This page contains a Flash digital edition of a book.
sporen van de strijd waren zichtbaar. We hebben toen wel raketbeschie- tingen gehad op ons kamp en hier en daar wat spannende momenten. Maar over het algemeen was het rela- tief rustig, zeker vergeleken bij wat we in onze latere uitzendingen zou- den meemaken. Maar het had wel wat om ergens als eerste te zijn. Er was nog niks toen wij aankwamen.” In 2004 werd het verkenningspeloton waarbij hij zat uitgezonden naar Irak. “Daar was de spanning ook weer hoger dan in Kabul, met als diepte- punt het sneuvelen van wachtmees- ter Severs.” Irak bood voor Noorman, die vanaf 10-jarige leeftijd geïnteres- seerd is in (militaire) geschiedenis, een aantal interessante plekken. “Ik vond het fantastisch om in Irak ook plaatsen uit de geschiedenis te bezoeken. Alleen al de naam Eufraat roept bij mij allerlei beelden op.” In 2007 ging hij met luchtmobiel naar Uruzgan. Dat was soms heftig, vanwege de bermbommen en van- wege de confrontatie met de taliban. “Hoe gek het ook klinkt, op dat vuur- contact zaten we ook wel een beetje te wachten. Simpelweg omdat dat is waarvoor je getraind hebt. Als je vijf- tien jaar hebt gestudeerd om chirurg te worden, wil je ook wel eens een operatie uitvoeren. Misschien kijk ik hier op een ouderwetse manier naar. Het gaat in ons beroep om de strijd. Mensen willen zich altijd meten met tegenstanders, ook bijvoorbeeld in sportwedstrijden. Het betekent niet dat je agressief bent, maar het strijden zit wel in mijn bloed.” Zijn peloton heeft geen gesneuvelden te betreuren, zijn compagnie wel, even- als een aantal zwaargewonden. “Na het gevecht besef je pas welk risico je gelopen hebt. Bijvoorbeeld een raket die net over een auto vliegt. Of als iemand net vooroverbuigt en dan later blijkt dat zijn stoel onder de scherven zit. Dan ging het maar net goed.”


Historische roman


Na zijn uitzending naar Afghani- stan ging hij studeren. Terwijl hij dat aan het afronden was, ging zijn toenmalige compagnie op uitzen- ding. Hij ging niet mee en besloot een aantal maanden onbetaald verlof op te nemen om te reizen. In die periode besloot hij een boek te schrijven. “Ik wilde mezelf blijven ontwikkelen.” Wat betreft dat boek,


op een gegeven moment besloot hij het gewoon te gaan doen. “Het was mijn goede voornemen tijdens oud en nieuw.” Het werd een roman over een Franse soldaat tijdens de Eerste Wereldoorlog, volgens de veteraan een van de interessantste periodes uit de geschiedenis. Noorman was van jongs af aan geïnteresseerd in geschiedenis en las vanaf zijn 10e boeken over verschillende periodes en onderwerpen, ook over de Eerste Wereldoorlog. Veel details zaten daarom al in zijn hoofd. Natuurlijk gebruikte hij ook zijn eigen ervarin- gen als militair om het verhaal van de Franse soldaat te schrijven. “Ik beeld me in dat ik de hoofdpersoon ben. Ik weet bijvoorbeeld hoe het is om patrouille te lopen in het bos en een tak in je oog te krijgen of door je enkel te gaan. Ik hoor van mensen dat ze kunnen lezen dat het geschre- ven is door een militair.”


In Aspekt vond hij een uitgever voor Dagboek van augustus. “Ik heb me verdiept in de cijfers. Veel mensen beginnen met het schrijven van een boek, weinig mensen maken het af en nog minder mensen krijgen het uitgegeven. Mijn boek gaat over een onderwerp dat hier minder leeft, maar Aspekt heeft al meer boeken uitgegeven over de Eerste Wereld- oorlog.” Na zijn eerste boek wilde hij een tweede schrijven. Hij stelde voor dat over zijn laatste uitzending te doen. Van dit boek, Afghanistan. Tussen oorlog en wederopbouw (zie ook Checkboek 4-2013), ver- scheen inmiddels een tweede druk. “Ik wilde dit vooral opschrijven omdat ik merkte dat er zo weinig over bekend is. Het Nederlandse volk hoorde er alleen iets over als er Nederlandse militairen sneuvelden of gewond raakten. Veel Nederlan- ders weten niet hoeveel er gevochten is, terwijl het bijna elke dag wel ergens raak was. Daar mag meer erkenning voor zijn.” Deze zomer is Noorman begonnen aan een nieuwe functie. Hij is docent beroepspraktijkvorming aan het ROC op het gebied van Defensie. En hij studeert geschiedenis aan de univer- siteit van Groningen. “Er is maar één studie waarmee me dit gaat lukken en dat is geschiedenis, omdat ik daar interesse in heb. Ik heb voor weinig zoveel passie als voor geschiedenis.” Uiteindelijk zou hij willen werken als militair historicus.


Djokja


Hij geeft aan dat je om te schrijven vooral passie in je boek moet leggen. “Passie en emotie, als je dat goed kan omschrijven… Dat is de kracht van een verhaal. Mensen moeten dat voelen als ze lezen. Ik heb die passie voor alles wat met militaire geschie- denis te maken heeft.” En details in beschrijvingen zijn volgens de veteraan belangrijk. “Mensen moeten door het lezen van je woorden een beeld krijgen van hoe iets eruitziet.” Plannen voor een derde boek zijn er al. Zijn volgende boek moet gaan over Nederlands-Indië, over de luchtlandingen bij Djokja. Hij wil veteranen van de para’s, van de


stoottroepen en van het infanterie- regiment ‘de Blijvertjes’ die bij Djokja betrokken waren, interviewen. Op basis daarvan wil hij een verhaal maken. “Voor Indiëveteranen geldt dat er weinig waardering was toen ze terugkwamen. Terwijl ze dingen meemaakten waar mensen geen weet van hadden. Deze verhalen worden de rode draad van mijn nieuwe boek.”


Randy Noorman is nog op zoek naar een veteraan van het infanterie- regiment ‘de Blijvertjes’ die betrok- ken was bij de landingen op Djokja en die zijn verhaal wil vertellen, veteranen kunnen zich melden op tel: 06-38733999.


De boeken van Randy Noorman zijn te verkrijgen via Uitgeverij Aspekt, www.uitgeverijaspekt.nl, tel: 0346-353895.


SEPTEMBER 2013 27


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64