Bakkeljauw wordt ook wel klipvis, rotsvis of stokvis genoemd, naar de stokken waaraan de vis te drogen hing. Door vis te drogen en te zouten wordt deze extra lang houdbaar. Europese kolonisten en handelaren namen gedroogde en gezouten kabeljauw mee naar Zuid-Amerika en de Caribische eilanden: het woord bakkeljauw komt van het Portugese bacalhau. Daar werd het algauw een populair ingrediënt, vanwege de houdbaarheid en omdat je het gemakkelijk kon vervoeren.