PREVENTIE
WAT ZEGT ONDERZOEK OVER GEBRUIK EN
EFFECTIVITEIT VAN BOUW!?
Bouw! is een interventieprogramma dat voorziet in extra ondersteuning, instructie en oefening in (voorbereidend) lezen van leerlingen in groep 2 t/m 4 die risico lopen op leesachterstand en leesproblemen. Het kind leert, de tutor stuurt en de computer wijst de weg. Ouders,
grootouders, leerlingen uit hogere groepen, vrijwilligers of onderwijsassistenten fungeren als niet-professionele tutors. Scholen zetten Bouw! sinds 2016 in. Op dit moment telt Bouw! bijna 150.000 actieve gebruikers op ruim 5.100 scholen.
DOOR ARYAN VAN DER LEIJ
DE ACHTERGROND VAN BOUW! De interventie Bouw! bestaat uit 523 online computerlessen voor het aanleren, oefenen, herhalen en toepassen van de leerstof. Deze zijn voorzien van heldere instructies voor de tutor, zodat er zowel op school als thuis mee gewerkt kan worden. De interne begeleider of leerkracht behoudt de supervisie over de werkwijze en neemt de selectie-, entree-, deel- en eindtoetsen af.
De constatering dat zo’n 25% van de kinderen in groep 2 behoefte heeft aan extra instructie en oefening om goed voorbereid naar groep 3 te gaan en niet direct op achterstand te staan, is de aanleiding geweest om Bouw! te ontwikkelen. Vroeg beginnen en twee jaar lang ondersteunen is voor het scheppen van eerlijke kansen van belang omdat een eenmaal opgelopen ontwikkelingsachterstand meestal later niet ingelopen wordt. Wanneer een kind zo’n voortdurende achterstand heeft dat van een leesprobleem gesproken kan worden, is het veel moeilijker om gemotiveerd te blijven en loopt het kind een risico om in een negatieve spiraal terecht te komen.
Door hen al in groep 2 te selecteren en te laten werken met Bouw!, krijgen zij meer vaardigheid en zelfvertrouwen en daardoor ook meer motivatie om te leren lezen. Om tot volle- dige beheersing te komen wordt de interventie in groep 3 en 4 voortgezet. Het programma kan ook vanaf begin groep 3 of
22
later worden ingezet bij leerlingen die er behoefte aan hebben. Het doel is dat de leerlingen uiteindelijk het hele domein van letters en lettercombinaties vloeiend kennen en het lezen van korte en steeds langere woorden met de nodige snel heid beheersen, de basis van de functionele geletterdheid.
ONDERZOEK NAAR PREVENTIEF EN SUPPLEMENTAIR GEBRUIK Door de Universiteit van Amsterdam zijn onder leiding van prof. dr. Van der Leij twee experimentele onderzoeken uitgevoerd waarin leerlingen met risico op leesachterstand bij toeval verdeeld werden over een groep die het programma kreeg en een controlegroep (‘randomized controlled trials’). In de eerste studie werden deze leerlingen op basis van zwakke letter- kennis en klankbewustzijn geselecteerd in september groep 3, waar na zij van oktober groep 3 tot in de tweede helft van groep 4 het programma doorliepen (supplementair gebruik). In de tweede studie werden de leerlingen in januari in groep 2 ge selec teerd en kregen zij het programma van februari groep 2 tot ongeveer halverwege groep 4 (preventief gebruik).
Bouw! blijkt het effectiefst wanneer het programma wordt afgemaakt en er een gerealiseerde oefenfrequentie is van minimaal twee sessies per week. In de beschrijving van het praktijkonderzoek (zie verderop) wordt de oefenfrequentie nader gepreciseerd.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56