This page contains a Flash digital edition of a book.
Dubbel Check


‘Een plek voor bezinning’


Naam en leeftijd: Armand Lucas (55) Rang en functie: Uitzending: Is nu:


Hobby’s: Hekel aan:


korporaal pantserinfanterie Libanon, 1979-’80


voormalig projectleider motorrijden onrecht


Beste oorlogsfilm: oorlogsdocumentaires, Crazy van Heddy Honigmann


die hij in Libanon had ervaren, bleek enorme sporen achtergelaten te hebben.


Slecht mandaat


Libanonveteraan Armand Lucas gaat regelmatig naar het Nationaal Monument voor Vredesoperaties in Roermond. Dit monument staat vlak bij het Nationaal Indië-monument in stadspark Hattem. Lucas: “Het is een belangrijke plek waar de nieuwe missies aan bod komen.”


Door: Anne Salomons Foto: Karin Stroo


H


et Nationaal Monument voor Vredesoperaties werd in oktober 2003 onthuld en Armand Lucas was daarbij


aanwezig. In de jaren na zijn missie in Libanon wilde hij eigenlijk niets weten van zijn veteraan zijn. Lucas: “Ik voelde me helemaal geen veteraan, maar op een gegeven moment begon het toch op te spelen; ik kon de beerput niet langer dichthouden.” De narigheid


In 1979 ging Lucas naar Libanon waar hij onder meer bij post 7.8, nabij As Siddiqin, gestationeerd werd. Het was daar vooral patrouilles lopen. “Die patrouilles overdag noemden we sociale patrouilles, dan gingen we thee drinken bij de lokale bevolking. Die mensen waren heel vriendelijk en gastvrij. Maar ’s nachts kon je door diezelfde mensen beschoten worden. Er waren ook nog eens talloze splinter- groeperingen die onderling in gevecht waren, we stonden letterlijk tussen de strijdende partijen. Je wist nooit wat je te wachten stond.” Meerdere malen werden de patrouilles beschoten, maar terugschieten, daar moesten ze eerst toestemming voor vragen. Lucas: “Ons mandaat was ontzettend slecht.” Lucas leefde in Libanon niet alleen onder een voortdurende hoogspan- ning, hij werd ook nog eens gevangen- genomen, was slachtoffer van een schijnexecutie en raakte gewond aan zijn hand. Ook kende hij de omgeko- men Siebe Boonstra nog uit zijn tijd op de kazerne. Tijdens zijn missie werd Kees van Rijn het eerste slachtoffer en was hij ook nog indirect betrokken bij de dood van Philip de Koning die op een mijn reed. “Mijn basisveiligheid was hierdoor flink onderuitgehaald. Maar nazorg hebben we niet gehad”, benadrukt Lucas. “En dat verwijt ik Defensie, als er tijdig nazorg was geweest, waren mijn problemen nu niet chronisch.”


En dan kom je thuis en word je ‘vakan- tiesoldaat’ genoemd omdat niemand


een idee heeft hoe het er Libanon werkelijk aan toe ging. “Dat het een ‘vredesmissie’ heette, heeft aan die verkeerde beeldvorming bijgedragen. Het was beslist geen vrede, we zaten in een oorlogsgebied.”


Verbondenheid


Mede door zijn ervaringen in Libanon is het Nationaal Monument voor Vre- desoperaties voor Lucas een speciale plek. Op het monument staan de namen van de militairen die in dienst van de Verenigde Naties zijn gesneu- veld tijdens of als gevolg van vredes- operaties. Lucas gaat er regelmatig naartoe, met zijn motorgroep de Blue Helmets, “samen met die jongens ‘je hoofd leegrijden’”, of op de Limburgse Veteranendag en soms ook alleen. Lucas: “Dan is het voor mij een plek voor bezinning.” Hij wijst erop dat de namen van alle verschillende missies gewoon naast elkaar staan. “Als een teken van verbondenheid.” En het staat ook nog eens dicht bij het Indiëmonu- ment waar hij vroeger met zijn vader en moeder naartoe ging. Lucas: “Ik ben opgegroeid in een Indisch nest, dus ik ken al die verhalen.”


Het meest bijzondere van het monu- ment vindt hij de aparte plaquette die militairen die zelfmoord pleegden memoreert. “De laatste zin op deze plaquette: ‘Voor wie deze last te zwaar werd’, vind ik buitengewoon. Het is ook een terechte erkenning voor mili- tairen die niet zichtbaar gewond zijn geraakt en als gevolg daarvan uit het leven zijn gestapt. Maar ik denk dan wel altijd weer: waarom is er destijds toch geen nazorg geweest? Gelukkig is dat nu een stuk beter.”


SEPTEMBER 2013 33


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64