This page contains a Flash digital edition of a book.
natuur wordt de komende jaren nauwkeurig gemonitoord. Di- verse externe partijen, waaronder schippersvereniging Schut- tevaer en universiteiten zijn daarbij betrokken.


Brede aanpak


Het idee voor de aanleg van langsdammen past helemaal in de ‘brede aanpak’ die het programma Ruimte voor de Rivier kenmerkt: noodzakelijke en mogelijk ook innovatieve maat- regelen om hoogwater in de toekomst aan te kunnen, maar deze tegelijkertijd te combineren met werkzaamheden op ba- sis van wensen uit de regio waarmee de kwaliteit van de leef- omgeving verbetert. Niet alleen wordt daarmee draagvlak onder de bevolking verkregen, maar ook kan een economi- sche impuls in het rivierengebied worden gerealiseerd. Bijko- mend en ook bedoeld voordeel van de langsdammen is dat minder (bagger)onderhoud aan de rivier noodzakelijk zal zijn. Daarmee kan overlast voor de scheepvaart op deze drukke en economische belangrijke vaarroute tussen Rotterdam en Duitsland zoveel mogelijk worden voorkomen.


kleine langsdammetjes tussen kribben in de Waal bij Opijnen. Daarmee werd ook alleen gekeken naar de effecten voor de natuurontwikkeling en die waren succesvol.


Er is dus beperkte ervaring met langsdammen. Daarom heeft Rijkswaterstaat met behulp van modellen van tevoren goed onderzocht wat de te verwachten effecten zijn van langs- dammen in de Waal. Na afronding van het project zijn enkele hoogwaters nodig om de werking ervan te kunnen beoorde- len. Niet alleen op de hoogwaterveiligheid, maar ook op wa- terhuishouding, scheepvaart, rivierbeheer en -onderhoud en


Samenhang Bij het ontwerp van de langsdammen is gelet op samenhang tussen het landschap en het technisch ontwerp. Rijkswater- staat heeft de langsdammen vorm gegeven vanuit verschillen- de gezichtspunten: gezien vanaf de rivier, de oever, vanuit de uiterwaard en vanaf de dijk. Bij het ontwerp zijn dan ook een landschapsarchitect en cultuurhistoricus betrokken. De twee langsdammen van 3 en 7 km worden respectievelijk aangelegd tussen Zennewijnen en Ophemert en tussen Wa- mel en Dreumel. Die keuze is ingegeven door de ‘mooie lan- ge binnenbocht’ waar de scheepvaart voldoende ruimte heeft. Bovendien is de rivier daar minder diep, stroomt er minder hard en dat maakt ook de aanleg gemakkelijker en goedko- per. De kribben in de buitenbocht (aan de overzijde) blijven gehandhaafd en worden niet verlaagd. De kribben tussen de langsdam en de binnenoever worden verwijderd. De vrijko- mende stenen worden in de langsdam hergebruikt. Die krijgt dezelfde hoogte als de tegenover liggende kribben.


Twee geulen


De langsdam scheidt de rivier in twee geulen: een brede hoofdgeul van 230 meter en een oevergeul van 90 meter, wat overeenkomt met de gemiddelde breedte van de rivier de IJs- sel. Net als de kribben in de Waal houdt de langsdam de vaar- geul op zijn plaats. De oevergeul wordt verdiept om het water beter te kunnen laten doorstromen bij hoogwater. De langs-


Nr.1 - 2015 OTAR O Nr.1 - 2015TAR 13


Luchtfoto: RWS/Jasja Vliegt


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54