This page contains a Flash digital edition of a book.
dammen hebben voorts als effect dat in de oevergeul min- der overlast is van golven die door de zwaardere beroeps- vaart worden veroorzaakt. Daardoor - en door het creëren van minder steile oevers - krijgt de natuur er veel meer kans. Het is ook de bedoeling dat de langsdam een grens gaat vormen tussen beroepsvaart in de hoofdgeul en recreatievaart in de oevergeul, wat ook de veiligheid ten goede komt. De kribba- kens worden verplaatst naar de langsdammen.


Niet afsluiten


De langsdammen sluiten de oevergeul niet af omdat, zeker bij hoogwater, de afvoer niet mag worden belemmerd. Er wordt een instroom- en een uitstroomopening gecreëerd en op de kop van de langsdam bij Wamel wordt bovendien een ijsbok aangebracht die de dam beschermt tegen ijs op de rivier. In de langsdammen zelf wordt een aantal tussenopeningen aan- gebracht, waaronder ook een voor een voetveer. De grootte van deze openingen kan Rijkswaterstaat later op basis van monitoringgegevens laten variëren door de openingen met meer of minder stenen op te vullen. Dit zijn stenen van tussen de veertig en tweehonderd kilo. Daarmee kan de hoeveelheid water en zand in de oevergeul worden ‘gestuurd’ en dus ook de diepte van de geulen.


Combinatie geen toeval


Vlak na de zomer van vorig jaar is aannemerscombinatie Van den Herik-Boskalis met de werkzaamheden van start gegaan. “Dat beide partijen zich in deze combinatie hebben gevonden, is geen toeval”, vertelt Roger van Duivenbode. Hij is omge-


14 Nr.1 - 2015 OTAR


vingsmanager van de aannemerscombinatie en in dienst van Van den Herik. “We hebben al eerder samengewerkt, omdat blijkt dat wij elkaar kunnen versterken in dit soort projecten. We hebben samen ook ‘iets’ met de Waal. Sterker, een van onze directeuren van Van den Herik zegt vaak gekscherend de Waal te zien als een rivier van Van den Herik. Wij voeren er al langer onderhoudsbestekken uit en we hebben in het verle- den ook heel veel kribben gerepareerd. Boskalis heeft zelf ook verschillende werken uitgevoerd op de Waal en is heel sterk in ondermeer ontgraven op droog gebied. Je ziet hun kranen ook vaak aan het werk op de kribben.”


“Maar ook wat varend materieel betreft weten beide partijen elkaar goed aan te vullen bij projecten als deze”, vervolgt Van Duivenbode. “Van den Herik heeft daarnaast veel ervaring met het aanbrengen van bodembescherming, zinkstukken en oe- verbescherming; het is een beetje een specialiteit.”


Satelliet Van Duivenbode omschrijft zijn werk als omgevingsmanager als ‘een satelliet die continu om het hele project heen draait’. “Ik geef signalen naar de aarde toe en krijg ook steeds sig- nalen terug. Daarmee ben ik voortdurend aan de slag, zeker in het hele voortraject rond vergunningverlening en communi- catie met en informatievoorziening aan alle betrokkenen zo- als provincies, gemeenten, waterschappen, natuurorganisa- ties, archeologen en particulieren. De omgeving, daar draait het om. Ik zorg dat alles zo soepel mogelijk gebeurt en koppel ook voortdurend terug naar onze uitvoerende medewerkers.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54