This page contains a Flash digital edition of a book.
reizen van deur-tot-deur’


regio’s: Eindhoven, Amsterdam en Rot- terdam goed ontsloten worden. In Rot- terdam zou je de ’s Gravendijkwal kun- nen ondertunnelen. In Amsterdam zou de metro kunnen worden doorgetrokken naar Schiphol. De verbindingen die nu nog niet goed zijn in Amsterdam en Rot- terdam vind ik toch ook landelijke op- gaves. Dat is in Amsterdam de Noord/ Zuid-verbinding en in Rotterdam de Oost/West-verbinding. Die zijn cruci- aal. Als je kijkt wat de Erasmusbrug in Rotterdam gedaan heeft, wat dat bete- kend heeft voor de ontwikkeling van dat hele gebied, dat zou ook kunnen gelden voor de bereikbaarheid van Amsterdam Noord.”


“Wat ik een ramp vindt, is de A4 bij Zoe- terwoude, die is helaas toch tweebaans geworden, terwijl er genoeg asfalt ligt voor drie banen. Dat vind ik onbegrijpe- lijk. Daarnaast is er nog een woud aan bordjes op de snelweg, met snelheids- bepalingen op verschillende tijden, daar worden mensen helemaal gek van. Dat moet echt veel duidelijker. Dit is een kwestie van uitvoering, niet van wetge- ving.”


“Er wordt elk jaar zes miljard euro uit- gegeven aan infrastructuur. Dat is best veel geld. Gelukkig hebben wij die ver- velende tol niet, zoals in Duitsland. Ik vind wel dat er meer in fi etspaden mag worden geïnvesteerd, daar kan je om lachen, maar als je kijkt naar hoeveel mensen van een e-bike gebruik zouden kunnen maken voor woon-werkverkeer, gewoon die afstanden van tien tot twin- tig kilometer, dan is het echt de moeite waard om daarin te investeren. Er kan, zeker in de Randstad, meer gebeuren op het gebied van snelfi etspaden.”


“Op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu gaan dingen traag en strope- rig, dat heeft niets met de huidige mi- nister te maken, maar het is het risico van een groot departement. Maar er ge- beuren veel positieve dingen hoor. Ik was laatst bij mensen die achter hun huis een spoorbrug krijgen. Zij waren er heel positief over dat Rijkswaterstaat naar hun ideeën luisterde, en het plan, op basis van hun inbreng, aanpaste. Er zijn helaas ook situaties waar het minis- terie niet in staat is gebleken om te leve- ren wat er beloofd is, zoals in het geval van geluidsoverlast in Lansingerland. Je kan er duizend berekeningen van ma- ken, maar blijkbaar kan toch niet pre- cies worden voorspeld hoe het geluid precies in zo’n dorp komt.”


“Op ruimtelijke ordening gebied, en dat heeft natuurlijk ook direct met infra- structuur te maken, heeft de PvdA in- houdelijk een heel andere mening dan de VVD. Er wordt te veel aan de ge- meentes overgelaten. De Rijksoverheid zou er een stokje voor moeten steken dat er allerlei lelijke bouwwerken langs de snelwegen worden neergezet. Daar- over verschil ik met de minister van me- ning.”


“Ik ben een voorstander van PPS. De overheid is geen ontwikkelaar, geen bouwer, en moet ook niet op die stoel gaan zitten. Een mooi voorbeeld, waar het goed is gegaan, is het Zuidplein, het ‘Hart van Zuid’. De gemeente had een paar eisen, bijvoorbeeld over een zwembad, maar voor de rest is alles prima door de markt verzonnen. Qua verkeer, Retail, alles. Dat is geweldig. Wat je ziet is dat het ook risico’s bij de markt ligt.”


“Ook al ben ik geen woordvoerder be- treffende water, ik wil er toch wel iets over kwijt. We hebben het vaak in de kamer over het goederenvervoer. Ik be- grijp dat maar negen procent van de goederen over het water kan, en dat er altijd problemen zijn met de breedte van de vaarwegen. Mijn partij is altijd in de eerste plaats voorstander van vervoer via het spoor en over water en daarna pas van wegverkeer, omdat het de meer duurzame vormen zijn.” “Het Deltafonds vind ik mooi, omdat je als overheid perspectief biedt op lang- jarige investeringen. Zo’n Deltacom- missaris vind ik ook heel zinvol, er zit echt een zwaargewicht op. Het is min- der hapsnap dan het weg- en spoorver- haal. Er worden nu ook stappen gezet om een commissie voor investeringen op het spoor in te stellen. Ik vind dat he- lemaal geen gek idee, omdat het dwingt om wat meer langjarig te kijken.”


“Het is goed dat er Europees overleg is. Je ziet wel dat bij Europese ambities het Nederlandse aandeel grotendeels door onszelf wordt betaald, en dat de Zuide- lijke landen subsidie krijgen. De vraag is of dat erg is. Als het lange corridors zijn, is dat ook in ons belang namelijk. Maar het moet natuurlijk niet de spuigaten uit- lopen. Dus als er nu weer geld vrij komt vanuit het investeringsplan van Junker, dan moet Nederland er ook een even- redig gedeelte van binnenhalen. Daar moeten we niet lullig over doen en zeg- gen dat zij het harder nodig hebben. Dat geldt misschien wel voor sociale fond- sen, maar niet wat betreft infra.”


REAGEREN?


Mail naar info@otar.nl Nr.1 - 2015 OTAR


OTAR Nr.1 - 2015 29


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54