekeken aan de hand van de lees- en spellingresultaten welke leerlingen in aanmerking komen voor ondersteuning op niveau 2 en 3 en welke materialen hiervoor worden ingezet. Dan komt het meest lastige onder- deel: het maken van een rooster.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56